49.

5.5K 317 41
                                    

Zakaria Tahir keek uit het raam met zijn handen op zijn brede rug. Zijn kantoor was bezet door hemzelf, Dina en Rachida. Allemaal keken ze zwijgend voor hen uit. Gewoonweg omdat ze niets te zeggen hadden. Rachida dacht aan de woorden van Zakaria. Er was niks gaande tussen hen.

Dina dacht aan zijn verloofde die zou komen. Ze had hem gemist. Maar nu, na al de woorden die Zakaria heeft gezegd, begint ze te twijfelen of er werkelijk meer speelt dan nu. Dat er meer speelt achter Monsif. Of Monsif echt een leugenaar is. Ze zweeg en keek naar haar voeten.

Zakaria had niks te zeggen, dacht hij. Hij had geen woord verwisseld met Rachida. Hij begreep ook waarom. Hij zou het goed maken, besloot hij stilletjes. Maar nu had hij iets anders aan zijn hoofd. Namelijk de verloofde van zijn nichtje. Met samengeknepen ogen keek hij uit het raam en zag een auto parkeren.

Hij hoefde zijn hersenen niet te pijnigen om te weten wie het was. Monsif Ben Dawed. "Raad eens wie er is?" klonk zijn zware stem. Dina sprong uit haar stoel en liep naar het raam. Zakaria zuchtte. Hij wilde zijn nichtje gelukkig zien, maar niet me de klootzak. "Hij is er," zei Dina stralend. Rachida keek Dina glimlachend aan.

Monsif liep naar binnen. Soraya stapte uit, en deed alsof ze onhandig was. Het liefst zou ze nu terug gaan naar Nederland met Monsif aan haar zijde. Ze kon Dina niet uitstaan. Dina was in haar ogen een naïeve domme vrouw. Een sluwe glimlachje speelde om haar lippen. Althans; het was sluw bedoeld. Het kwam onschuldig over. Zoals men zegt; schijn bedriegt.

Monsif wist precies waar Zakaria' s kantoor was. Met Soraya achter zich aan liep hij naar zijn 'concurrent'. "Geen ruzie maken, oké?" vroeg Dina aan Zakaria. Rachida keek de tweetal zwijgend aan. Zakaria pakte het gezicht van zijn nichtje tussen zijn handen en kuste eerbiedvol haar voorhoofd. Dat was haar antwoord.

"Hallo, mensen!" Zakaria keek met een neutrale blik naar de deur. Monsif keek de kamer rond en zag Rachida zitten. Hij had over haar gelezen. Maar er stond niet in hoe mooi ze wel niet is, dacht hij in zichzelf. "Dina! Schatje, hoe gaat het met je?" vroeg hij en liep naar Dina. Hij omhelsde haar en gaf haar een kus op haar voorhoofd.

"Ja ja, zo kan het wel weer," siste Zakaria boos. Monsif keek Zakaria met een uitdagende blik aan. Een blik die Zakaria totaal koud liet. "Rachida Marrabou, ik heb veel over je gehoord en gelezen," zei Monsif glimlachend en stak zijn hand uit. Rachida keek de man in zijn ogen aan en schudde zijn hand. Ze haalde haar hand weer uit zijn handgreep.

"En hoe houd je het vol met onze Zakaria?" vroeg Monsif met een slappe lachje. Rachida lachte totaal niet. Ze keek hem neutraal aan. "Waarom vraagt iedereen dat? Ja hij is arrogant, maar dat betekent niet dat ik hem niet mag uitstaan. Ik hoef niks vol te houden, hij gedraagt zich zoals het hoort." Het was even stil in de kamer.

Zakaria onderdrukte een lachje. Dina keek even Rachida aan. Onschuldig keek Rachida terug waardoor Dina zachtjes lachte. "Ow oké," zei Monsif met samengeknepen ogen. "Dit is mijn assistente Soraya. Soraya El Mourabit." Verlegen keek Soraya Rachida aan. Rachida glimlachte terug en knikte als een welkom.

"Hoe was je reis?" vroeg Dina aan haar verloofde. Haar verloofde keek haar glimlachend aan. "Het is goed gegaan. Bedankt voor het vragen." Zakaria keek Monsif met samengeknepen ogen aan. "Vraag je het ook niet aan ons? Hoe onze vlucht is gegaan, Ben Dawed?" vroeg Zakaria. Monsif voelde zich nu al geïrriteerd.

Maar dat liet hij niet merken. "Ik wilde het wel vragen, maar ik ben moe. Last van jetlag, weet je." "Ow, je hebt volkomen gelijk. Met welke vliegtuig ben je gekomen?" vroeg Zakaria door. "Miami International Airport," zei Monsif. Zakaria knikte slechts. Dina keek haar neef met waarschuwende blik aan. "Ben je niet moe? Ga slapen, ik heb een bed voor je."

