Wat voorafging:
'Ik zal jou met mijn leven beschermen, Eloise Belle. Altijd,' fluistert hij met een zwoele stem en strijkt liefdevol een haar uit mijn gezicht. Mijn ademhaling versnelt zich. Ik glimlach. Opeens vliegt de deur open en word ik uit zijn armen gerukt. Ik kan nog net zien hoe Aleser verwilderd naar me kijkt en de twee mannen die hem aanvallen binnen enkele seconden neerhaalt.
'Aleser,' schreeuw ik geschrokken en probeer me los te rukken. Er wordt een doekje voor mijn mond gehouden en even later wordt het zwart voor mijn ogen.
'ELOISE BELLE,' galmt zijn geschreeuw door de ruimte.
....
'Ze ontwaakt,' hoor ik een vage stem in de verte zeggen. Het eerste wat ik zie als ik mijn ogen langzaam open is een gigantisch witte steen. Ik kom aarzelend overeind en hoor hoe de bladeren onder mijn voeten kraken. Met grote ogen staar ik naar de witte grafsteen die recht tegenover me staat. Wat doe ik hier?
'Dat werd eens tijd,' schrikt een bekende stem me op. Ik draai me snel om en blik fronsend in Noussair's hazelbruine ogen. Hij grijnst, maar zijn vermoeide ogen ontgaan me niet. Het is licht. Hoelang ben ik buiten bewustzijn geweest?
'Wat doe ik hier, Noussair?' vraag ik hem met een schoren stem. Ik kan me nog herinneren hoe ik uit Aleser' armen werd gerukt. Aleser! 'En waar is Aleser?' Hij vouwt zijn handen samen en lijkt behoorlijk nerveus. Het zweet druppelt van zijn voorhoofd af. Zijn kaken staan stijf op elkaar geklemd. Hij weet niet waar Aleser is. Ik stap dreigend naar hem toe maar wordt onmiddellijk vastgegrepen door een van de mannen die naast hem staan. Noussair beveelt de man om me weer los te laten. Ik wrijf pijnlijk over mijn pols. Klootzak.
'Ik kon niet terug gaan voor Aleser, Eloise,' fluistert hij terwijl hij zijn schouders laat zakken. Ik sla een hand voor mijn mond en deins hoofdschuddend achteruit. 'Mijn vaders mannen hadden hem nog voordat mijn mannen naar hem opzoek konden. Ik heb jou daar gelukkig weg kunnen krijgen,' vervolgt hij. Aleser is gevangen genomen door de koning?
'Hoe ben ik hier beland, Noussair? Ik weet nog hoe twee mannen me uit de kamer sleurden en Aleser werd aangevallen. Hoe heb je me daar weg gekregen?' vraag ik met trillende stem. Hij recht zijn rug en wijst naar de man die mijn arm had vastgegrepen.
'Radiel was een van de twee. Hij heeft de andere uitgeschakeld en jou naar de auto gedragen. Verder weet niemand wie je heeft en waar je bent.' Hij probeert met zijn doordringende ogen mijn reactie te peilen. Maar ik kan alleen hevig mijn hoofd schudden. Ik ben degene die de koning moest hebben, niet Aleser. Ik ben degene die hij moest vermoorden. Wat nou als hij? Ik durf er niet eens aan te denken.
'We moeten terug,' zeg ik meteen. Als ik begin te lopen word ik wederom tegengehouden door Radiel. Zijn donkerbruine ogen kijken me streng aan.
'Laat me los, verdomme!' schreeuw ik geïrriteerd. Hij moet stoppen me tegen te houden. Ik zal naar het paleis gaan. Voor Aleser. Ik moet hem daaruit krijgen.
'We gaan nergens heen, Eloise. Mijn mannen houden de boel in de gaten. Ze zullen ons berichten als ze meer weten,' brengt Noussair in. Ik kijk hem met een giftige blik aan en lach vreugdeloos. 'Dus ik moet de zoon van een moordenaar maar geloven? Ik begrijp al helemaal niet waarom je mij beschermt? Jouw vader wilt mij dood hebben en jij bent zijn rechterhand,' sis ik wantrouwig. Noussair slaakt een diepe zucht.
'Je hebt het mis. Ik ben het niet eens met mijn vader. Zijn beslissingen zijn onmenselijk. Ik heb een groep mannen weten over te halen dat dit niet de juiste manier is om mensen te behandelen. En tenslotte heb ik het haar beloofd,' spreekt hij zachtjes. Ik knijp mijn ogen samen. Haar? Als in de haar waar Aleser het over had?
Noussair blikt onderzoekend in mijn ogen. Hij trekt zijn wenkbrauwen op. 'Je weet het niet?' Ik schud mijn hoofd. Ik weet wie "haar" is. De prinses, het kan niet anders. Maar wat moet ze van me? Hij pakt rustig mijn hand vast en trekt me mee naar de - met rozen bezaaide - graf. Hij raakt de spierwitte grafsteen aan.
'Dit is Amber-Lunah Amirmoesz,' begint hij glimlachend. Hij trekt zijn hand terug en raapt een rode roos van de grond. 'de prinses van Abu Dhabi,' vervolgt hij slikkend. Ik rol met mijn ogen.
'Dus?' Hij bijt op zijn onderlip.
'Lieve Eloise Belle, Amber-Lunah Amirzmoesz was jouw moeder.'
JE LEEST
Eloise Belle
FantasyProloog ... De Koning kantelde zijn hoofd opzij en keek met een glasharde blik naar de samengestelde teams. Hij was ziedend. Na al die jaren was dit niet het moment om erachter te komen dat ze nog leeft. De Prinses had hem een belofte gedaan. Ze zou...