De schrik is groot. Ik voel een plotselinge leegte en misselijkheid in me opborrelen. Abu Dhabi. Een van de Verenigde Arabische Emiraten. Eentje die ik het meest verafschuw. De tranen neigen in mijn ogen te springen. Maar ik knipper ze, nog voordat iemand het opmerkt weg.
'Abu Dhabi?' vraag ik ter bevestiging. Mijn stem zo hoog dat ik mezelf nauwelijks versta. Aleser knikt onderzoekend. Hij probeert mijn reactie te peilen. Was de hoge stem niet genoeg? Of de grote ogen waarmee ik hem aanstaar?
'Je zult daar een paar maanden verblijven. Tegen die tijd is het hier wat rustiger geworden en zal er niemand meer naar jou opzoek gaan,' brengt Ryan abrupt in. Ik werp hem een giftige blik toe.
'Ik ga niet,' roep ik standvastig. Aleser kijkt totaal niet onder de indruk. Integendeel. Het is net alsof hij weet wat mij dwars zit, wat natuurlijk onmogelijk is, want Ryan is de enige die weet hoe erg ik van het woord al walg. Hij stelt mij het meest teleur. Aan zijn gezichtsuitdrukking is te lezen dat hij dit totaal niet verwachte. Wat? Dacht hij serieus dat ik hiermee zou instemmen? Ik ga niet naar Abu Dhabi. Nooit niet. Daar is gewoon geen discussie over mogelijk.
'Je hebt geen keus,' zegt Aleser kalm. Ik bekijk hem verward. Geen keus? Ik ben verdomme wel degene die op het vliegtuig moet stappen. Of wilt hij mij soms meesleuren?
'Die heb ik wel! Je zult toch maar met een andere plan moeten komen, meneer de perfectionist.' Er flitst een vreemde emotie in zijn ogen. Ik kan hem moeilijk plaatsen.
'Is dat zo, mevrouw Patrior,' zegt hij geamuseerd. Ik kijk hem niet begrijpend aan. Nog voordat ik erop in kan gaan, onderbreekt mevrouw Rahmoune ons.
'Denk er toch maar even over na, Eloise. We hebben echt geen andere optie.' Ik wil op haar ingaan. Roepen dat ze maar opzoek moeten gaan naar een andere optie. Maar dat doe ik niet. Ik houd mijn mond en blijf slechts naar Aleser staren. Hij heeft in de tussentijd geen vin verroert. Is hij van staal gemaakt of zo? Ik erger mij dood aan zijn lege blik.
'Als ik over een paar uurtjes terug ben, vertrekken we naar het vliegveld. Bereid je er maar alvast op voor,' zegt hij en staat rustig op. Hij loopt stilletjes naar de deur.
'Je kunt hier niet blijven, Eloise. Zet je koppigheid even opzij en denk aan je ouders. Wil je ze echt in gevaar brengen? En Ryan' familie? Wil je dat echt op je geweten hebben?' Ik knijp mijn ogen toe, maar laat even later mijn hoofd zakken.
'Dat is oneerlijk,' fluister ik.
'Dat is het inderdaad. Je hebt alleen echt geen keus.'
'We hoeven toch niet te vluchten? We kunnen hun toch bestrijden?' vraag ik hem.
'Jij zult verdwijnen, Eloise. Ik zal ze uitschakelen, maar daar heb ik tijd voor nodig,' zegt hij koud. Ik kijk onmiddellijk op.
'Hoe bedoel je, ik zal verdwijnen? Wat gaan jullie dan doen?' Ik blik verward op Ryan die zijn ogen neerslaat. Aleser daarintegen, houd zijn ogen strak op mij gericht.
'Wij blijven hier. Ik heb nog steeds mijn dekmantel nodig. En het is veelte opvallend als Ryan plotseling het land verlaat. Je zult met Sahar gaan,' spreekt hij.
'Wat?' roep ik geschrokken. 'Zijn jullie gek geworden? Je laat me toch niet alleen naar dat klote land gaan?' Ik heb mezelf niet meer onder controle en sta boos op. Zonder er lang over na te denken stap ik op hem af en ga pal voor hem staan. 'Nou?'
Hij kijkt met gefronste wenkbrauwen op mij neer. 'Je zult met Sahar gaan,' antwoord hij kort, wat mij nog meer frustreert. Dus Sahar moet mevrouw Rahmoune voorstellen? Een vrouw die ik nauwelijks ken. Meent hij dit echt?
'Jij vuile...' 'Let op je taalgebruik, jongedame,' onderbreekt Sahar mij middenin mijn zin. Haar accent is grappig om aan te horen, maar ik ben te boos om erom te lachen. 'Ik zal goed voor je zorgen,' voegt ze er zachtjes aan toe.