Dina keek haar verloofde liefdevol aan. "Nee, bedankt," zei Monsif glimlachend en keek zijn verloofde teder terug. Dina bloosde. "Waar ga je dan slapen?" vroeg Dina. "Ik heb al een hotel geboekt," zei Monsif. "Ow, je kon ook hier een kamer boeken. Weet je zeker dat je niet moe bent?" vroeg Dina door. Monsif schudde met zijn hoofd.

"Vreemd, ik dacht dat je last van jetlag had," zei Zakaria sarcastisch. Dina zuchtte geïrriteerd uit. Monsif liet zich niet uit het veld slaan. "Ik dacht dat je betere dingen te doen had. Zoals werken en zo," zei Monsif uitdagend. Zakaria lachte vreugdeloos. "Ik wilde de verloofde van mijn nichtje eens zien. Ik heb je gemist, daarom."

Rachida keek van de één naar de andere. Monsif keek weer naar Rachida. "Waarom ben je zo stilletjes?" vroeg hij aan haar. Rachida glimlachte. "Ik heb niks te zeggen, daarom. Zullen we met z'n alle naar beneden gaan? Dan kunnen we ontbijten." Iedereen knikte behalve Zakaria. "Ik blijf hier," zei hij koud en keek Monsif neerbuigend aan.

Dina keek haar neef met een verdrietige blik aan. Zakaria wendde zijn blik van haar af en keek uit het raam. De rest liep weg. "Ik kom er zo aan," zei Rachida zachtjes. Dina knikte. Rachida liep stilletjes terug naar Zakaria. Ze stond voor zijn kantoor en leunde tegen de deurpost. Stilletjes keek ze Zakaria aan.

Die stond uit het raam te kijken. Weer met zijn handen op zijn rug. Zakaria voelde haar aanwezigheid. "Ik ga niet mee eten, Rachida." Rachida kwam van de deurpost af en liep naar binnen. "Dat zeg ik ook niet. Ga ik ook niet zeggen," zei ze. "Waarom ben je dan gekomen?" vroeg hij. Rachida keek hem geïrriteerd aan.

Althans naar zijn rug. "Ik begrijp dat je me liever kwijt dan rijk bent," zei ze zachtjes. Zakaria draaide om en opende zijn mond, maar Rachida hield hem tegen. "Weet je Zakaria, je bent een arrogante zak en bloed irritant. Ik vraag me zelf ook af hoe ik het met jou volhoud!" riep ze uit. Ze was boos. Op hem. Op zijn woorden van gisteren.

"Ik kan me herinneren dat je nog had gezegd dat ik me gedraag zoals het hoort,"'zei Zakaria sarcastisch. "Had ik gezegd zodat hij geen reden had om jou te kleineren met mijn woorden die ik zou uitten." Zakaria keek haar afwachtend aan. "Wat wil je van me?" vroeg hij koud. Rachida balde haar handen tot een vuist.

"Je hebt geen respect voor mij, dat heb ik gemerkt," zei ze gekwetst maar toch ging ze verder, "maar dat betekent niet dat je Dina zo moet behandelen! Ze houdt van haar verloofde en van jou, als neef en broer en ook als een soort van vader, verwacht ze fatsoen Tahir! Ze verwacht iets heel normaals!" riep ze uit.

Boos liep ze op hem af. Ze priemde haar vingers in zijn borstkast. "Wees niet te trots en koppig. Je wilt je nichtje gelukkig zien, dat weet ik. Maar dat gebeurd niet zomaar, Tahir. Ook jij moet er iets voor doen." Ze deed weer een stap naar achteren en keek hem in zijn ogen aan. "Nee, je respecteert mij niet, maar respecteer ten minste je nichtje."

Zwijgend had Zakaria alles aangehoord. Rachida liep naar de deur en stopte even. "Wees een echte man, en kom naar het ontbijt. Doe het ten minste voor je nichtje." Zakaria keek haar aan. "Rachida?" zei hij zachtjes. "Ja?" "Ik respecteer je wel," zei Zakaria. Rachida schudde met haar hoofd. "Nee, niet liegen."

Ze verliet zijn kamer en liep naar beneden met gemengde gevoelens. Ze wilde zich niet kwetsbaar bloot stellen bij hem, maar het was haar mislukt. Ze zucht. Hij had haar gekwetst, en dit wist hij. Al wilde ze dat niet. Rachida keek strak voor haar uit. Nog even, en ik ben weer bij mijn zus, dacht ze stilletjes.

Tangled up in you (Af).Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu