"Negeren is het beste," zei Illias en klopte op de rug van Zakaria. "Wat" vroeg Zakaria. Ze liepen uit de grote kamer. De vergadering was sloom verlopen. Ze hadden alweer een nieuwe modeshow gepland, maar ditmaal was het budget niet zo groot. "Probeer niet aan Ghizlane te denken."
Zakaria keek zijn vriend met een opgetrokken wenkbrauw aan. "Ik denk ook niet aan haar." Hij woelde door zijn pikzwarte haren. Illias reageerde hier niet op. "Ik moet gaan. Ik spreek je tegen de avond," zei Illias en nam afscheid. Zakaria liep naar zijn kantoor en ging zuchtend zitten. Hij had een hoop werk te doen.
Hij voelde zich deels opgelucht. Hij vertrouwde Rachida blind. Daar niet van, dacht hij. Maar wat nou als iemand het weet? Hij schudde zijn gedachtes van zich af. Hij wist dat mensen soms grote oren hebben. Vooral de pers. Hij troostte zichzelf met het feit dat ze alleen waren.
Hij dacht na over het volgende jurkje. "Waarom een jurk? Het kan ook iets anders zijn."'Zakaria keek op. Hij zette een grimas op nadat hij zag dat het Ghizlane was. "Ik dacht dat wij uitgesproken waren." Ghizlane lachte en nam plaats tegenover hem. "Dat dacht jij. Jouw gedachtegang klopt niet."
Ghizlane pakte een potlood en begon er mee te spelen. "Die van jou wel, zeker?" vroeg hij sarcastisch en leunde achteruit. "Zal ik je helpen met het bedenken van een kledingstukje?" Zakaria keek haar ditmaal neutraal aan. "Nee, je kan vertrekken. Dat zou beter zijn." Ghizlane negeerde zijn woorden.
"Vroeger was ik jouw inspiratiebron. Is Rachida dat nu?" vroeg Ghizlane met een walging in haar stem. Ghizlane keek boos op. "Is zij nu mijn vervanging? Vertrouw jij haar?" vroeg ze. Zakaria kneep zijn ogen fijn. "Wat wil je hiermee bereiken?" citeerde hij de woorden van Rachida.
"Zij is niet beter dan ik. Ik weet dat jij nog steeds gevoelens voor mij hebt. Ik weet dat je van mij houdt. Waarom ontken je het? Waarom kunnen we gewoon niet verder met onze leven." Zakaria leunde boos vooruit. "Ik houd niet van je. Je betekent niks voor mij. Jij bent niks vergeleken met Rachida."
Ghizlane keek hem gekwetst aan maar ze vermande zichzelf snel. "Ze is slechts een troost voor jou. Ze betekent niks voor je. Noch houd je van haar." "Ze betekent veel voor mij. Meer dan dat jij ooit voor mij betekende," zei hij naar de waarheid. Ook hijzelf was verbaasd over zijn gevoelens die hem overmande.
"Ik houd wel van Rachida. Zij is niet zoals jij." Hij keek haar diep in de ogen. "Ik weet nu ten minste dat ik geen leugenaar tegenover mij heb, wanneer ik in de ogen van Rachida kijk. Maar wanneer ik naar jou kijk weet ik weer met wat voor leugenaar ik te maken heb." Hij leunde weer achteruit.
Haar hart kromp ineen. "Het spijt me!" riep ze uit. Zakaria schudde met zijn hoofd. "Die dag toen ik jou daar zag. In de armen van Illias. Je lachte slechts naar me toe," riep Zakaria terug. "Jij hebt mij verraden! Je had mij trouw beloofd! Je zou eeuwig van mij houden. Leugens. Net als jouw hele persoonlijkheid."
"Ja, ik weet het. Ik heb het verkeerd aangepakt. Maar het spijt me. Ik houd echt van je! Ik zal je altijd trouw blijven. Toentertijd was ik verblind door het geld. Ik vergat mijn dierbaren. Het spijt me," zei ze en keek naar haar handen. Zakaria keek haar slechts aan. Dit was weer de kwetsbare Ghizlane.
De Ghizlane die hij had gekend. Het meisje waarvan hij heeft gehouden. Het meisjes dat veel voor hem betekende. Maar zijn hart miste geen slagen wanneer hij haar zag. Zijn hart miste slagen zodra hij Rachida zag. Hij had het toegegeven. Hij hield van haar. Zoveel dat het hem angst aanjoeg.
Ja, hij wist wat dat over hem zei. Dat hij verloren was. Maar hem hoorde je niet klagen. Hij glimlachte. Hij hield van Rachida, en dat kon hij niet negeren. "Ooit keek je met die blik naar mij," zei Ghizlane. Zijn observatie van Rachida werd wreeds verstoord door de werkelijkheid.
"Dat was vroeger. Toen was ik nog zo naïef om te denken dat jij van mij hield. Dat was toen. Zo, nu heb je je zegje gedaan en kan je vertrekken. Dag Ghizlane." "Wil je niet weten waarom ik naar Illias ben gegaan?" Zakaria zweeg even. "Nee. Ik wilde het weten, maar nu boeit het me niet. Vertrek."
Ghizlane stond op en liep naar Zakaria. "Het spijt me." Ze drukte zichzelf tegen hem aan en kuste hem. Zakaria probeerde haar geschrokken weg te duwen. Ze viel naar achteren. "Ga weg! Voordat ik mijzelf verlies." Ghizlane liep snel weg en sloeg voldaan de deur achter haar dicht. Ze had wat ze wilde.