"Goed zo! Dat heb je echt goed aangepakt, hoor, Tahir," zei Dina boos. Ze stompte haar neef. Zakaria bleef naar de gesloten deur kijken. Hij had schuldgevoelens gekregen en de woorden van Dina maakte het niet beter. Hij woelde woest door zijn haar.
"Ga haar dan tegenhouden! Want weet je grote neef, ze had gelijk. Ook jij hebt een bijdrage hierin." Ze schudde met haar hoofd en mompelde nog wat. "Hier, je moet dit ondertekenen," zei ze. Hij wendde zijn blik van de deur en deed wat zijn nichtje van hem vroeg. Hij zuchtte diep en werkte verder.
"Ja, ik heb gelogen." Ze keek diep in de ogen van Illias, die zijn ogen vernauwde. "Dus jullie hebben niks met elkaar." "Nee. Dat zeg ik toch?" zei ze geïrriteerd. "Dus, je bent nog vrijgezel?" vroeg hij ondeugend. Ze keek hem neutraal aan. "Het is geen tijd voor spelletjes, Illias. Ik wilde alleen dat zeggen en zeg maar tegen iedereen die benieuwd is dat het niet waar is."
"Hm, waarom zou ik?" vroeg hij uitdagend. "We weten dat je gemeen bent, maar doe tenminste iets goeds in je leven." Ze liep weg en Illias bleef verbluft achter. De vrouw had ruggengraat, merkte hij op. Ze liep weg en keek recht voor haar uit.
Ze grinnikte om haar zelf. Ze had het zomaar gezegd, zonder er over na te denken. Ze hield niet van bluffen, maar nu, zei ze wat er alles in haar opkwam. Ze was nog steeds boos op Zakaria, ze was beledigd door hem. Hij was ook schuldig, vond ze.
Nee, dat is hij, zei ze koppig in zichzelf. Ze zou hem negeren. Ze zou hem niet meer aankijken en lief doen tegen hem. Ze zou hetzelfde doen. Zij zou ook neutraal kijken naar hem. Ze zuchtte. Ze wist dat het moeilijk zou zijn. Maar ze kon niet onder zijn woorden nog lief en niet-gekwetst blijven.
"Nee, niet echt nee!" hoorde ze een vrouwen stem. Rachida wist gelijk dat het Dina was. Ze klopte op de deur en gelijk werd het stil. Rachida opende de deur en liep naar binnen. "Dina, ik moet je interviewen, kan je komen?" Dina keek haar aan en knikte. "Ja, ik heb tijd."
Rachida keek Zakaria niet aan, en dit merkte Dina en Zakaria zelf. "Moet je mij ook interviewen?" vroeg Zakaria sarcastisch. "Ik heb ook tijd hoor, 'lieverd'." Ze was woest, maar ze bleef kalm. "Nee. Ik weet genoeg over jou." Hij lachte gemaakt. "Wat weet je dan?" "Dat jij geen haar beter bent dan al die mensen die jij laag ziet."
Zakaria was sprakeloos. Ja, hij was dit keer wel uit zijn veld geslagen. Dina keek haar neef aan en daarna Rachida. "Kom we gaan naar het hotel, dat is beter. Dag, Zakaria." Ze stond op en liep met Rachida zijn kantoor uit. Zakaria vloekte en draaide zich om naar het raam. Zijn handen waren op zijn rug en hij keek naar de bladeren aan de boom, die door de wind werden bespeeld.
Hij wist dat hij het niet goed had aangepakt. Nee, hij zou nooit meer een vrouw geloven en vertrouwen. Hij draaide zich weer om. Zijn strakke lijn om zijn mond werd een grimas. Zijn ogen stonden harder maar ook neutraal. "Wat moet je, Illias?"
Illias kwam van de muur af. "Laf, vind je ook niet, Tahir?" "Wat moet je, El Getabi?" vroeg Zakaria met geloken ogen. Illias kwam zijn kant oplopen. Hij keek Zakaria uitdagend maar ook woest aan. Al de herinneringen kwam naar boven bij hem. Maar ook bij Zakaria. "Dat weet je als geen ander Tahir. Je weet wat ik wil. En waarom ik het doe."
----
Na iftar nog een deel! 🐾