Hoofdstuk 66.

103 4 0
                                    

~ vanuit Nils ~
Ik hou mijn handen op m'n buik. Ik hoor Amber tegen Hanna gillen. Hanna duwt Amber op de grond en trapt tegen haar hoofd. "Amber!" Schreeuw ik. Ik duw Hanna weg en til Amber op. "Amber!" Roep ik. Daan houd Hanna vast. "Als je nu niet ophoud gooi ik je van de reling af!" Roept hij. Hanna houd op. "Kap met Amber haten, zij kan er niks aan doen dat ze Nils leuk vind". Hanna huilt en knikt. Amber opent haar ogen. "Ik wil niet meer leven!" Gilt ze. Ik knuffel haar. "Amber asjeblieft" zeg ik zacht. Hanna loopt naar Amber toe maar ik duw naar weg. "Blijf van haar af!" Roep ik. Daan gaat naast Amber zitten. Ik duw Hanna tegen de muur. "Door jou wil mijn meisje zelfmoord plegen weet je dat!" Schreeuw ik. "Ja dat moet ze ook doen!" Gilt Hanna. "Ik haat je!" Schreeuw ik. Ik duw Hanna weg. Yara en Hanna rennen weg. Ik ga bij Amber en Daan zitten. Amber huilt. Ik sla mijn armen om haar heen. "Meneer, u was te laat hoor!" Hoor ik Daan roepen. Ik laat Amber los en draai me om. Ik zie de mentor en twee andere docenten staan. "Jullie hoeven deze week niet meer op school te komen, we bellen jullie en regelen alles met de leerlingen" zegt hij. Daan knikt. Ik help Amber overeind. Ze pakt mijn hand en knijpt erin. "Tot ziens" zegt Daan. De mentor knikt. We lopen naar beneden. Er staan allemaal kinderen. We lopen langs ze. Allemaal haar blikken. Ik loop met Amber naar m'n kluisje. "Nils? Amber? Wat is er aan de hand?" Hoor ik Owen roepen. Amber valt in zijn armen. "Ze haten mij"'zegt ze zacht. Ik trek me jas aan. "Kom we gaan naar huis". Ik pak mijn fiets. Amber gaat achterop zitten. Ze slaat haar armen om me heen. Samen met Owen en Daan fiets ik naar huis. Ik open de deur. Amber huilt nog steeds. "Dezelfde hel als vroeger" zegt ze. Ik sla mijn armen om haar heen. Ze maakt zich los uit mijn greep en loopt naar de keuken. Ze draait zich naar mij om. Alsof ze mijn ogen in haar rug voelt branden. "Ik pak wat drinken, rustig" zegt ze glimlachend. Ik knik en haal opgelucht adem. Daan zit met Owen te praten. Ik ga naast Daan zitten. "Jezus wat kut allemaal" zegt hij. Ik knik. "Het is ook heel zwaar".

~ vanuit Amber ~
Ik maak een pak sinaasappelsap open. Ik ga me niet snijden. Ik ga me niet snijden. Nils wil het niet dus doe het niet, voor Nils. Ik breng de glazen en loop terug naar de keuken. Ik voel dat Nils naar me kijkt. Hij past echt op me. Ik pak een choco reep en loop de kamer weer in. Ik ga scheef bij Nils op schoot zitten en sla zijn armen om mijn buik. Mijn benen raken die van Daan. "Ik ga nooit meer dat gebouw in" zeg ik boos. "Ik ook niet" zegt Nils. Ik heb gelukkig hun nog. En Sharon natuurlijk. Rein is weg, of nou ja zo voelt het. Ik vond hem echt een goede vriend. "Amber wat is er?" Vraagt Daan. Ik kijk hem aan. "Ik weet nog dat Rein zei..." Begin ik. Er stromen tranen over mijn wangen. "Dat Rein zei dat hij er altijd voor me zou zijn en me altijd zou beschermen" zeg ik zacht. "Ja, toen met je tante" zegt Nils. "Dat weet ik ook nog" zegt Daan. Ik veeg mijn tranen weg. "Nu laat hij me toch stikken!" Ik draai me om naar Nils. Hij legt zijn hoofd op mijn schouder. "Misschien weet Rein niet dat Hanna en Yara dit doen" zegt Owen. Ik kijk hem boos en verbaast aan. En ook verdrietig. "Neem je het nou voor je, op?" Vraag ik met trillende stem. "Nee zo bedoel ik het niet!" Zegt Owen snel. "Maar dit is niks voor Rein om zo te doen". Daan knikt. "Toch doet hij zo" zegt Nils.

~ vanuit Rein ~
Ik loop door de gangen van de school. Waar zijn Hanna en Yara?. Ik loop de hoek om en zie ze zitten. "Rein!" Gilt Hanna. Ik loop naar ze toe. "Nils, Daan en Amber hebben ons net in elkaar geslagen" zegt Hanna. Ik kan wel door de grond zakken. Of ontploffen? Idk. "Ja en Daan ging me bedreigen" zegt Yara. Ik pak een stoel. "Maar waarom dan allemaal?!" Roep ik uit. "Omdat ze jou pijn willen doen dat zie je toch!" Roept Hanna. Ik kan wel janken. Zouden ze dan echt zo doen? Ik snap het niet meer. "En Nils fluisterde ook in mijn oor dat hij bij Amber blijft om jou pijn te doen" zegt Hanna. "Niet waar" zeg ik fel. "Wel waar!" Zegt Hanna boos. Ik haal een hand door mijn haar. "Dan zal Nils haar hart breken" zeg ik zacht. "Ja inderdaad" zegt Yara. Ik sta op. "Ik ga nu naar ze toe!" Ik loop weg. Waarom doet Nils zo? Waarom? Liegen ze soms tegen me?...

"Amber, don't give up.." || Mainstreet FanfictieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu