Hoofdstuk 16.2

1.5K 124 7
                                        

Nadat Ryan zijn koffers naar de logeerkamer heeft gebracht holt hij naar beneden om mij wederom in zijn armen te nemen. Zijn aanwezigheid is letterlijk hartverwarmend. Het hart wat voorheen neigde te veranderen in een zwarte gat krijgt weer wat kleur. Wie had dat ooit gedacht? Ik slaak een diepe zucht en geniet nog eventjes van zijn regelmatige ademhaling.

'Ik heb je zo erg gemist,' herhaal ik fluisterend. Hij omhelst me nog strakker en plant een kus op mijn haar.

'Ik jou nog meer.' Het blijft een tijdje stil. Zal ik het hem vragen? Moet ik de rustgevende stilte verbreken? Ik aarzel even, maar besluit toch de knagende vraag te stellen.

'Heb je ze vertelt over... je weet wel,' probeer ik zo zachtjes mogelijk te vragen. Hij laat me abrupt los en neemt een stap achteruit. Ik voel zijn ogen in mijn gezicht branden, maar durf niet op te kijken. Zijn plotselinge afstandelijkheid zegt genoeg. Ik heb mijn antwoord al.

'Ik heb ze niet kunnen spreken,' geeft hij toe. Als ik nu opkijk, zal hij de enorme teleurstelling onmiddellijk in mijn ogen lezen. En ik wil hem niet afschrikken, dus sluit ik mijn ogen voor een paar tellen. Net genoeg om me te herpakken. Hij heeft ze niet gesproken. Hij heeft mijn ouders niet vertelt over mijn situatie. Ze denken nog steeds dat ik ergens onder de grond lig weg te rotten. Ze rouwen... om beide kinderen.

'Ik kon het niet, Katharina,' zegt hij na een lange stilte. De spanning is om te snijden. Mijn hart bloedt bij de gedachten aan mijn onwetende ouders. Er ontsnapt een traan uit mijn ooghoek, die ik meteen weg veeg. Ik slik de volgende tranen in en kies mijn woorden zorgvuldig uit. Hij noemde me Katharina.

'Ik begrijp het,' lieg ik. 'We lunchen hier om twee uur. Ik zie je dan, goed?' vervolg ik kalm. Het was geen vraag, maar eerder een afsluiting van het onderwerp. Hij knikt, waarna ik stilletjes van hem weg loop.

Zodra ik in mijn slaapkamer sta blik ik in de grote spiegel die in de inloopkast staat. Mijn ogen dwalen onmiddellijk af naar de groenachtige vingerafdrukken om mijn hals. De blauwe plekken die ik heb overgehouden aan het gevecht met Ellie zijn duidelijk aan het wegtrekken. Ik weet nog dat het Ines pas een paar dagen na mijn komst opviel, omdat ik het zo goed mogelijk camoufleerde met make-up of grote kettingen. Ze heeft er gelukkig geen woord over gerept.

Ik ga dichterbij de spiegel staan en bestudeer mijn litteken onder de groene plekken. De litteken die ik aan Kazuko' mes heb overgehouden. Er trekt een huiveringwekkende rilling over mijn rug. De gedachten aan de moordenaar bezorgt me een naar gevoel. Ik ben blij dat hij achter slot en grendel zit. Maar toch kan ik het gevoel dat ik onveilig ben niet loslaten. Zelfs een paar duizend kilometers verderop.

'Ik zocht je al,' haalt Ines' bezorgde stem me uit gedachten. Ik draai me niet naar haar om en blijf naar de litteken staren. Naar de schade die Kazuko en Ellie hebben aangericht.

De beelden van de jongeman die voor mijn voeten neerviel dringen ongevraagd mijn gedachten binnen. Het bloed. Zijn gezicht waarin te zien was dat het leven uit hem werd gezogen. Ik denk terug aan de ontvoering die daarvoor plaats vond. Aan alle wapens die men op mij heeft gericht. Aan de haat. Aan Redouan die me wilt vermoorden. Aan Lydia' woorden.

Ik kijk angstig om me heen. Het voelt alsof ik nu pas ontwaak uit een eeuwige droom. Het voelt alsof ik Ines nu voor het eerst echt zie. Alsof alles om me heen weer gloednieuw is. Kazuko. Redouan. Ellie. Een Koning. Een Prinses. Ik besef nu pas hoeveel ongewenste vijanden ik wel niet heb. Het kan vast dat ik er nog een paar ben vergeten.

Mijn hart gaat razend tekeer. Kijk in de sporttas die Ryan je de dag dat je vertrok meegaf. Mijn onderbewustzijn wenkt ongeduldig naar de tas die in de kast ligt. Ik loop er met knikkende knieën naartoe en maak hem trillend open. Ergens in de verte hoor Ines iets zeggen, maar ik ben te ver in gedachten verzonken om het te verstaan. Ik haal de zwarte kunstboek uit de tas en kijk er met glazige ogen naar. Mijn gevoel vertelt me dat hetgeen wat hierin zit me niet zal bevallen. Maar door het aandringen van mijn onderbewustzijn sla ik hem toch open en ontdek het zwarte boekje wat erin zit. Ik haal hem eruit. De uitstekende logo op de kaft trekt onmiddellijk mijn aandacht. Het is een gouden kroon.


Eloise BelleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu