Ze verliet zijn kamer en liep naar beneden met gemengde gevoelens. Ze wilde zich niet kwetsbaar bloot stellen bij hem, maar het was haar mislukt. Ze zucht. Hij had haar gekwetst, en dit wist hij. Al wilde ze dat niet. Rachida keek strak voor haar uit. Nog even, en ik ben weer bij mijn zus, dacht ze stilletjes.
Glimlachend aten ze hun eten. "Hoe hebben jij en Dina elkaar gevonden?" vroeg Soraya. Monsif keek Dina met een liefdevolle blik aan. "Wij hebben elkaar niet gevonden. De liefde heeft ons gevonden." Zakaria rolde met zijn ogen. Ook hij was gekomen naar het ontbijt, na de woorden van Rachida. Onbewust had zij impact op hem.
Rachida schopt Zakaria zachtjes onder de tafel. Zakaria kijkt Rachida ondeugend aan. "Wat ben je aan het doen, blondje?" Rachida bloosde en negeerde hem. "Ik ken Dina nu al meer dan vijf jaar," zei Monsif glimlachend. "Ik was 19 toen ik haar ontmoette. Het was liefde op het eerste gezicht."
Zakaria keek Monsif geïrriteerd aan.
"Althans, dat dacht je aangezien er geen liefde op het eerste gezicht bestaat," zei Zakaria. Rachida schopte hem weer tegen zijn knie, onder de tafel. "Schatje, we voetjevrijen straks wel. Nu even hun verhaal aanhoren," zei Zakaria met een ondeugende grijns. Rachida werd boos en rood.Dina keek Zakaria met argusogen aan. Zakaria keek haar onschuldig aan. "En toen?" vroeg Soraya verder. Rachida keek Soraya aan en vroeg zich af wat het haar aanging. "Ik heb moet vechten voor haar. Pas 2 jaar later, wilde ze contact met mij. Echte contact. Daarna verloofden we, een jaar later."
"Vertel het in details!" riep Rachida uit. Dina bloosde en Monsif lachte. "Ik ben Dina tegen gekomen in een restaurant, toen ze met haar vriendin zat. In één oogopslag zag ik al wat voor schoonheid ze was," zei Monsif ondeugend. Dina werd nog roder. Monsif ging verder, zonder te blikken of blozen.
"Ze was opgestaan, en ik ben de schoonheid gaan volgen. Ze zou waarschijnlijk naar huis gaan, had ik gedacht. Ik ben haar gevolgd tot haar huis. Al die tijd had ze me genegeerd, en toen ik haar naar mij omdraaide deed ze iets stouts," zei Monsif. Dina keek blozend weg. "Ze trapte in mijn ''zone''. Onze eerste gesprek."
Er werd gelachen, behalve Zakaria lachte niet. Hij keek Monsif met een koude blik aan. Onverstoord ging Monsif verder. "Later zag ik haar weer, toen ze in een park aan het lezen was. Ik ben naast haar gaan zitten en zo begonnen we aan onze tweede gesprek, en aan onze vriendschap. Van vriendschap zijn we overgestapt naar ware liefde. Naar geliefdes. Dit allemaal was vijf jaar geleden."
Rachida keek Dina teder aan. "In vijf jaar kan je veel over iemand te weten komen, toch Monsif?" vroeg Zakaria dubbelzinnig. Alleen Monsif begreep wat Zakaria bedoelde. "Inderdaad, te goed zelfs," zei Monsif terug. Ook hij begreep wat Zakaria bedoelde. 'Bijvoorbeeld hobby's, lievelingsdingen,' zei Monsif zogenaamd onschuldig.
Het bloed van Zakaria kookte. Het liefst zou hij Monsif nu een klap verkopen en zijn slechte kant bewijzen aan zijn nichtje. "Wanneer ga je weer weg?" vroeg Zakaria. Dina zuchtte boos uit. "Over een week. Na jullie modeshowtje," zei Monsif lief. Zakaria peinsde over het feit dat hij Monsif wilde klemmen. De slechte kant van Monsif, wilde hij vinden en bewijzen.
"Ik wil zien hoe goed mijn verloofde is," zei Monsif teder. "Dina is goed. Heel goed. We hebben het jurk allemaal ontworpen," zei Zakaria nadat hij Dina teder had aangekeken. Dina had terug geglimlacht. "Ben benieuwd." De woorden van Monsif klonken uitdagend. Zakaria keek Monsif neutraal aan.
"Wat gaan we vandaag dus doen?" "Vandaag moeten we oefenen met de modellen, en nog een keertje naar het jurk kijken. Misschien mist er nog iets aan het jurk," zei Dina peinzend. De rest knikte en gingen verder met het ontbijt. "Eet smakelijk, mensen. Goedemorgen trouwens! Hebben jullie mij niet gemist?"
Ze hoefden niet te opkijken om te zien wie het was. "Wat moet je El Getabi," vroeg Zakaria indirect. "Jou." Zakaria keek hem met een vreemde blik aan. Illias rolde met zijn ogen. "Ik moet je spreken, over het jurk." Zakaria keek Illias met opgetrokken wenkbrauw aan. "Welke jurk, El Getabi?"
Illias keek Zakaria geïrriteerd aan. "Je moet mee komen, Zakaria. Dat ene jurk, de roze, moet af. Weet je nog?" vroeg Illias met een blik die Zakaria heel goed kende bij zijn oude beste vriend. "Ow, dat jurk. Ik kom er aan, El Getabi." "Snel, Tahir. Ik ben in mijn kantoor." Illias draaide om en liep weg.
"Zoals jullie het zien, moet ik gaan. Eet smakelijk, ik zie jullie zo." Zakaria stond op en liep Linéa recta naar het kantoor van Illias. "Wat moet je?" vroeg Zakaria direct. "Je moet Monsif uit de buurt van Dina houden. Hij heeft geen goede plannen met Dina." Zakaria keek eerst verbaasd en daarna weer kil.
"Wat bedoel je?" "Je moet ervoor zorgen dat Monsif Dina niet in zijn handgreep heeft." "Wat boeit dat jou nou?" vroeg Zakaria cynisch. Zijn hersenen waren weer aan het werken. Waarom zei Illias zo iets. Illias schudde zijn hoofd en gooide zijn handen in de lucht. "Je veranderd nooit, Tahir."
Zakaria hief zijn linkerwenkbrauw op. Zakaria leunde tegen Illias's bureau. "Je kan veel zeggen over mij, Illias, maar ik ben geen verrader als jij." Illias schudde weer met zijn hoofd. "Misschien moet jij beter nadenken, en niet gelijk concluderen. Als je over die verraden beter zou uitzoeken, zou je het weten. Weg nu"
"Ik ben geen hond, met je weg nu." Illias draaide woedend om van het raam. "Weg Tahir! Misschien moet je bepaalde dingen onderzoeken en dan pas je conclusies trekken! Ik heb gezegd wat ik wilde zeggen. Je weet waar de deur is." Zakaria keek hem zwijgend aan en liep naar de deur. "Ik laat het niet hierbij."
Voordat hij de deur had gesloten fluisterde Illias nog heel zachtjes. "Jij bent een verrader mijn beste vriend, niet ik." Zakaria wist niet wat hij hiervan moest vinden of denken. Hij liep weer naar de andere. Ze waren aan het lachen. Zakaria ging weer tegenover Rachida zitten. "Dat ging snel," zei Dina glimlachend.
Zakaria keek zijn nichtje glimlachend aan. Ja, hiervoor deed hij het. Voor haar glimlach. Hij keek Monsif daarna aan en vervloekte het feit dat ook Monsif een reden was waarom Dina straalde. "Waar hadden jullie het over?" vroeg Zakaria. "Over onze jeugd," zei Rachida. Zakaria knikte slechts.
"Ik ga maar naar het hotel dat ik heb geboekt." Monsif glimlachte na zijn woorden. Dina schudde met haar hoofd. "Nee, blijf nog even zitten. Heb je haast?" vroeg ze glimlachend. "Laat hem maar gaan, dat is beter. Hij wilt waarschijnlijk weggaan." zei Zakaria koud en keek Monsif uitdagend aan.
Ondanks dat het bloed van Monsif in zichzelf kookte, keek hij Zakaria hoofdschuddend aan. "Nee hoor, ik heb geen haast. Ik blijf wel even zitten." "Waarom is zij meegekomen?" vroeg Zakaria en wees met zijn hoofd naar Soraya. Terwijl hij met zijn hoofd had gewezen, zag Zakaria Illias naar buiten lopen.
De woorden van Illias spookten door het hoofd van Zakaria. "Ze is mijn assistente, net als hoe Dina jouw assistente is." Soraya keek Zakaria uitdagend aan. "Wat is er, Soraya? Zijn mijn woorden jou niet bevallen?" vroeg Zakaria uitdagend. Rachida schopte dit keer hard tegen zijn knie. Snel pakte Zakaria de voeten van Rachida onder de tafel.
Rachida keek geschrokken naar Zakaria maar liet het niet aan de rest merken. Rachida schopte en beetje met haar voeten, althans ze duwde het naar voren om zichzelf te bevrijdden uit zijn handen. Zakaria deed of er niks aan de hand was. "Jawel hoor. Je vraagt te veel, daarom keek ik zo."
"Aha, daarom. Wat zeggen jouw ouders over het feit dat je mee gaat met je baas, overal naar toe." Soraya werd bleek. Zakaria wist het antwoordt al. "Ze weten het niet he? En, Monsif, vind je dit niet raar?" vroeg Zakaria door. "Genoeg," zei Dina. "Genoeg, alsjeblieft." Monsif negeerde Zakaria.
"Wat boeit dat jou nou? Wat moet je van mij, Tahir." Zakaria liet de voeten van Rachida boos los en leunde naar voren. "Ik zal iedereen bewijzen wat voor verloofde jij bent, hufter. Jij bent nep, en sluw net als jouw assistente. Je liegt over het feit dat je van Dina houdt! Ik zal het je bezuren." Het was even stil.
Dina schudde met tranen in haar ogen met haar hoofd. "Ik zei stop! Waarom gaan jullie verder?" Ze keek Monsif aan. "Zeg het dan! Zeg dat het niet waar is, en dat je wel van mij houdt!" Monsif zweeg en na een tijdje opende hij zijn mond. Tranen stroomden bij Dina. "Weet je, laat maar."
Huilend rende ze het gebouw uit. Het feit dat haar verloofde niks had gezegd, deed haar pijn. Het feit dat haar neef, zich zo gedroeg deed haar ook pijn. Het leek alsof niemand haar begreep en haar geluk gunde. "Waarom huil je?" vroeg iemand zachtjes. Dina draaide zachtjes om.
Illias vloekte en trok Dina in zijn armen. "Verdomme Dina, waarom doe je zo!" vroeg hij boos. Dina keek hem niet begrijpend aan. Illias schudde Dina zachtjes door elkaar. "Waarom kwel jij jezelf! Waarom laat jij je pijn doen door mensen die niet om je geven!" "Waarom doe jij dan zo? Waarom doe je of je om mij geeft?"
vroeg Dina huilend. Illias vloekte weer. "Omdat ik van je houd!"