Ze keek even rond. Dit was nieuw voor haar. Haar eigen huis was veel kleiner. Twee kleine kamertjes maar. Eentje voor haar. Eentje voor Rayhan. Ze glimlachte en dacht aan haar lieftallige zus. ze hield zielsveel van haar.
Ze pakte haar telefoon uit haar zak en belde naar haar zus. Rachida hield geen rekening met de tijden. "Hallo," zei een actieve stem. Rachida grijnsde bij het idee dat bij haar opkwam. Ze zou haar zus terugpakken.
"Ja hallo, u spreekt met Zakaria Tahir. De verloofde van Rachida. Hoe gaat het met je, schoonzusje?" zei ze met een zware stem. Ze hoorde aan de andere kant, hoe haar zus zich verslikte. Even was het stil.
"Wat! Je liegt. Rachida zou nooit met je trouwen," zei Rayhan koppig. De grijns van Rachida werd breder. "Je bent niet grappig Rachida! Sukkel!" riep haar zus lachend. Rachida lachte niet. Ze hield het met moeite in.
"Het is niet grappig mevrouw Marrabou. Oftewel mevrouw Boumakdi. Hoe gaat het met Aymane? Rachida heeft alles verteld," ging ze met een zware stem verder. Je hoorde hoe Rayhan haar adem inhield.
"Zeg dan maar tegen Rachida dat Aymane vreemd is gegaan." Rachida kon het niet meer inhouden en riep uit: "Wat! Hoe bedoel je hij is vreemd gegaan! Ik hang hem op," riep ze kwaad uit.
Ze hoorde aan de andere kant gelach. Maar dit keer niet alleen van haar zus. "Nou nou, schoonzusje. Wilde je me echt ophangen?" Rachida werd rood. "Hoi zwager. Sorry, het kwam er zomaar uit," loog ze.
Ze lachten en gingen verder praten. Na een kwartiertje hing ze op. Ze keek naar de koelkast. Dit leek meer een grote huis dan op een hotel. Beneden had je een grote zaal waar je gezamenlijk kon zitten. Met een koelkast en een bar.
Ze keek erin en zag melk tussen in. Ze pakte het en schonk voor zichzelf in. "Verloofd? Hmm. Rachida Tahir. Zie je het al voor je?" Ze verstijfde en bleef stokstijf staan. "Wat is er, zonnestraaltje? Geschrokken?"
Ze verstijfde nog meer. Waarom noemde hij haar zonnestraaltje? Had hij het gehoord wat ze net allemaal had gezegd? Haar wangen werden rood. De man intimideerde haar. Maar ze was te trots omdat te zeggen of te laten merken.
"Wat is er? Ben je bang geworden?" fluisterde hij in haar oor. Ze voelde zijn schouder tegen de hare. Zijn adem streek langs haar nek wat kippenvel zorgde. Ze draaide om en haar gezicht was een paar centimeter voor de zijne.
"Niet verkeerd denken. Ik zei het alleen om mijn zus te laten schrikken," zei ze zachtjes. Een glimlach sierde zijn lippen. Het sierde ook zijn knappe gezicht. Keer op keer schrok ze door zijn schoonheid.
Een zachte krul viel naar voren. Onbewust deed ze het weer naar achteren zodat het op zijn hoofd lag en niet voor zijn ogen. Ze trok haar hand gelijk terug. "Zou je het willen? Mijn verloofde zijn?" vroeg hij. Hij pakte haar polsen vast.
Ze zei niks tegen hem. Ze beantwoordde zijn vraag niet, "Laat me los," zei ze. Hij schudde met zijn hoofd. Hij duwde haar zachtjes naar achteren en ze kwam tegen de koelkast. Ze rilde over haar rug. Hij grijnsde.
"Is mevrouwtje bang?" vroeg hij met een sluwe glimlach. Ze kneep haar ogen fijn. "Aha, je wolventanden zijn weer tevoorschijn gekomen, Zak." Zijn sluwe glimlach verdween. "Zak?" vroeg hij alsof hij iets heel geks had gehoord.
"Ja. Afkorting van Zakaria. Aangezien je arrogant bent, en een zak bent, vind ik het wel bij je passen." Hij grijnsde weer. "Weet je wat er bij jou past?" Ze zweeg. "Heb je ooit een rode jurk aangetrokken?" Ze verstijfde weer.
De man maakte haar verdomd bang. Maar ook boos. Ze zou zich door niemand intimideren. En al helemaal niet door een zak als hem. "Laat me los!" siste ze tussen haar tanden. Hij negeerde haar en praatte verder.
"Waarom negeerde je de vraag van Dina? Ik heb je eruit geholpen, maar vertel het me. Wat is er aan de hand? Waarom werd je huilend wakker? Wie is dichtbij maar ook zo ver tegelijk,"
vroeg hij in één keer.Ze wendde haar gezicht van hem af. Zijn blik bleef op haar lippen hangen. "Niemand," zei ze. Hij boog naar voren. "Je liegt," fluisterde hij naar haar lippen. Ze werd nerveus door hem. Bijna, en ze zou alles vertellen.
Ze bewoog heen en weer met haar lichaam. Hij gromde iets onbeleefds in haar oor. Ze stopte gelijk met bewegen. "Je bent een viespeukje, zonnestraaltje," zei hij. Ze zag hem grijnzen wat haar nog bozer maakte.
"Laat me los! Je bent irritant. Ik wil gaan slapen laat me met rust, Zak!" riep ze boos naar hem uit. Zijn ogen keken haar aan en hij boog onverwachts naar voren. Voor haar lippen bleef hij en ze wendde haar gezicht.
Zijn kus kwam in haar nek. "Hmm," gromde Zakaria. Hij snoof haar geur op en liet haar los. "Je bent nog lang niet van mij af," zei hij tegen haar. Ze keek hem met grote ogen na en zuchtte. Bijna, en ze had gezoend met hem. Met Zakaria Tahir.