Hoofdstuk 36.

4.9K 251 14
                                    

POV Rose

''Rose? Rose! Rose wakker worden jij lui varken. Het huis staat in de brand.'' Met een ruk zit ik overeind en kijk in het lachende gezicht van Ashton. ''Eindelijk ben je wakker, ik was al aan het overwegen om op je te springen'', zegt hij bloedserieus.

Chagrijnig kijk ik hem aan, laat mij ook een keertje uitslapen. ''Als je dat maar laat'', mompel ik en sta vervolgens op. Zuchtend pak ik een setje kleding en wil naar de badkamer lopen als een stem me doet stilstaan.

''Vandaag is de begrafenis, dat weet je toch?'', vraagt Ashton twijfelend.

Shit, helemaal vergeten! Ook dat nog, kan deze dag soms nog erger?

Met een boos gezicht stamp ik naar de badkamer en sla de deur met een harde klap dicht, mijn ochtendhumeur heeft het weer overgenomen. Na een korte, verfrissende douche trek ik het nieuwe setje kleding aan, wat ik nog snel had gepakt.

Het bestaat uit niets meer dan een zwarte skinny jeans, een grijs shirtje met een blauw zakje en een wit spijkerjackje. Je kan vergeten dat ik helemaal in het zwart naar die begrafenis ga, dat is me toch triest. Het is al zo verdrietig, dan mag er best wel iets kleurrijks zijn.

Een perzikkleurige lipglos siert mijn lippen en een klein laagje mascara maakt het af. Mijn haar hou ik maar los, met twee plukjes naar achteren gebonden. Ik bekijk me even en zucht dan, nog steeds niet zoals ik gehoopt had. Maar dat is het toch nooit, dus het is geen verrassing.

Zwijgend eet ik met de jongens het ontbijt op en we maken ons vervolgens klaar voor een zware dag. De jongens hebben allemaal een zwart pak aan, wat er niet verkeerd uitziet. Het ziet er eigenlijk heel schattig uit, vier wilde jongens gekleed in een chique pak.

''Kan je het zien?'', grijnst Michael naar me. Ik steek mijn middelvinger naar hem op en loop vervolgens naar buiten. Ik hoor wat gelach achter me en algauw staan de jongens ook buiten, let the party begin.

No sarcasm.

We rijden naar de begrafenisplek en binnen een kwartier zijn we er al. We stappen uit en lopen vervolgens naar het kerkhof, waar zich al een groepje personen heeft verzameld. Ook zie ik Stephanie staan, maar geen Skylar. Zodra ze me ziet komt ze naar me toe rennen en geeft me een stevige knuffel.

Na een tijdje laat ze me los en er schitteren een paar tranen in haar ogen. ''Ik was zo bezorgd Rose, je was zomaar verdwenen en ik had geen idee waar je wel niet was!'', roept ze hysterisch. Ik kijk haar met een waterige glimlach aan, zo ken ik Steph weer.

''Het spijt me, ik was je helemaal vergeten te bellen en er is zoveel gebeurd dat ik ook amper tijd had.'', zeg ik oprecht. Ze kijkt me met een verdrietig gezicht aan en een traan sijpelt over haar wang heen. ''Vergeet nooit meer te melden waar je bent, ik ging dood van bezorgdheid Rose.''

Ik knik en glimlach naar haar, wat is ze toch een geweldige vriendin. ''Waar is Skylar?'', vraag ik terwijl ik om me heen kijk.

''Ze kon niet komen, ze had een of andere reünie met haar familie.'' ''Oh, oke'', zeg ik droog. Dat is minder leuk, heb ik mijn vriendinnen nodig, is er iemand zelfs niet. Ben ik dan echt minder belangrijk voor haar dan zo'n stomme reünie?

Een kuch verstoord mijn gedachten en ik zie dat de opa van mijn vader, volgens mij, een speech wil gaan houden. Iedereen gaat voor hem staan en hij haalt een netjes opgevouwen briefje uit zijn broekzak.

''Wat er gebeurd is is vreselijk, niemand zal deze gebeurtenis ooit vergeten. Maar ik weet zeker dat ze vanaf boven op ons toekijken, willen dat we verdergaan met ons leven en niet blijven hangen in het verleden. Ze staan dan niet meer naast onze zijde, maar ze zitten voor altijd in ons hart. Wij zijn verbonden met elkaar, en dat zal nooit veranderen'', beëindigt hij zijn speech.

Iedereen klapt en ik zie een paar mensen een traantje wegpinken. Na nog een paar speeches is het mijn beurt. Stephanie en de jongens kijken me bemoedigend aan en ik loop langzaam naar voren. Een verfrommeld papiertje komt uit mijn broekzak tevoorschijn en ik schraap mijn keel.

''Lieve mama, papa, Leyla.

Het was een gewone dag, ik kwam thuis en niemand was thuis. 's Avonds waren jullie er nog steeds niet, er klopte iets niet. Na een tijdje belde iemand van het ziekenhuis me, jullie waren betrokken geraakt in een vreselijk auto-ongeluk.

Hoe kon dat, hoe was het mogelijk? Het mocht niet waar zijn, dat was het eerste wat door me heen schoot. Jullie lagen in kritieke toestand in het ziekenhuis, ik wilde dat ik dit nooit had hoeven meemaken. Maar wat kon ik eraan doen? Niets.

Jullie hebben het auto-ongeluk niet overleefd, ik was plotseling wees. Mijn ouders en mijn zusje waren niet langer meer deel van de wereldbevolking, jullie waren weg.

En het ergste is nog dat ik geen afscheid heb kunnen nemen. Nooit heb ik kunnen zeggen hoeveel ik wel niet van jullie hou, hoe dankbaar ik jullie ben voor alle steun. Nooit heb ik afscheid kunnen nemen, nog geen 'vaarwel' kunnen zeggen.

En dat doet me pijn, wetend dat ik er toch niets aan kan veranderen. Ik moet door, iedereen moet door en dat hadden jullie ook gewild, dat weet ik. En ook al zal het lastig zijn, ik weet dat jullie trots zullen zijn en met een glimlach op ons toekijken.

Ik zal jullie nooit vergeten, ik hou van jullie.''

Geklap vult de ijselijke stilte en ik loop terug naar Stephanie en de jongens. Ze kijken me met betraande ogen aan en ook ik kan de tranen niet langer inhouden. Ze stromen als een rivier over mijn wangen heen en niemand die ze kan stoppen.

Ze trekken me in een knuffel en als een stelletje watjes staan we hier dan, huilend in een groepsknuffel. Er wordt geroepen dat het tijd is om mijn ouders en zusje te begraven en met zijn allen lopen we naar de kisten. Ze staan in een rijtje naast elkaar, met op elke kist een grote bos bloemen.

Ik en een paar familieleden gaan om de kisten staan en tillen ze langzaam op. We dragen ze naar de plek waar ze worden ingelegd en laten de kisten in het diepe gat zakken. Als de kisten alle drie op de juiste plek liggen stappen we naar achteren en ik hoor een paar mensen zachtjes wat mompelen.

Met een hoopje aarde worden de kisten een voor een bedekt, om voor altijd onder te blijven liggen. Langzaam verdwijnen de kisten en tranen rollen onstopbaar over mijn gezicht heen. De kisten zijn verdwenen en voor de graven staan stenen beelden.

''Mogen jullie rusten in vrede en waken over onze familie. Nooit zullen we jullie vergeten, voor altijd verbonden'', staat er op elke steen. Daaronder staat de naam met sierlijke letters gegraveerd. De datum waarop ze zijn geboren en zijn overleden staat boven de tekst, het ziet er mooi uit.

De gekomen familieleden en vrienden druipen langzaam af en uiteindelijk staan alleen Stephanie, de jongens en ik nog op de begrafenis. Na nog even voor de graven te hebben gestaan lopen ook wij terug naar de auto en ik neem afscheid van Stephanie.

In stilte rijden we terug naar het huis, waar ik me vervolgens opsluit in mijn kamer.

Hier kom ik de komende tijd niet meer uit.

Hey lieve schattige panda's van me!

Ik was gisteren naar Amsterdam, vandaar dat ik geen nieuwe update had.

Hier dus weer een nieuw stukje, hopelijk vonden en vinden jullie het leuk!

Dikke kus, Bente.

Sleeping beauty [L.H.]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu