Hoofdstuk 31.

5.2K 283 13
                                    

POV Rose

''Voor mij de pasta met Parmezaanse kaas graag'', zeg ik tegen de serveerster. Ze knikt kort en schrijft wat op haar notitieblok, waarna ze naar de jongens kijkt. Ze knippert een paar keer extra met haar vol gekalkte zwarte wimpers en trekt 'onopvallend' haar schort wat omlaag.

Ze neemt hun bestelling op en de jongens lijken niet eens door te hebben dat ze een poging tot flirten doet. Vanbinnen lach ik haar zo hard uit, het ziet er enorm falend uit. Ze draait zich om nadat ze me nog een krengerige blik heeft toegeworpen en loopt met een overdreven pas terug naar de keuken.

''We kunnen na het eten naar het strand gaan, het ligt hier toch vlakbij en het zou een mooi einde van de dag zijn!'', roept Calum enthousiast. We knikken allemaal instemmend, vandaag was, en is, een geweldige dag. Met de jongens verveel je je geen moment en ze weten me altijd wel weer aan het lachen te maken.

''Hier is het eten'', hoor ik de serveerster zeggen. Ze zet mijn bord snel op tafel en buigt daarna extra ver naar voren, waardoor haar kont zo ongeveer in Luke zijn neus zit. Hij kijkt een beetje beschaamd naar de tafel en ik kan het niet laten om een beetje te lachen.

Het meisje kijkt me beledigt aan, zet de andere borden op tafel en beent dan snel weg. ''Nou, haar flirtpogingen waren toch echt wel een dieptepunt hoor'', zegt Luke onverschillig. We moeten allemaal lachen en beginnen dan aan ons eten, wat wel goed smaakt.

Nadat we zijn uitgegeten lopen we met z'n allen naar buiten, op weg naar het strand. Het is maar vijf minuutjes lopen, maar helaas is het best koud. Ik heb geen jas meegenomen, slim hoor, en sla mijn armen bibberend om me heen.

Dan voel ik een zachte stof mijn armen strelen en kijk op, waar ik Luke aantref. Hij legt zijn jas over mijn schouders en kijkt me lief aan, wat is het toch een schatje. ''Lief van je Luke, maar krijg je het zelf niet koud nu?''

''Nee, ik heb het best warm en jij niet zo te zien'', grijnst hij. We lopen pratend door en bereiken dan het strandje, ik herhaal, strandje. Het stelt niet heel veel meer voor dan een plekje met zand en daarvoor een meer. Met een zucht laat ik mezelf op het zand zakken en tuur over het meer een groot, donker bos in.

Naast me hoor ik een plof, die gevolgd wordt door nog drie andere ploffen. We zitten in een kring en praten een beetje, als het opeens begint te regenen. Snel rennen we een bospaadje in en stoppen onder een grote boom, die ons beschermd tegen de plotselinge neerslag.

Ik kijk wat om me heen en voel een lichte spanning in me opkomen. Wat is dat nou weer? Er is hier toch helemaal niemand en bovendien sta ik met vier sterke jongens. Er gebeurt niets Rose, er gebeurt niets. En toch gaat het nare gevoel niet weg, helaas.

Plotseling zie ik een vage schim tussen de bomen door rennen en ik slaak een gilletje door de onverwachte schaduw. De jongens kijken me bezorgd aan en ik begin te trillen over mijn hele lichaam. ''Wat is er?'', vraagt Ashton bezorgt.

Ik kijk naar de plek in het bos waar de schim te zien was, maar die is allang verdwenen. Ik wijs naar de plek, niet wetend hoe ik het moet uitleggen. ''Daar, ik, ik zag een schim. Iemand rende tussen de bomen door, ik weet het zeker'', zeg ik angstig.

Luke trekt me beschermend naar zich toe en de jongens kijken naar de plek die ik net heb aangewezen. ''Vreemd, wat zou iemand zo laat nog in een bos doen?", vraagt Michael zich hardop af. Ik haal mijn schouders op en kijk met angstige ogen het bos in, er is hier iets vreselijk mis. 

''Laten we maar gaan, het is hier niet veilig'', zegt Luke snel. We lopen het bos uit en met een snel tempo vinden we de weg naar de auto terug. Ik klim achterin en ga deze keer op Luke zijn schoot zitten, die me beschermend tegen zich aandrukt.

Een warm gevoel verspreidt zich door mijn lichaam en meteen voel ik me op mijn gemak. Wat doet deze jongen toch met me?

''Stil maar, het is okay Rose. Wij zijn bij je, er gebeurt niets'', fluistert zijn zachte stem in mijn oor. Ik knik en leg mijn hoofd tegen zijn borst aan, wat een dag. Het was allemaal zo gezellig en leuk, moet zo een stomme schaduw het weer verpesten.

Misschien heb ik het me ook wel ingebeeld, wie weet. Maar ik ben er bijna zeker van dat ik echt iets zag, en het was duidelijk de vorm van een mens. Maar toch klopt het niet, waarom zou je zo laat nog door een bos rennen? Ik besluit het te vergeten en sluit mijn ogen, merkend dat ik best wel moe ben.

''Stil jongens, ze is in slaap gevallen'', hoor ik Luke zachtjes zeggen. Ik word door twee sterke armen gedragen en even later voel ik een zachte ondergrond. Een deken wordt voorzichtig over me heen gelegd en even later hoor ik alleen nog wat gefluister uit de badkamer komen.

De slaapkamerdeur wordt geopend en na een paar minuten zakt het matras naast me een stukje in, waarna er iemand naast me komt liggen. Ik ben te moe om mijn ogen te openen, maar ruik aan de bekende mannendeodorant dat het Luke moet zijn.

Liefdevol slaat hij zijn armen om me heen en geeft me een kusje op mijn voorhoofd. Het voelt goed, om iemand bij je te hebben. Altijd heb ik alleen geslapen, nooit de liefde gekregen die ik zo graag wilde krijgen.

En nu heb ik het, ook al weet ik dat het alleen vriendschappelijk is. Toch beginnen er langzaam kriebels te ontstaan, ik gedraag me anders bij Luke in de buurt. Maar ik mag niet verliefd op hem worden, dat zou alles verpesten.

Ik ben blij om vier lieve, aardige en ietwat gekke vrienden erbij te hebben en die koester ik maar al te graag. Een relatie tussen een van ons zou het waarschijnlijk verpesten, en dat wil ik absoluut niet laten gebeuren.

''Maar ik kan er toch ook niets aan doen dat ik gevoelens voor iemand krijgt?'', fluistert een klein stemmetje in mijn hoofd.

Sleeping beauty [L.H.]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu