"Weet je," begon Dina, "woorden doen meer pijn dan daden." Rachida keek haar vriendin aan en knikte. Rachida en Dina waren samen gaan lunchen. Het restaurant was niet ver van het bedrijf van Zakaria. Dina omsloot haar glas met haar dunne, lange vingers. Het liet vocht achter. Alsof ze er tegen aan blies.
"Dat weet ik, Dina. Woorden vertellen ook veel over de mens zelf." Dina knikte. Ze hoefden elkaar niet te vertellen wat er aan de hand was. Gewoonweg omdat ze wisten wat het probleempje was. "Woorden verklaren daden, daden verklaren de mens," zei Rachida zachtjes en dronk haar drinken in één teug op.
Dina keek Rachida met pretoogjes aan. "Wat zijn wij toch mietjes, vind je niet Rachida?" Rachida lachte en leunde achteruit. "En, waarom vind je dat?" "We durven niet eens toe te geven wat we denken en voelen tegen diegene waar we voor iets koesteren." Rachida knikte. Ze beet op haar volle onderlip.
"Wat een wijze woorden heb jij vandaag," zei Rachida plagerig. Dina keek haar vriendin ondeugend aan. Beiden schoten ze in de lach. "Hallo, dames. We hoorden jullie Nederlandse woordjes." Rachida keek de jongeman droog aan. Ook Dina keek de jongeman droog aan. De dames hadden geen zin in iemand anders gezelschap.
"Yasser, kom," zei de jongeman grijnzend. Een andere jongeman kwam aanlopen, die waarschijnlijk Yasser heette. Dina keek Rachida met opgetrokken wenkbrauw aan. De blik herkende Rachida heel goed. "Willen jullie zo aardig zijn, om hier te verlaten?" vroeg Rachida met een namaakglimlach.
"Willen wij dat Mehdi?" vroeg Yasser en keek zijn vriend grijnzend aan. De andere jongeman genaamd Mehdi deed alsof hij moest nadenken. "Nee, niet nadat we zulke mooie vrouwen hebben gezien." Dina keek zogenaamd bang naar Rachida. "Maar maar, Lina, stel je voor onze vader loopt hier langs?" vroeg ze bang.
Rachida hield haar gezicht in de plooi. "Dat maakt niet uit Mounia. Onze vader heeft een geweer bij zich, en ik weet zeker dat hij deze jongemannen zal beschuldigen voor het feit dat we uit huis zijn gevlucht." De jongemannen hielden even hun adem in. "Wat?" vroeg Mehdi geschrokken. Dina schudde zachtjes met haar hoofd.
"We zijn uit huis gevlucht, omdat onze vader ons niet wilde uit huwelijken aan onze grote liefdes." Dina keek weg, zodat de jongens dachten dat ze zou huilen. "Ze zijn gek, man," fluisterde Mehdi naar Yasser zachtjes. Yasser schudt met zijn hoofd. "En jij gelooft ze?" Yasser stompte zijn vriend Mehdi.
"Ze willen ons hier weg hebben, vriend. We blijven lekker hier zitten," zei Yasser en liet zijn blik over de dames glijden. "Totdat onze broers langskomen, en jullie hier zien zitten! Dan zijn jullie..." Rachida schudde met haar hoofd in plaats van te praten. "Wist je nog die keer toen Abdel Karim had geschoten in de been?"
Dina knikte zogenaamd triest met haar hoofd en keek de jongens aan. "Abdel was onze oude buurjongen." Ze legde haar hand op haar hart. "Hij zei alleen gedag." Rachida zag hoe Mehdi zijn vriend bang aankeek. Nog even, en ze zou heel hard lachen. Hun gezichten was goud waard, dacht ze grijnzend.
Haar grijns verdween snel weer toen Mehdi Rachida aankeek. "Jullie maken een grapje toch?" vroeg hij. Dina schudde met haar hoofd. "Vraag maar aan Lina," zei Dina. Ze hadden de namen veranderd, beiden wisten dat niemand hun namen hoefde te weten. "Wat doen jullie in Miami?" vroeg Dina.
"Werken," zei Yasser en likte zijn lippen vochtig. Hij keek haar verleidelijk aan. Dina ging bijna over haar nek. Rachida boog langzaam naar voren. Dina volgde haar voorbeeld, en ook de mannen bogen naar voren. "Zal ik jullie wat zeggen," zei ze zachtjes. "Waarom fluisteren we?" vroeg Yasser.
Rachida ging onverstoorbaar verder. "Onze broer hè, waar wij het over hadden, staat achter jullie." De mannen keken beiden naar achteren en keken in het gezicht van een lange man. "We gaan er aan, vriend," zei Yasser zachtjes. Nu was hij de bange. "Niet doen! Wacht," zei Mehdi en stond langzaam op.
De man bewoog met zijn handen maar Mehdi deinsde al snel naar achteren. Ook Yasser stond snel op. "We doen niks, oké. Sorry. We laten je zusje met rust," zeiden ze beiden. Ze liepen snel naar hun auto en keken af en toe naar achteren. "Gas gas a sa7bie (vriend)!We waren bijna dood door jou," riep Yasser hard toen ze wegreden.
Dina en Rachida begonnen heel hard te lachen. "Sorry, I don't understeand it," zei de jongeman verward. Rachida schudde lachend haar hoofd. "Thank you." De man keek hen vreemd aan en vroeg daarna wat ze wilde eten. Lachend zeiden ze wat ze wilde eten. Ze keken elkaar even aan en wisten dat ze een sterke band zouden krijgen.