Wat voorafging...
'Zwijg!' Hij pakt mij vast en trekt me met zich mee. Ik had nooit gedacht dat hij de leider van alle wachters was aangezien zij niets doen om hem tegen te houden.'Dat had niet gehoeven,' snauw ik.
'Het spijt me,' zegt hij totaal onverwachts. 'Ik moest geloofwaardig overkomen.' Ik slaak een diepe zucht. De enorme donkerbruine deur van het paleis staat wagenwijd open. Ik bijt nerveus in mijn gescheurde onderlip. We zijn er bijna.
'Katharina,' hoor ik een bekende stem schreeuwen. Mijn ogen gaan wagenwijd open staan. Niet zij.
....
Ik controleer snel of er iemand is die ons in de gaten houd. Bij de deur staan twee gewapende wachters die zich niks van ons aantrekken. Zij blijven strak voor zich uit staren. Aan onze rechterkant staan een aantal mannen in zwart naar ons te kijken. Ze kijken voor geen seconde de andere kant op.
'Katharina,' hoor ik wederom. Ik sta plotseling stil waardoor Adil genoodzaakt is te stoppen met lopen. 'Ik ben Katharina,' fluister ik. Hij knikt maar is niet van plan om mij los te laten.
'Zie je die mannen daar?' vraagt hij me terwijl hij naar de mannen in zwart wenkt. Ik knik. 'Zij zijn er om ervoor te zorgen dat jij niet ontsnapt. Alles wat hier gebeurt zullen zij noteren. Als jij haar gehoor geeft zal haar naam gegarandeerd genoteerd worden en zal de koning haar gevangen nemen,' vervolgt hij gehaast. Ik voel de tranen opkomen. Ik mag dus geen afscheid nemen van de persoon die mij als haar eigen kind beschouwt? Van de persoon die ik heb teleurgesteld?
'Het spijt me,' schreeuw ik. Adil knijpt in mijn arm en kijkt tegelijkertijd achterom. Ook al heeft iedereen die zich binnen in het domein bevind mij gehoord, moest ik het haar vertellen. En dit was de enige manier om dat te doen. Met vochtige ogen loop ik richting de ingang.
'Ze is weg,' fluistert Adil. 'Ze heeft het begrepen en de mannen hebben geen moment naar haar gekeken.' Ik glimlach opgelucht. Als Sahar iets zou overkomen omdat ik mezelf niet onder controle kon houden dan had ik het mezelf nooit kunnen vergeven en zou ik nooit kunnen rusten. Dit was de enige manier om afscheid van haar te nemen.
Concentreer je, Eloise Belle. Binnen staat er een hoop op je te wachten.
Bij de grote deur worden we tegengehouden door de gewapende wachters. De grotere man stapt naar voren en zegt iets in het Arabisch waardoor Adil mij abrupt loslaat. De man fouilleert mij met een strak gezicht en nadat hij niks heeft gevonden stapt hij terug. Adil haalt het zakmes uit zijn broekzak en overhandigt hem die.
'Ze is al gecontroleerd op wapens. Houd het mes, zodat hij ver uit haar buurt blijft,' zegt hij kalm. De wachter knikt en gaat weer op zijn plek staan. Plotseling voel ik de loop van Adil' vuurwapen in mijn rug steken. Ik slaak een hoge kreet van schrik.
'Wat doe je?' piep ik.
'Zwijg en loop door,' brult hij. Ik zie hoe de wachters grijnzen. Idioten! Ik bijt alweer op mijn onderlip. Houd je in! Ik doe gespannen wat hij van me vraagt en als we binnen staan valt mijn mond open van verbazing. 'Wow,' fluister ik.
De gigantische kristallen kroonluchter eist al mijn aandacht op. Hij hangt precies in het midden van de hal. Aan de zijkanten van de kroonluchter heb je twee trappen die bovenaan met elkaar verbonden worden. Beide trappen zijn bekleed met een donker rode kleed. Ik kijk mijn ogen echt uit.
'De gouden zaal is die kant op,' zegt Adil terwijl hij tussen de trappen wijst.
'Is dat waar de koning is?' Hij knikt en duwt het vuurwapen in mijn hand. 'En als ze mij nogmaals fouilleren?' vraag ik hem een beetje angstig.
'Dat zullen ze niet doen,' probeert hij me gerust te stellen. Ik stop het vuurwapen aarzelend in mijn broekzak. Adil gaat me voor en opent de gouden deur. Hij pakt me gelijk weer vast en begeleid me naar binnen.
'Ik heb Eloise Belle,' spreekt hij luid. Ik haal diep adem en bestudeer de grote zaal. De zes kroonluchters verlichten de hele ruimte. De gouden vloer weerkaatst het licht. Zelfs de muren zijn van goud.
'Katharina Patrior,' hoor ik een angstaanjagende stem lachen. Ik kijk verward op en merk nu pas dat er vijf mannen hun vuurwapen op me richten. Een van hen is Redouan. Ik houd mijn adem in als ik in zijn moordlustige ogen kijk. De andere is Jack. Zijn knipoog maakt me een stuk kalmer.
'Besef u wel dat u al die tijd Aleser' achternaam droeg?' hoor ik wederom zijn kille stem. Ik verstik me in mijn eigen speeksel en begin hard te hoesten. Patrior. De stem heeft gelijk. Ik droeg al die tijd Aleser' achternaam. Ik bal mijn vuisten. Die schoft!
Hij lacht duivels. Zijn stem weergalmt door de ruimte maar hij is nergens te bekennen. Ik hoor zijn voetstappen dichterbij komen. Vervolgens zie ik hem in een traditionele mantelpak richting de troon lopen. Hij draagt zelfs zijn kroon. Hij gaat zitten en kijkt met een brede grijns op mij neer. Gelukkig sta ik meters bij hem vandaan, anders had ik vast in zijn gezicht gespuugd. Ik blijf bij de deur staan en weiger een stap dichterbij te doen.
'Ik ben hier. Laat hem dus gaan,' val ik meteen met de deur in huis. De koning haalt verbaasd zijn wenkbrauwen op. Waarom kijkt hij zo verrast?
'Mannen,' brult hij bevelend. Een van de deuren in de verte vliegt open en er worden twee lichamen naar binnen gedragen. Allebei hebben ze een zwarte zak over hun hoofd. Ik sla een hand voor mijn mond als ik Aleser' schoenen herken. Zijn kleren zitten onder het bloed. De tranen springen in mijn ogen.
'Wat heb je gedaan!' schreeuw ik. Ik voel hoe iets scherps mijn gezicht raakt en schreeuw het uit van de pijn. Het bloed druppelt uit de wond in mijn wang en beland op de gouden vloer.
'Raak haar verdomme niet aan!' gromt Aleser die zich in de verte los probeert te rukken. 'Als ze maar één schram heeft vermoord ik jullie!' schreeuwt hij.
'Uwe majesteit,' prevelt de man die mij in mijn gezicht sloeg. De koning knikt waarna de man weer opzij stapt. Elke traan die mijn ogen verlaat veeg ik weer verbitterd weg. Ik vertik het om voor zijn neus te huilen.
'Zo praat u niet tegen de koning,' sist de man.
'Vergeef hem. Mijn mannen hebben soms een te kort lontje,' spreekt de koning. Ik wil die verdomde grijns van zijn gezicht afvegen met de loop van mijn vuurwapen. 'Maar vertel eens, Eloise Belle. Hoe was het om met een nieuwe identiteit door het leven te gaan?'
'Heerlijk,' snuif ik. Ik glimlach geforceerd en rol met mijn ogen. 'Je hebt wel een behoorlijk slechte team, vind je niet? Zo makkelijk voor de gek te houden,' lach ik gemaakt. Ik voel nog een klap in mijn gezicht. Dit keer blijf ik rechtop staan en bijt ik slechts op mijn kaken om de pijn te verdragen.
'U heeft in ieder geval het lef van uw moeder,' zegt hij. Voor heel even denk ik aan mijn moeder Jocelyn maar dan besef ik me dat hij het over Amber heeft. Ik recht mijn rug.
'Laat Aleser gaan,' spreek ik zo kalm mogelijk. Hij staat plotseling recht.
'U heeft dus uw keuze gemaakt?' Hij loopt richting Aleser. Wat doet die andere lichaam hier? Heeft hij Radiel gevonden? Heeft hij ontdekt dat Radiel mij had meegenomen?
'Mannen,' brult hij wederom. De zakken worden van hun hoofd gehaald en ik krijg de schrik van mijn leven.
JE LEEST
Eloise Belle
FantasyProloog ... De Koning kantelde zijn hoofd opzij en keek met een glasharde blik naar de samengestelde teams. Hij was ziedend. Na al die jaren was dit niet het moment om erachter te komen dat ze nog leeft. De Prinses had hem een belofte gedaan. Ze zou...