Rachida keek teder naar haar vader. "Het spijt me," zei hij weer. Rachida glimlachte en pakte zijn hand vast. Met haar andere hand pakte ze haar moeders hand vast. "Ik heb het jullie vergeven. Laat me nooit meer zo schrikken!" zei Rachida. Haar vader lachte zachtjes en knikte met zijn hoofd.
"We laten het achter ons," zei Rachida en keek ze glimlachend aan. Haar vader en moeder waren met haar eens. "Ik mag morgen al naar huis. Het gaat goed met mij. Maak je geen zorgen. Hoe is je tournee verlopen?" vroeg haar vader. Rachida glimlachte loom. "Ik ben bevriend geraakt met het nichtje van de ontwerper."
Haar moeder lachte ondeugend. "Alleen met het nichtje?" Rachida bloosde en keek weg. De man porde zijn vrouw even met een waarschuwende blik. Zijn vrouw glimlachte teder terug en kneep even in zijn hand. "Waar zijn Rayhan en Ayman?" vroeg Rachida. Haar moeder lachte toen ze haar oudste dochter al hoorde gillen.
"Rachida!" Rayhan rende naar haar zusje en omhelsde haar. "Ik heb je gemist! Sorry dat ik je gisteren niet kon komen ophalen van het vliegveld." zei Rayhan. Rachida lachte en omhelsde haar zus strak terug. "Ik heb jou ook gemist! Dat maakt niet uit!Hoe gaat het met je. Laat me eens kijken," zei Rachida en hield haar zus even op afstand. "Je straalt!" Rachida hoorde iemand snuiven.
"Door mij natuurlijk." snoof Ayman arrogant op. Lachend omhelsde ze haar zwager. "Je bent bruiner geworden!" zei Rayhan alert. Rachida knikte grinnikend. Er kwam een verpleger naar binnen. "Goedemiddag. De bezoekuurtjes zijn voorbij. U kunt meneer Marrabou morgen ophalen."
De rest knikten. Ze namen afscheid. "Ayman, breng jij yemma naar huis? Ik moet even iets doen," zei Rayhan. Ayman knikte. "Rachida je moet met mij mee komen," zei Rayhan. Rachida keek haar zus onderzoekend aan. "Waarom doe je zo vreemd? Wat is er aan de hand?" vroeg ze.
Ze liepen naar het dak van het ziekenhuis. "Sst, ze mogen ons niet horen!" zei Rayhan streng tegen Rachida. Rachida probeerde haar gezicht in plooi te houden en knikte. "Waarom gaan we naar het dak als dat niet eens mag?" vroeg Rachida. "Ray sinds wanneer overtreed jij regels?" vroeg Rachida. Rayhan keek haar boos aan.
"Sst, het is donker. Ik zie al niks en met jou erbij raken we nog verdwaald." "Kunnen we niet morgen naar het dak gaan?" vroeg Rachida gapend. "Het is laat in de avond." "Dus?" vroeg Rayhan. Rachida zuchtte vermoeiend uit. "Ray, ik ben moe. Ik heb gisteren geen oog dicht gedaan. Ik heb nog steeds last van jetlag."
Rayhan stopte even met lopen. "Echt?" vroeg ze. Rachida knikte en dacht even dat haar zus medelijden zou tonen. "Nou, hoe sneller we dit doen hoe eerder jij kan slapen. Al twijfel ik of je dan nog zal kunnen slapen." Rachida keek haar zus geïrriteerd aan. "Dit zet ik je betaald, Ray." Reyhan gniffelde zachtjes.
Ze kwam aan bij het dak. "Wat doen we hier eigenlijk?" vroeg Rachida. Rayhan ging achter haar staan. Ze deed een blinddoek om het hoofd van Rachida. "Rayhan wat doe je?" vroeg Rachida verward. "Je gaat het leuk vinden, geloof mij. Houd het op je hoofd. Haal het er niet van af." Ze bond het stevig vast van achteren.
