• 107 •

5.5K 95 3
                                    

Kom op Mila, je kan het. Ik klop op Nate's kantoor deur die op een kiertje staat. "Hij is open!" Roept hij vanuit zijn kantoor.

Ik open voorzichtig en vol tegenzin de deur en zie dat Nate aan de telefoon is. Hij loopt met een grote glimlach anar me toe en zegt dan: "Moeder ik moet ophangen, mijn meisje is er."

Hij hangt de telefoon op en vraagt me dan of ik toch ben teruggekomen voor die tweede ronde.

"Meneer Koster, kunnen we het heel even professioneel houden? Ik kom u wat vragen."

Nathan's brutale glimlach verdwijnt en in plaats daarvan fronst hij zijn wenkbrauwen. Hij probeert mijn gezichtsdrukking af te lezen.

"Mijn excuses mevrouw de Bruijn, ga verder."

"Ik was aan het de-, denken," stamel ik doordat ik twijfel of dit de juiste manier is, "kunnen we na werk naar jouw huis?"

"Natuurlijk," zegt hij met een kleine glimlach, "ik had eigenlijk iets gepland voor ons vanavond."

Oh alsjeblieft niet. Dat kan mijn hart nu niet aan.

"Je weet dat ik geen goede kok ben, maar ik dacht dat we misschien samen wat konden gaan koken. Je zou het me kunnen leren. Ik kan niet beloven dat ik er erg goed in ben, maar ik wil iets voor je koken." Stamelt en ratelt hij aan één stuk door. Ik twijfelde even of ik hem moest onderbreken, maar ik kon het niet. Ik moest weten wat hij ging zeggen.

Het raakt me diep in mijn hart. Waarom kiest hij er nou voor om precies op dit moment zo lief en aandoenlijk te zijn? Het is alsof hij weet dat er iets aan de hand is.

"Dus wat zeg je ervan?" Vraagt hij me.

"Nathan kan ik je alsjeblieft nog iets vragen?" Vraag ik hem zonder te antwoorden op zijn vraag. Hij kijkt me verbaasd aan en vraagt of alles goed gaat. Het gaat niet goed, natuurlijk gaat het niet goed. Het gaat zelfs verre van goed. Het spijt me zo, Nate.

"Alles gaat goed, ik wou gewoon vragen of we naar jouw huis konden gaan om even te praten over iets."

Hij kijkt me aan, het lijkt wel alsof dit moment jaren duurt. Hij lijkt elk woord nog eens te herhalen en in zich op te nemen. Maar dan zegt hij eindelijk iets.

"Dat is goed, mevrouw de Bruijn. Ik heb wel een aantal vergaderingen vanavond, die zouden uit kunnen lopen. Vind je het erg om op mij te wachten? Ik breng je graag naar mijn huis namelijk."

Het is alsof er een knop in zijn hoofd is omgezet. Hij is weer terug naar zijn formele, gesloten zelf. Geen grapjes of schattige grijnzen. Gewoon de kille, afgesloten meneer Koster. Het deed me pijn.

"Kan je me laten weten wanneer je vergaderingen klaar zijn?" Vraag ik hem met pijn in mijn hart. "Natuurlijk, mevrouw de Bruijn," zegt hij me, "Was dat alles? Ik heb nog werk te doen."

"Ja, dat was alles. Bedankt voor uw tijd."

"Fijne dag, Mila. Kan je de deur achter je sluiten?"

My Boss, My Boyfriend [PART 1]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu