5.

6K 299 21
                                    

"Nee yemma! Nee bebba. Het is echt niet waar!" haar tranen bleven maar stromen. "Wij geloven wat wij hebben gehoord. El hadj gaat niet liegen toch Rachida!" schreeuwde haar vader vol verachting. Rachida schudde met haar hoofd.

"Gelooft u echt iemand anders dan uw eigen dochter, vader?" vroeg ze zonder te snikken. Ondertussen gleden er tranen. Stille tranen. Haar vader schudde met zijn hoofd. "Ik heb nooit gedacht dat je zoiets zou doen, Rachida."

Ze stond boos op terwijl haar benen van de pijn brandde. "Wat heb ik gedaan vader? Vertel het me. Wat heb ik volgens el hadj gedaan?'" "Jammer om een klant te kopen. Om te kopen,'" zei haar vader in haar gezicht.

Ze had dit al eerder aangehoord vandaag. Alsof ze in een psychologische spel was. Er werd druk op haar gezet en vragen gesteld, die niet gevraagd moesten worden. "Dus u gelooft, dat uw eigen dochter haar klant heeft omgekocht?"

Ze zwegen allemaal. "Kijk in mijn ogen vader. Denkt u echt dat ik mijn benen zou spreidden voor een klant? Kijk me recht in mijn ogen aan," had ze met pijn gezegd. Haar vader schudde met haar hoofd. "Helaas, Rachida."

"Het is niet waar! En, wie is het zogenaamd, vader?" vroeg ze met al haar woede. Ze probeerde zich in te houden. maar ze werd van iets verschrikkelijks beschuldigd. Het deed haar pijn. Het feit dat haar eigen ouders haar niet geloofden.

"Dat doet er niet aan toe! waarom Rachida? Waarom heb je zoiets gedaan?" hij schudde verwilderd met zijn hoofd. "Verdwijn. Jij bent mijn dochter niet meer. Ik ken jou niet. Jij kent mij niet. Punt." Zijn woorden waren woorden die de heden zou verpesten. Onwetende woorden.

Huilend wordt ze wakker. Tranen die samenkomen bij haar mondhoeken. Elke kleine traan, glipt haar mond in. Ze voelt iets zoutigs en er volgen meer tranen. "Rachida," fluistert Zakaria naar haar.

Ze kijkt op en ziet dat ze op zijn schouder in slaap is gevallen. "Het spijt me Zakaria," zei ze terwijl ze niet probeerde te huilen. Ze wou niet zwak zijn in zijn buurt. Ze wou sterk en dapper overkomen.

Zakaria keek haar onderzoekend aan. Ze was op een vreselijke manier wakker geworden. Hij was benieuwd naar haar verhaal. Haar ogen sprak boekdelen. Het stond duf en verveeld. Maar vooral verdrietig. Hij wou haar reden weten.

Snel schudde ze haar hoofd en wende haar blik van hem af. Hij kneep zijn ogen fijn en liet het maar hierbij rusten. Maar dit was voor nu. Hij zou achter haar verhaal komen, dit zwoer hij. Hij had geen reden. hij was 'alleen' benieuwd, maakte hij zichzelf wijs.

"Waarom slaap jij niet?" vroeg ze om de onderwerp te veranderen. "Een grote beer sliep net tegen mijn schouder," zei hij arrogant. Haar mond zakte open van de woede. Wat was hij arrogant, dacht ze grimmig.

"Sluit je mond, schatje, anders komt er nog een vlieg erin. Of iets anders," zei hij ondeugend. Hij gleed met zijn tong over zijn lippen. Haar aandacht werd getrokken naar zijn mond en snel keek ze in zijn ogen.

Hij kreeg een ondeugende grijns. Een grijns dat zijn gezicht nog knapper maakte dan dat het al was. "Je bent een arrogante klootzak. Wist je dat?" vroeg ze aan hem. Hij schudde zijn hoofd en zijn krullen vielen voor zijn ogen.

Hij had schattige krullen. Kleine schattige krullen, die voor zijn ogen vielen. "Nee. Niemand heeft de lef om mij zo aan te spreken," zei hij sarcastisch. Ze lachte zonder humor. "Dan weet je het nu." Ze keken elkaar strijdlustig aan. Niet wetend wat het lot hen zal leren en naartoe zal brengen.

Tangled up in you (Af).Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu