'We moeten hier weg, Jason. We moeten haar in veiligheid brengen,' hoor ik een bekende stem in de verte fluisteren. Ik draai me om in mijn bed en zie dat de deur op een kier openstaat. Met slappe armen sla ik de dekens van me af en ga stijfjes op mijn benen staan. Het lijkt een eeuwigheid te duren voordat ik de deur bereik.
'Houd op, Jocelyn. Zo maak je haar wakker,' sist mijn vader geïrriteerd. Ik herken de toon in zijn stem. Hij is bang. Hij klinkt net zo bang als mijn moeder. Wat is er aan de hand met hun? Waar hebben ze het over?
'We kunnen nu niet vluchten. Steve is ermee bezig dus heb wat vertrouwen in hem,' vervolgt hij. Ik hoor haar snikken, gooi de deur open en stap naar buiten.
Ik kom in een donkere ruimte terecht. Als ik om me heen kijk word ik begroet door complete duisternis. Mijn ouders zijn nergens te bekennen.
'Eloise Belle,' hoor ik een onbekende stem roepen. 'Mijn prinsesje.' Haar stem galmt door de donkere ruimte. Ik probeer de persoon die bij de stem hoort te vinden, maar wordt zowat opgeslokt door de duisternis.
'Mijn dochter,' hoor ik na een lange stilte. Ik stop met rennen en frons. Dochter? Dit is niet mijn moeders stem? 'Vergeet mij niet, mijn dochter.'
'Ga uit mijn hoofd,' schreeuw ik luid. De duisternis verdwijnt en maakt plaats voor de felste licht die ik ooit heb gezien. Er is geen zon of buitenlucht te bekennen. Ik houd mijn handen een stukje voor de ogen zodat ik de twee gedaantes in de verte kan zien.
'Mam! Pap!' schreeuw ik zodra ik hen herken. Ze kijken mij beiden aan alsof ik een wild vreemde ben. Als ze een paar centimeters van elkaar weg stappen verschijnt er een vrouw tussen hen in. Ze glimlacht naar me. Haar kersenrood haar danst over haar schouders.
'Eloise Belle,' klinkt haar warme stem door witte ruimte. 'Word wakker,' vervolgt ze. Mijn ouders lopen mijn richting op maar kijken mij beiden niet aan. Ik ren naar mijn moeder toe en probeer haar door elkaar te schudden. Ik schreeuw en huil maar krijg geen blik van hen toegeworpen. Ze maakt zich als een robot van me los en verdwijnt uit mijn zicht.
'Verdomme! Word nou wakker,' ontwaakt een geïrriteerde stem me uit mijn diepe slaap. Mijn nachtmerrie. Ongeacht de angst die door mijn lichaam raast vertik ik het om Noussair aan te kijken. Hij zit op de rand van het bed. Zoals elke ochtend dat ik wakker word. Dit keer is het anders. Hij klonk gehaast. Bang.
'Aleser draait door, Eloise. Ik weet dat je niks met ons te maken wilt hebben maar hij schakelt elke wachter uit. Hij mag niet bij je komen. Dat was een bevel van mijn vader,' spreekt hij snel. Aan zijn stem is te horen dat Aleser al binnen is. Dat hij onderweg naar boven is en dat zij mijn hulp hard nodig hebben. Ik haal mijn schouders op. Wat kunnen die wachters mij schelen? Ze hebben Jack vermoord. Dankzij mij hebben zij Jack vermoord. Hij zal ze vermoorden.
Ik sla de dekens van me af en stap uit bed. Ondanks mijn wrok jegens iedereen in het paleis wil ik niet dat nog iemand iets overkomt vanwege mij. Zonder hem een blik te gunnen verlaat ik de slaapkamer voor het eerst in vier dagen.