'Ik wil niet verzorgt worden. Ik wil bij mijn ouders blijven!' schreeuw ik het laatste tegen Aleser. Hij pakt mijn beide armen vast.
'Ze zullen hen vermoorden! Als ze erachter komen dat jij nog leeft zijn jouw ouders de eerste die sterven. Gevolgd door Steve en daarna is het de beurt aan Ryan en zijn familie. Onderschat deze mannen nou niet, Eloise Belle. Het zijn moordenaars,' verheft hij zijn stem. De woede raast door zijn helderblauwe ogen. Ik kom er nog steeds niet uit. Wat is nou de juiste kleur? De ene keer lijken ze blauw, en de andere weer grijs.
'Laat me los,' piep ik bij het voelen van de steek in mijn rechterarm. Hij laat mij onmiddelijk los en doet een stap achteruit. Zijn ogen focussen zich op mijn onderlip. Ik merk nu pas dat ik er al die tijd op heb zitten bijten. Ik proef het plotselinge bloed in mijn mond. De tranen staan op het punt om te ontsnappen. Maar dat laat ik niet toe. De afschuw jegens hem wordt sterker. Hij haalt het bloed onder mijn nagels vandaan. Zijn besluit verwoest alles wat ik hier heb opgebouwd. Alles.
'Jij bent een moordenaar, Aleser.' Hij lijkt geschrokken van mijn woorden en doet nog een stap achteruit. Zijn blikt verhard. O, nee. Wat heb ik gedaan?
'Sahar, je kunt bellen zodra je wilt vertrekken. De privé jet staat voor jullie klaar.' Ik huiver. Dat was niet de bedoeling. Ik meende niet wat ik zei, maar waarom deed ik het toch? Waarom liet ik me gaan?
Het geluid van zijn stem is kouder dan de laboratorium waarin ik mijn examen had. Hij blikt in mijn kwetsbare ogen.
'Nog een fijne reis toegewenst, L'More,' spreekt hij zakelijk. Ik sla mijn ogen neer en hoor de deur in het slot vallen. L'More? Zo heeft hij mij nog nooit genoemd.
Het blijft een tijdje muisstil. En dan besef ik wat er zonet is gebeurt. Hij heeft afscheid genomen. Hij komt niet meer terug. Ik zal hem niet meer zien. Hoelang niet? Dagen? Weken? Maanden? Mijn hart bloed. Mijn onderbewustzijn kruipt in een hoekje en slaat haar handen voor het gezicht. Ze huilt zachtjes en wiegt zichzelf rustig in slaap. Ze is gebroken. Voelt zich in de steek gelaten.
'Belle?' fluistert Ryan. Ik draai mij ruw naar hem om. Hij deinst achteruit van de blik in mijn ogen.
'Hij komt terug,' zegt Sahar, alsof ze mijn gedachten kan lezen. Ik schud hevig mijn hoofd, maar kan niks over mijn lippen krijgen. En dan komt het besef pas echt. De kriebels in mijn buik als ik hem zie, ondanks de afschuw die ik regelmatig voel. Het gemis wanneer hij er niet is. De gemengde gevoelens en de kwetsbaarheid. Ik ben verliefd. Ik ben als het goed is echt verliefd..
'Wat boeit het dat hij niet terug komt?' vraagt Ryan fel. Ik haal mijn schouders op.
'Ik praat niet tegen jou,' zeg ik en haast me naar de badkamer. Daar aangekomen laat ik me in een hoekje zakken en trek ik mijn benen op. Ik sla mijn handen voor mijn gezicht en laat mijn hoofd op mijn knieen rusten. 'Hij is weg,' fluister ik zachtjes. Ik laat mijn tranen de vrije loop en wieg mezelf in slaap.
"'Ik wil mee!' riep ik luid. Danny haalde lachend zijn schouders op. 'Geen sprake van, kleine.' Ik staarde hem met pruilende lippen aan. 'Waarom niet?' 'Je bent nog veelte jong. Maar ik beloof je dat wanneer je wat ouder bent, ik je zal meenemen naar Abu Dhabi,' zei hij, over mijn bol aaiend. Ik giechelde blij en klapte enthousiast in mijn handen. 'Ik kan niet wachten!'"
JE LEEST
Eloise Belle
FantasyProloog ... De Koning kantelde zijn hoofd opzij en keek met een glasharde blik naar de samengestelde teams. Hij was ziedend. Na al die jaren was dit niet het moment om erachter te komen dat ze nog leeft. De Prinses had hem een belofte gedaan. Ze zou...