Hoofdstuk 9.2

1.6K 115 1
                                    

Het lijkt een eeuwigheid te duren voordat hij zit. Ik bijt ongerust in mijn onderlip. Mijn ogen sluiten zich automatisch. Ik voel dat mijn onderbewustzijn me iets probeert te vertellen. Ze gaat paniekerig in een hoek zitten en maakt zich zo klein mogelijk. Haar ogen staan groot en bang, alsof ze op een grote impact staat te wachten.

Even later, wanneer ik het gesprek met de directrice in gedachten doorneem, dringt het dan eindelijk tot mij door. Mijn ogen schieten open en verschrikt sta ik op. De stem. De zachte, huiveringwekkende stem hoort bij de persoon die de oorzaak is van mijn zwijgen. Aleser.

In een fractie van een seconde word ik stevig vastgepakt door twee grote handen. Net voordat ik wil schreeuwen om hulp wordt er iets over mijn mond geplakt. Duct tape. Hij zet mij terug in de stoel en hurkt zich ervoor. Zijn ogen bestuderen mijn wit weggetrokken gezicht.

'Je ziet er behoorlijk slecht uit, L'More,' zegt hij gevoelloos. Zijn stem sluit dit keer helemaal niet aan bij wat zijn ogen mij vertellen. Hij voelt zich schuldig. En niet zo een beetje ook.

Hij wilde je vermoorden. De zin wordt onophoudelijk in mijn hoofd herhaalt. En dat was hem ook bijna gelukt. De gedachten dat hij dat nu nog een keer wilt proberen is niet te verdragen.

Je bent niet sterk genoeg, roept mijn onderbewustzijn blind van angst. Ze slaat onverwachts de opgetrokken muur kapot. De muur die mij van de mensen scheidde. Ze verwoest hem. Ik kijk in Aleser' ogen en schrik. Het kan niet waar zijn. Ik slik. Zijn doordringende ogen proberen hem te breken en mijn onderbewustzijn geeft slechts toe.

Verwijting. Angst. Verdriet. Verlangen. Woede en een lading schuldgevoelens. Hij krijgt toegang tot alles. Alle emoties die ik verborgen hield zoeken hun weg naar buiten. Ze vullen mijn lege ogen. Ongelofelijk! Dit is onmogelijk, schreeuw ik in gedachten.

De tranen springen in mijn ogen. Ik voel me verslagen. Uitgeput. Leeggezogen. Ik krijg een vage beeld door de tranen. Ik ben bang. Bang dat hij mij zal vermoorden.

'Eloise,' fluistert hij. Het blijft daarna stil waardoor ik nog harder begin te huilen. Stoppen lukt niet meer.

'Stil maar,' zegt hij onverwachts en trekt mij in zijn armen. Ik wil hem van mij afduwen, maar heb daar de kracht niet voor. Ik ben helemaal verstijfd. Hij houdt mij stevig vast en zo blijven we stilzwijgend zitten.

Na een tijdje ben ik gekalmeerd en trek ik me rustig terug. Zijn ogen verzachten. Ik weet wat hij in mijn blik leest. Verwarring. Verwarring om het feit dat hij mij niet heeft vermoord. Integendeel. Hij wilde mij troosten.

'Ik ben niet van plan om je pijn te doen, Eloise Belle. Ik ben hier om je te beschermen tegen de anderen.' Hij pakt met beide handen mijn gezicht vast.

'Ik weet dat je geen reden hebt om mij te vertrouwen. Maar ik vraag het toch van je,' prevelt hij hees. Hij trekt de tape van mijn mond.

'Aaauuww!' gil ik luid.

Tot mijn verbazing beginnen mijn hersenen weer normaal te functioneren en kan ik weer normaal praten. Opgelucht duw ik hem van me af, om vervolgens weg te lopen. Hoe kon ik denken dat hij me niet wil vermoorden?

'Jij bent een moordenaar! Je probeert mij hier slechts uit te krijgen zodat jouw vrienden mij kunnen vermoorden, omdat jij te laf bent,' snauw ik hem toe. Ik kan weer praten? Hij heeft mij zover gekregen om te praten. Wat voor effect zullen zijn ogen nog meer op mij hebben? Ik moet ver uit zijn buurt blijven.

Er trekt een waas van woede over mijn ogen. Aleser komt dichterbij waardoor ik tegenstribbelend naar hem uithaal. Hij pakt abrupt mijn vuist vast en houdt die stevig vast. De zachte blik was van korte duur, want zijn ogen staan weer zo ijskoud als voorheen.

'Ik kwam hier om je te waarschuwen, Eloise. Ze zullen de instelling opblazen. En alleen zodat jij dood gaat,' spreekt hij kalm. Die verdomde stemmingswisselingen!

'Je liegt!' schreeuw ik. Hij schudt zijn hoofd.

'Ze komen over twee dagen. Doordat Ryan hier vorige week is geweest, weten ze waar je verblijft.'

'Wat heeft Ryan hiermee te maken?' Ik snap er helemaal niets van. Hoe durft hij zo tegen mij te liegen en Ryan erbij te betrekken?

'Herinner je de fluwelen zakje? Het was slechts lokaas. Als jij hier morgen niet vertrekt, zullen al deze onschuldige mensen sterven. Hoe gestoord ze ook zijn. Geen van hun verdiend het om zo aan hun einde te komen.' Ik wil erop ingaan, voel me aangesproken, maar hoor het geluid van hakken dichterbij komen.

'Ze komt eraan. Je moet me vertrouwen, Eloise Belle, alleen voor deze ene keer,' zegt hij snel. Ik zwijg en ga rustig op mijn plek zitten.

De directrice komt weer met een brede glimlach binnen gelopen.

'En? Is het gelukt?' vraagt ze Aleser. Hij glimlacht goddelijk naar haar.

'Ik zei toch dat ik haar weer aan de praat zal krijgen. Ik ben ook zo'n charmeur,' schept hij lachend op. Ik rol met mijn ogen. Zijn woorden spoken door mij hoofd. Als het klopt wat hij zegt, zullen er inderdaad honderden onschuldigen omgebracht worden. Ik wil hun dood niet op mijn geweten hebben.

'Het is een goede psycholoog,' zeg ik zachtjes. De directrice kijkt tevreden op mij neer.

'Ik wist dat je verstandig genoeg was! Ik zal je oom eens bellen.'

Doe dat. Hoe sneller ik hier weg mag, hoe beter. Er zullen geen mensen meer vanwege mij sterven. Nooit meer!!

Eloise BelleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu