Hoofdstuk 20.3

2K 123 29
                                    

Ik grijp direct naar een van de vuurwapens die Jack op de tafel gooit. Hij glimlacht naar me en ik besef dat iedereen naar me staart.

'Wat?' vraag ik een beetje te bot. We staan met z'n vieren in een verlaten pakhuis. In het bos konden we gezien worden door anderen. Daar waren we niet veilig en dus besloot Noussair om naar een van de verlaten pakhuizen in de haven te verhuizen. Het enige wat hier staat zijn een paar tafels en lege dozen.

'Eloise?' haalt Noussair' stem me uit gedachten. Ik kijk hem vragend aan. Hij schud zijn hoofd. Ik glimlach beschaamd. Dit was al de zoveelste keer vandaag dat ik niet oplette. De zoveelste keer dat ik in gedachten verzonk.

'Jack vroeg of je überhaupt wel weet hoe een geweer werkt?' Mijn ogen schieten gelijk naar Jack. Ik heb hem helemaal niet alleen kunnen spreken. Hij lijkt me te ontwijken. Elke keer wanneer ik een gesprek wil starten loopt hij van me weg. Ik frons gefrustreerd.

'Natuurlijk weet ik dat,' sis ik zomaar . Noussair loopt om de tafel en komt erg dichtbij staan. Hij pakt het vuurwapen uit mijn hand en zegt vervolgens iets wat ik niet versta. Radiel knikt en loopt naar de muur. Hij trekt twee rode lijntjes wat een grote x vormt. Hij loopt iets verder en doet daar precies hetzelfde, alleen is deze iets groter. Ik volg hem met toegeknepen ogen.

'Dat is jouw doelwit,' spreekt Noussair terwijl hij naar de grote x wijst. Ik voel mijn wangen rood kleuren. Ik heb nog nooit een kogel gelost. Oom Steve heeft me een paar keer uitgelegd hoe je een vuurwapen moet ontladen, maar nooit hoe ik de trekker overhaal. We zijn nooit verder gekomen dan dat. Waarom heb ik toch zonder nadenken een antwoord gegeven? Ik weet helemaal niet hoe het moet!

Hij overhandigt Jack het vuurwapen en even later staat Jack naast me. Hij glimlacht kort, richt het vuurwapen op de kleine x en doet vervolgens iets waardoor ik een klik hoor. Ik spring in de lucht als hij een kogel lost en de x precies raakt. De harde knal doet me een paar stappen achteruit lopen. Hij kijkt me scheef aan.

'Wat is er?' vraagt hij me verward. Ik kijk hem met lege ogen aan en plotseling vervaagt mijn zicht. In plaats van Jack staat Danny nu voor me. Hij staart me met grote ogen aan en als ik de mijne laat zakken zie ik de rode vlek op zijn shirt.

'Danny,' piep ik. Hoe kan dit? Hoe kan ik hem zien? Doe het niet, Eloise. Je kunt de koning niet vermoorden, spreekt hij peinzend. De tranen springen in mijn ogen. Nu druppelt het bloed op de grond. Ik ren naar hem toe en druk mijn hand op zijn open wond. Precies de plek waar hij door Kazuko is geraakt.

'Stil maar,' fluister ik snikkend. Hij pakt mijn hand vast en duwt hem omlaag. Door hem te vermoorden zul je haar nooit vinden. Ik staar verwilderd naar het bloed wat aan mijn handen kleeft.

'Wie moet ik vinden? Als ik het niet doe vermoord hij mam en pap. Hij zal iedereen vermoorden. Waarom vraag je dit van me, Danny?' schreeuw ik naar hem toe. Hij glimlacht liefdevol. Voor haar, fluistert hij voordat hij in het niets verdwijnt.

'Danny!!' schreeuw ik huilend. Ik voel hoe twee handen me vastgrijpen en me door elkaar schudden.

'Kijk me aan, Eloise,' hoor ik een vage stem in de verte roepen. 'Dit komt vast door dat spul. Je zei verdomme dat het niks was,' hoor ik een andere stem schreeuwen. Ineens komt mijn zicht terug en kom ik oog in oog te staan met een geschrokken Jack. Verderop staat Noussair tegen Radiel te schreeuwen.

'Het spijt me, prins. Er mankeerde haar niks toen ze wakker werd. I-ik weet echt niet waarmee hij haar heeft gedrogeerd,' stottert Radiel.

'Ze is terug,' spreekt Jack opgelucht. De tranen zijn inmiddels opgedroogd en mijn ogen staan wederom leeg. Zelfs in mijn hoofd is het behoorlijk rustig geworden. Ik kan nergens aan denken. Ook niet aan wat een paar seconden geleden gebeurde. Noussair snelt naar me toe en duwt Jack van me weg. Hij pakt mijn handen vast en knijpt er zachtjes in.

'Wat zag je?' vraagt hij me bezorgd.

'Dat doet er niet toe,' antwoord ik emotieloos. Het is voorbij, probeer ik mezelf te kalmeren. Danny is weg. Ik blik op Noussair en recht mijn rug.

'Kunnen jullie Jack en mij even alleen laten?' Hij trekt zijn wenkbrauwen op. 'Echt niet. We moe...' 'Alsjeblieft,' onderbreek ik hem vermoeid. Hij slaakt een diepe zucht.

'Jullie krijgen twee minuten.'

'Bedankt, prins,' fluister ik. Hij grijnst en beveelt Radiel om hem te volgen. Even later staan Jack en ik alleen. Ik besluit om hem niet te vragen hoe hij wist wie ik echt ben. Als hij me dat wilde vertellen had hij dat allang gedaan.

Wat Danny zei klopt niet. Ik moet hem wel vermoorden. Als ik dit niet doe zal hij iedereen die van mijn bestaan af weet vermoorden. Mijn ouders. Het zijn niet jouw echte ouders. Ik schud mijn hoofd in gedachten. Oom Steve. Ryan en zijn familie. Zelfs Sahar' gezin. Aleser. Jack. Radiel en noem maar op. Misschien zelfs zijn eigen zoon. Zo'n monster lijkt hij me wel.

'Wat wil je bespreken, Eloise?' vraagt Jack me verward.

'Je moet me leren overweg te kunnen met een vuurwapen. Je moet me leren schieten, Jack.' Hij fronst zijn voorhoofd.

'Kon je dat dan niet? En het is niet zo dat je de trekker moet overhalen,' lacht hij zachtjes. Ik kijk hem bloedserieus en vastberaden aan. Zijn lach verdwijnt als sneeuw voor de zon.

'Leer me hoe ik de koning moet vermoorden.'



Eloise BelleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu