Hoofdstuk 28.2

588 25 4
                                    

De hemel lijkt zich af te stemmen op mijn emoties. De wolken kleuren grijs en laten een paar druppels vallen. Net genoeg om de aandacht van mijn tranen te weerhouden. Het bloed heeft zich in het stof van mijn witte gympen ingetrokken en verspreid waardoor er niks meer van de oorspronkelijk kleur over is.

Ik wil de waarheid ontkennen, maar daar is het te laat voor. Zijn woorden hebben mijn gedachten overgenomen, mijn lichaam. Hij is mijn vader.

'Schiet,' herhaal ik na een doodse stilte. Niemand zegt wat. Aleser laat zijn vuurwapen na een lange observatie vallen en stapt naar voren. Ik bestudeer zijn kille gezichtsuitdrukking met een angstige gevoel. Het brengt de nare herinneringen van een paar maanden geleden naar voren. De dag dat ik hem voor het eerst zag. Het begin van alle ellende. Hij heeft precies dezelfde kilte in zijn ogen als dat hij op het kerkhof had. Wat is hij van plan?

'Je hoort wat ze zegt,' brengt hij er zo kalm uit dat de haren in mijn nek recht overeind gaan staan. 'Haal de trekker over,' gromt hij. Hij kijkt geen seconde van de koning weg.

'Wat doe je?' snauwt Noussair. Aleser doet geen moeite om te reageren. Hij blijft de koning met doordringende ogen aankijken. Waar is hij mee bezig? Ik begin lichtjes in paniek te raken. Ik vertrouw Aleser volkomen, maar hij heeft verdomme zijn wapen weggedaan? Mijn ademhaling versnelt en mijn benen voelen nu nog zwaarder aan.

'Aleser?' prevel ik. Waar haalt hij het lef vandaan om de koning zonder vuurwapen zo genadeloos te provoceren?

'Wat? Je blijft er toch zelf om vragen?' zegt hij zonder zijn ogen van hem af te halen. Mijn adem stokt. Ik voel de grip om mijn middel verslappen. Het vuurwapen dat hij tegen mijn hoofd houdt doet minder pijn als voorheen. Dat kan maar een ding betekenen; hij is net zo verward als Noussair en ik.

'Daag mij niet uit, Aleser,' schreeuwt hij. Aleser lacht vreugdeloos. Hij blijft de kilte in zijn blik en stem behouden.

'Schiet,' herhaalt hij. Hij knijpt zijn ogen toe en slaakt een diepe zucht. 'Je wilde het "roodharige meisje" uitschakelen? Waar wacht je op? De prinses en ik hebben je tot nu toe goed voor de gek kunnen houden, maar nu heb je haar eindelijk in jouw bezit en doe je..' er valt een korte stilte. 'precies niks?'

Ondanks dat ik wil schreeuwen dat hij moet ophouden blijf ik stil. Hij heeft gelijk. Ik vroeg er zelf om. De versnelde ademhaling van de koning voelt als messen steken in mijn nek. Hij is woedend.

'Ik ben de koning van Abu Dhabi. Ik ben Abdul-Shakur Tayyib, niemand houdt mij voor de gek!' schreeuwt hij zijn longen uit het lijf. Het wapen glijdt een stukje van mijn hoofd af. In een fractie van een seconde haalt Aleser een tweede vuurwapen uit zijn binnenzak en lost een kogel. De windvlaag van de schot wordt gevolgd door een luidde piep. Net voordat ik kan beseffen wat er gebeurt wordt ik hardhandig meegetrokken door Noussair. Ik kijk om naar Aleser die het vuurwapen in een snelle beweging uit de hand van de koning slaat. Hij heeft hem in zijn schouder geraakt. Precies op de plek waar Jack hem ook raakte. De koning zakt door zijn knieën en schreeuwt het uit van de pijn.

'Zo voorspelbaar,' lacht Aleser. 'Een koning kan zijn gevoelens onder controle houden. Zijn kalmte bewaren. Een koning is altijd alert. Jij bent slechts een krankzinnige psychopaat.'

'Zo is het wel genoeg, Aleser.' Ik draai mij om naar Amber die tussen de bomen verschijnt. Haar rode lokken maken dansende bewegingen bij elke stap die ze neemt. Ze bekijkt mij van top tot teen alvorens ze mij stilzwijgend in haar armen neemt. Ik sla mijn armen opgelucht om haar heen en glimlach kort naar Noussair die naar me knipoogt. Amber maakt zich rustig van me los om mij wederom bezorgt te observeren.

'Breng haar naar huis, Noussair.' Ik doe onmiddellijk een stap achteruit en schud mijn hoofd. 'Ik ga nergens heen,' roep ik terwijl ik mij naar de koning omdraai. Hij drukt zijn handen op zijn wond en kijkt op naar Amber die naast mij komt staan.

'O Abdul,' fluistert ze peinzend. 'Wat is er toch met jou gebeurt? Een leger op jouw bloedeigen dochter afsturen? Iedereen die in de weg staat uitschakelen? Wat is er gebeurt met de Abdul waar ik zielsveel van hield? Waar is de man gebleven die iedereen zo liefdevol behandelde? Nu geef je zoveel meer om macht en trots dan om jouw eigen bloed.' Ik hoor haar stem breken. Ze pakt mijn hand vast en knijpt er zachtjes in.

De woede die ik altijd probeer te onderdrukken vind dan eindelijk zijn weg naar de oppervlakte. Mijn bloed kookt. Ik trek mijn hand zachtjes los en laat mezelf vlak voor de koning op mijn knieën vallen. Ik pak zijn kin ruw vast en begroet zijn ogen met een vurige blik.

'Kijk naar me,' schreeuw ik als hij zijn ogen neerslaat. Ik probeer mijn trillende stem onder controle te houden. 'Kijk om je heen. Kijk wat jouw haat jegens mij heeft aangericht!' Hij lacht vreugdeloos. Ik sla hem zonder enige twijfel in het gezicht.

'Je bent een bastaard. Ik zou zelfs de wereld met de grond gelijk maken om jou te vinden. Het enige waar ik spijt van heb is dat jij nu levend tegenover mij zit.' Zijn woorden doen mij niks, probeer ik mezelf te vertellen.

'Je hoeft niet naar hem te luisteren. Laat mij er een einde aan maken, Eloise Belle,' gromt Aleser. Ik schud mijn hoofd en kijk de koning diep in de ogen aan.

'Het enige wat je hiermee hebt bereikt is dat jouw zogeheten volk jou zal verafschuwen. Ik ga ervoor zorgen dat ze alles, maar dan ook echt alles over de afgelopen maanden te weten krijgen. Niet alleen hetgeen wat ik op de persconferentie tegen hun zei. Ik zal daar zijn, grijnzend op hen neerkijkend terwijl ze het nieuws laten bezinken. Niemand zal zich jou herinneren als een eervolle of machtige koning, maar als de lafaard die je bent. En na een paar weken zullen zij jou vergeten. Je zult geen legende voor hen zijn, maar een plaag. Een plaag waar eindelijk een einde aan is gekomen.' Hij fronst. Ik kan de angst in zijn ogen lezen. Hij geloofde alles. En ik meende elke woord. Ik breng mijn lippen rustig naar zijn oor. 'Dit is mijn belofte aan jou,' zeg ik elke woord voorzichtig, waarna ik zonder naar hem om te kijken opsta en wegloop. Aleser neemt mij in een stevige omhelzing en plant een kus op mijn hoofd. 'Jij hebt hem verslagen,' fluistert hij. ik klamp me aan hem vast en laat mijn hoofd op zijn borst rusten. Zonder Aleser zou ik hier nu niet zijn. Hij heeft hem verslagen.

'Wat wil je met hem doen?' onderbreekt Noussair de stilte. Ik ben niet de enige die hij de vraag stelt. Hij richt, na een korte knik naar mij, zijn volledige aandacht op Aleser.

Hij verstijft. Zijn ogen houden mijn blik gevangen. Smekend naar een antwoord. Hij zal niks doen zonder mijn toestemming, ook al wilt hij de koning tot het uiterste laten bloeden. Ik lees de overduidelijke duistere verlangen in zijn ogen. Zonder naar de koning om te kijken, wetend wat ik op dit moment voel kijk ik vastberaden terug.

'Maak er een einde aan,' zeg ik. Als dit alleen om mij ging had ik de woorden niet makkelijk uitgesproken. Echter ben ik niet de enige wier leven hij in een hel veranderde. Als we hem laten gaan zal hij alleen maar doorgaan met levens verwoesten. Aleser moet dit doen. Niet alleen voor Jack, maar ook voor Amine en alle anderen die hij om het leven heeft gebracht.

Aleser bekijkt mij van top tot teen, zoekend naar de twijfel in mijn blik, naar de verandering in mijn houding. Niks. Hij glimlacht trots en buigt zich voorover om mij vervolgens zacht en kort te kussen. Ik beantwoord zijn kus opgelucht en liefdevol. Wij hebben hem verslagen.

'Ik zal hem pijnigen, Eloise Belle. Voor Jack. Voor jou.' 

Eloise BelleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu