• Zouden jullie straks de mededeling (onderaan) willen lezen. Het gaat over de Heilige maand, de Ramadan.•
Alvast erg bedankt en veel lees plezier ❤️!
-------------------------------------Rachida keek Zakaria stilzwijgend aan. Ja, ze wilde hem vertrouwen. Hem geloven. Maar ze wist niet, of dat ook goed was. "Rachida," fluisterde Zakaria.
Rachida keek hem aan en toen opende ze haar mond. Ze begon het te vertellen. Ze begon datgene te vertellen, wat haar dwars zat en haar pijn deed.
"Mijn ouders denken dat ik met een 'klant' naar bed ben gegaan. Zogenaamd, een oud man die El Hadj wordt genoemd, heeft dat gezien. Mijn vader geloofde die Hadj, maar niet mij."
Rachida begon vreugdeloos te lachen. Het klonk vreugdeloos maar ook vooral toonloos. "Ik ben het huis uitgezet zonder een reden, Tahir. Ik heb niks fout gedaan!"
Ze friemelde met haar handen. Ze wilde allesbehalve huilen terwijl Zakaria Tahir naast haar zat. Ze wilde niet zwak overkomen, alweer. "En je zus, Rayhan?" vroeg Zakaria aan Rachida. Rachida keek terug in zijn ogen.
"Rayhan, is met mij meegegaan. Ze vondt het oneerlijk dat mijn ouders mij voor zo iets hebben beschuldigd. Maar ze heeft wel contact met hen. Ik wilde dat. Ookal hebben ze mij pijn gedaan, Rayhan is hun dochter."
"Jij ook. Jij bent ook hun dochter." Zakaria's woorden troffen doel in haar hart. Ze wist niet waarom. Misschien omdat ze verlangde naar haar ouders. Of misschien omdat ze verlangde naar liefde van iemand.
Of, wat logischer klonk, wilde ze in dat feit geloven. Zonder problemen. Zonder pijn. Rachida zuchtte diep uit. "Dat was het, zak. Nu jij. Heb jij wat te vertellen?" vroeg ze aan de grote, knappe en lange man.
Zakaria keek haar aan en omvatte haar gezicht met zijn grote warme handen.
"Rachida, je kan mij vertrouwen, ook kan ik een rotzak zijn. Je kan mij vertrouwen."
Rachida glimlachte dankbaar en knikte naar hem. Hij stak zijn hand uit naar haar. "Kom, dan laat ik je de geruchte Miami Beach zien." Ze nam glimlachend zijn hand aan. Ze liepen samen de deur uit. Op weg naar Miami Beach.
"En je werk dan?" vroeg Rachida aan Zakaria. Hij haalde zijn schouders op. "Dat kan wachten. Kom, blondje." Hij trok aan haar arm. Lachend liepen ze naar een taxi. Niet veel later werden ze afgezet bij hun bestemming.
Het was druk op het strand. "Ben je hier vaker geweest?" vroeg ze. Zakaria knikte met zijn hoofd. Rachida deed haar slippers uit en liep met blote voeten door het fijne zand.
"Het is hier prachtig," zei ze tegen hem. Zakaria glimlachte en keek haar aan. "Het is inderdaad prachtig." Hij doelde op iets anders, en dat drong Rachida later door. Ze bloosde en keek weg van zijn warme blik.
"Als ik rust wil kom ik hier naar toe," zei hij. Hij wendde zijn blik van haar af. Hij kon niet stoppen met naar haar te kijken. Zijn ogen weigerden net als zijn verstand.
"Maar het is toch zo druk? Hoe kom je hier tot rust?" vroeg ze weer aan hem. Zakaria ging achter Rachida staan. Eén arm sloeg hij om haar middel en met zijn andere hand wees hij naar de verte.
"Daar rust ik, blondje. Je hebt daar prachtige rotsen. Ik breng je daar zo meteen naar toe maar eerst gaan we iets leuks doen." Rachida keek hem dit keer verbaasd aan. "Ben je vrolijk vandaag, zak?"
Zakaria lachte slechts. Daarna werd zijn gezicht ernstig. "Noem me geen zak meer, blondje. Dat past niet bij mij," zei hij arrogant. Rachida speelde met hem mee.
Arrogant snoof ze op. "Niet zomaar een zak, maar een arrogante zak." Zijn arm was nog steeds om haar middel, maar het leek alsof ze beiden het niet wisten. Oftewel; negeerden.
Ze liepen door het strand. Ze volgde hem. Terwijl ze om zich heen keek drong haar iets door. Zakaria Tahir was toch niet zo arrogant als ze had gedacht. Ze schrok van haar eigen gedachten.
Hoezo is hij opeens niet meer arrogant? vroeg ze zichzelf af. Ze negeerde haar gedachten en keek naar haar voeten. "Rachida, je weet waarom ik je naar hiertoe heb gebracht, toch?" vroeg hij zachtjes.
Rachida keek van haar voeten naar Zakaria. Zijn ogen stonden helder. Heldergroen met een snufje bruin doorheen. Iets wat haar fascineerde. "Nee," zei ze eerlijk. "Je moet rusten," zei hij tegen haar.
"Wat?" vroeg ze. Hij negeerde het. Ze liepen weg van het parkeerterrein. "Welcome in Miami," zei hij met een Amerikaanse accent. Ze lachte om hem. Hij wees naar de zee waardoor Rachida omdraaide.
"Het is prachtig. Werkelijk. Zakaria..- " voordat ze haar zin kon afmaken spoot Zakaria een fleswater in haar gezicht. Geschrokken sloot ze haar ogen. Het water druppelde naar beneden. Zakaria begon te lachen.
Mensen die hen in de verte zouden zien, zouden hen als een stelletje zien. Tortelduifjes die kinderachtig bezig waren. "Hier ga je voor boeten," siste ze naar hem. Hij lachte harder. "I can't wait," zei hij uitdagend.
"Waarvoor was het eigenlijk nodig?" vroeg ze aan hem toen ze verder liepen. "Je moest afkoelen." Zijn antwoordt klonk als een smoes, vondt Rachida. "Wat gaan we doen?" vroeg ze aan hem.
"Wat ben jij ongeduldig," dolde hij met haar. "Wat ben jij irritant," dolde ze terug met hem. Een ijskarretje, stond niet ver van hen vandaag. "Welke smaak wil je?" vroeg hij.
"Aardbei. Ik koop het wel." Geïrriteerd keek Zakaria haar aan. "Ik betaal het. Wacht jij maar hier." "Zakaria!" riep ze nog boos naar hem toe. Ze deed een stap naar voren maar werd weer ruw naar achteren getrokken.
"Hi, beauty. Can i help you?" Ja door weg te gaan, dacht ze geïrriteerd. "No." De man lachte slechts. Zijn wolventanden kwamen te voorschijn. Niet alleen Zakaria heeft ze, dacht ze nors. Het was verbazingwekkend dat haar humor in een slag veranderde.
"I have a question," zei de man weer. "Go away," siste ze terug naar de man. De man opende zijn mond maar een diepe geluid liet zijn mond weer sluiten. "You don't hear her?" Zakaria gaf haar een ijsje.
Met zijn lege arm sloeg hij zijn armen om haar middel heen. De man was even lang als Zakaria. Zakaria was alleen breder dan de man. De man keek Zakaria aan en daarna Rachida. Hij knipoogde naar Rachida. "Bye, sweety."
Rachida walgde van de man en draaide om naar Zakaria. "Bedankt, Zakaria." Ze sloot haar mond toen ze zijn blik zag. Alsof ze iets heel ergs had gedaan. "Ik kan jou nooit alleen laten, hè?" vroeg hij grommend aan haar.
Ze trok arrogant haar wenkbrauw op. "Pardon? Ik deed niks verkeerd, hoor." Zakaria keek over haar schouder en zag mannen naar haar kijken. Grommend trok hij Rachida naar zichzelf toe. "We gaan weg. Ergens waar je geen pottenkijkers hebt."
----------
Lieve mensenn,
Zoals jullie vast wel weten zou morgen hoog waarschijnlijk de Ramadan beginnen. Ik heb zojuist een berichtje gekregen dat het toch niet zo is en dat het pas Donderdag 17 mei begint Incha'Allah.
Bewijs is van de moskee (zie hieronder):