"Beloof je het me? Je gaat er niet aan zitten." Rachida knikte en beloofde het. Reyhan vertouwde haar zusje. "Oké, tel langzaam tot tien hardop. Daarna zal ik het er af doen." Rachida begon te tellen. "Negen, en tien. Mag het er nu van af?" De blinddoek werd los geknoopt. Rachida draaide niet om.
Haar aandacht werd getrokken door het gebouw tegen over haar. Alle lichten gingen uit bij het bedrijf. Daarna gingen ze weer aan. Rachida keek met grote ogen naar het gebouw. De lichten vormden een R. daarna gingen de lichten weer uit. Ditmaal vormde het een Z. De lichten vielen uit en Rachida was sprakeloos.
Toen de lichten weer aangingen, zag Rachida een hart. Het knipperde. Het vormde een prachtige hart. Rachida vond het een fascinerende uitzicht. In het hart was er een roodkleurige R. "Vind je het mooi, blondje?" Rachida draaide om en keek recht in het gezicht van Zakaria. Zakaria plaatste zijn handen op haar wangen.
"Zakaria," fluisterde Rachida zachtjes. Zakaria leunde met zijn voorhoofde tegen de hare. "Het spijt me voor alles, Rachida. Ik heb je pijn gedaan. Het spijt me." Rachida's adem stokte en zette haar handen tegen zijn wangen. "Ik geloofde je niet. Het spijt me vreselijk, schoonheid."
Hij zuchtte en leek het moeilijk te hebben. "Ik voelde een leegte in mijn hart toen jij uit mijn kantoor was vertrokken. Maar toen ik naar het vliegveld was gekomen en jouw vliegtuig was vertrokken, toen voelde ik een leegte. Een ergere leegte dan voorheen." Hij was mij achterna gekomen, dacht ze.
"Ik heb gelogen tegen jou. Ik houd wel van je. Ik voel wel iets dergelijks voor je. Ik kan niet zonder je, blondje. Ik was verblind door verdriet en dacht dat jij de oorzaak daarvan was. Ik vind het leuk wanneer je lacht. Wanneer je boos op mij bent. Wanneer je grapjes maakt of bloost. Ik vind jouw hele persoonlijkheid leuk."
"Ik ben verstrikt in jou, Rachida Marrabou. Ik ben verstrikt in jou en jij in mij. En weet je, ik vind het niet erg. Ik vind het niet erg dat ik van jou houd. Ik zou een sukkel zijn geweest als ik jou zou laten gaan." Hij knielde op zijn knie. Rachida zette haar hand op haar hart. Zakaria zuchtte nerveus uit.
"Rachida Marrabou, wil je met mij trouwen? Ik ben niet goed in zulke dingen. Maar ik kan je wel zeggen dat ik onwijs veel van je houd en de rest van mijn leven met jou wil delen en doorbrengen. Het spijt me voor alles. Wil je met mij trouwen? Want ik ben verstrikt in jou. En jij in mij. Wil je mijn vrouw worden?"
Rachida knikte met tranen in haar ogen. "Ja, Zakaria Tahir. Ik wil niks liever dan jouw vrouw worden. Ik houd ook zielsveel van jou." De lichten gingen uit bij het bedrijf en het volgende moment vlogen de vuurwerken de lucht in. Verschillende kleuren. Het vuurwerk vormde een roodkleurige hartje. Zakaria schoof de ring om haar vinger en ze omhelsden elkaar.
Ze leunde gelukzalig tegen hem. Hij legde zijn handen om haar middel. "Waar zijn Dina en Illias?" vroeg Rachida. Zakaria legde lachend zijn kin op haar kruin. "Ik dat gebouw daar. Zij hebben me geholpen met het idee. Ik denk wel dat ze het daar leuk vinden." Ze moesten beiden lachen en keken naar het vuurwerk. Soms wilde je dat het moment stopte. Dat de wereld stopte met draaien. Gewoonweg omdat je met je geliefde bent. Wanneer je het durft toe te geven. Dat je van elkaar houdt. Dat je verstrikt bent in die gene.