Ik zie er nog precies hetzelfde uit als de dag dat ze Jack van het leven beroofden. Ik weiger de kleding aan te doen wat van hen is. Ik weiger hier een bad te nemen. Ik weiger iets aan te nemen wat van hen is. Mijn haar is vuil en valt futloos over mijn schouders. Ik heb geen hap genomen van hun eten en heb vanwege alle nachtmerries toch nooit trek. Jack en prinses Amber achtervolgen me in mijn dromen. Jack het meest, want elke keer wanneer ik mijn ogen sluit doemt hij op. Ook al is het maar voor heel even. Ik voel de tranen weer opkomen.
'Eloise Belle,' roept Aleser die nog onderaan de trap staat. Hij kijkt naar boven en grijnst. Om hem heen liggen een paar wachters te kreunen van pijn.
'Je moet gaan, Aleser,' fluister ik schor. Dit is de eerste keer in vier dagen dat ik spreek. Mijn mond is kurkdroog. Zijn ogen staan wederom leeg. Zijn mond is gevormd tot een dunne streep. Dit is kennelijk niet wat hij hoopte te horen.
Ik kijk van hem weg omdat ik mijn tranen anders niet meer kan bedwingen. Voordat ik het weet staat hij tegenover mij en tilt hij met zijn wijsvinger mijn kin omhoog. Dit keer springen de tranen in mijn ogen. Elke keer als ik naar hem kijk zie ik pijn. De pijn die hij heeft gevoelt na het verliezen van zijn broer. De pijn die ik hem heb bezorgd.
'Ik ga hier niet weg zonder jou,' zegt hij kalm. Zijn ogen geven nog steeds niks weg. Wat voelt hij nu? Afschuw? Haat? Woede? Ik ben verdomme de oorzaak van Jacks dood. Hij moet me willen doden. Ik duw zijn hand zachtjes weg en stap met pijn in mijn hart achteruit.
'Ik kan niet met je mee. Ik weet niet wat de koning van me wilt maar ik kan het paleis niet verlaten. Daar was hij heel duidelijk mee.' Ik slaak een diepe zucht en kijk recht in zijn ogen. 'Ik kan niet nog meer mensen verliezen. Het is een risico om weg te gaan,' fluister ik. Hij veegt de traan die mijn oog verlaat nog sneller weg dan dat hij de wang bereikt. Hij spant zijn kaken samen. Dit doet hij altijd wanneer hij zich ergert.
'Ik wil geen tranen zien.' Zijn stem klinkt liefdevol. Zachter dan normaal. Ik laat mijn hand op zijn hand rusten en sluit mijn ogen. Wat heb ik zijn aanraking toch gemist.
'Het is tijd, Aleser. Het is tijd dat de wereld achter de waarheid komt,' zeg ik zodra mijn ogen zich openen. Hij trekt zijn hand terug en knijpt zijn ogen samen. Ik had deze reactie verwacht. Hij wilt niet dat de wereld erachter komt dat ik nog leef. Hij wilt niet dat mijn ouders ontdekken dat hun dochter nog leeft. Maar wat heeft het voor nut om dat nog achter te houden als de koning mij toch al in zijn macht heeft? Ik wil niet dat zij mij vergeten.
Het laatste wat ik kan doen is de wereld erover vertellen. Het staat zelfs in de kranten van Abu Dhabi. De media heeft het massaal over mij. Echter weet niemand wie ik echt ben en beschrijven zij mij als het roodharige mysterie. Hoeveel ellende zou het de koning bezorgen als ik de wereld vertel over mijn nieuwe status als de dochter van de dode prinses? Ik heb het zelf nog niet geaccepteerd maar de enige manier om de koning te zien lijden is door dit te openbaren.
'Het is tijd om de volle aandacht van de media te trekken,' knik ik vastbesloten.
JE LEEST
Eloise Belle
FantasyProloog ... De Koning kantelde zijn hoofd opzij en keek met een glasharde blik naar de samengestelde teams. Hij was ziedend. Na al die jaren was dit niet het moment om erachter te komen dat ze nog leeft. De Prinses had hem een belofte gedaan. Ze zou...