Hoofdstuk 37.

5K 265 31
                                    

POV Rose

Al drie dagen zit ik op mijn en Luke zijn kamer, ik kom er alleen uit als ik honger heb. De jongens hebben van alles geprobeerd om me op te vrolijken en meerdere malen mijn psychologe gebeld, maar niets helpt.

Ik voel me leeg vanbinnen, niets klopt meer en mijn gedachten liggen overhoop. Volgens mij ben ik weer eens in een depressie belandt, maar deze is anders. Deze is leeg, emotieloos, zonder enig gevoel. Geen woede, geen verdriet, geen ruzie.

Het is leeg, en dat maakt me gek. Want wat kan je doen tegen een lege ruimte? Je kan het gaan opvullen met watjes, maar alsof dat me zal helpen. Dan is het eerder een stikkamer, eentje waar je gekild wordt door watjes.

Kijk, daar gaan we weer. Mijn gedachten zijn totaal ontspoord, ik word langzamerhand gek. Misschien ben ik dat al wel, weet ik het. Het maakt me vrij weinig uit, ik wil gewoon weer een goed, fijn en gelukkig leven leven. Niet zoals dit, dat moet toch nooit de bedoeling van het leven zijn?

En ook mis ik Stephanie en Skylar enorm. Ze kunnen niet langskomen, omdat ze op dit moment examens aan het maken zijn. Ik maak ze via de computer, niet dat ik er iets van bak. Volgens mij heb ik op elk examen een een gehaald, ik heb het finaal verkloot.

Maargoed, wat maken mij die stomme examens uit. Ik weet toch niet welke studie ik wil doen, of wat ik überhaupt ga doen als de jongens weer op tour gaan. Als zij weggaan zal ik terug moeten naar Londen en daar onderdak moeten zoeken.

Hopelijk vind ik een klein appartementje, dat zou al genoeg zijn. ik heb wel geld geërfd van mijn ouders, wat nu wel handig uitkomt. Maar toch, ik moet natuurlijk wel een baantje gaan nemen om rond te kunnen komen. Werken in de bediening lijkt me wel wat, mensen serveren en kleine kinderen blij maken met een mooi toetje.

Dat lijkt me wel wat, met mensen werken heb ik altijd al wel gewild. Mensen helpen, ze laten voelen dat ze niet alleen zijn en er altijd iemand zal zijn die voor ze klaarstaan. Dat is toch een geweldig gevoel? Als je mensen blij kan maken met iets dat jij kan doen, is dat niet wat het leven zo mooi maakt?

Maar ach, misschien bak ik er ook wel helemaal niets van en zit ik op mijn zestigste nog steeds achter de kassa, chagrijnig spullen over de scanner te halen. Nou nee, bedankt. Dan word ik nog lever putjesschepper in de zee, als dat überhaupt een beroep is.

Mijn gedachten worden verstoord door voetstappen die de trap oplopen. Voorzichtig wordt de deur open gemaakt en staat er een zenuwachtig uitziende Luke in de deuropening. ''Hey Rose, hoe gaat het met je?'', vraagt hij op een lieve toon.

Ik haal mijn schouders op, ik heb eerlijk gezegd geen idee. ''Nog steeds hetzelfde, denk ik'', weet ik uiteindelijk als antwoord te geven. Hij kijkt me met een bedenkelijke blik aan, en ik zie in zijn ogen een verdrietige blik. Zo kijken de jongens me altijd aan als ik me even vertoon, altijd weer die verdrietige blikken die op mij gericht zijn.

''Je moet wat gaan doen Rose, want dit heeft geen zin zo. Je zit hier al dagen en door zo te blijven zitten los je niets op, je moet verder met je leven, hoe moeilijk dat ook is'', zegt hij met een bijna strenge stem. Ik schuif een stukje naar achteren, verbaast door zijn harde toon.

Hij ziet het en kijkt me schuldig aan, waardoor ik meteen medelijden krijg. Maar ik weet dat hij gelijk heeft, dat wist ik allang. Maar het lukt niet, het lukt gewoon niet om door te gaan met mijn leven.

''Het spijt me, het.. we maken ons gewoon zorgen om je'', mompelt hij met een neergeslagen blik. Ik kijk hem verdrietig aan, zij kunnen er ook niets aandoen dat ik me zo leeg voel.

Ik sta op van het bed en loop recht richting Luke, die me een beetje verbaast aankijkt. Ik bedenk me niet en knuffel hem zodra ik voor zijn lange lichaam sta. Even lijkt hij verrast door mijn actie, maar al snel voel ik zijn grote armen om me heen.

Na een tijdje zo te hebben gestaan laat hij me voorzichtig los en kijkt me aan. ''We komen hier uit, dat beloof ik je.'' Met een kleine glimlach kijk ik hem aan, hij is zo lief voor me. De laatste dagen zijn mijn gevoelens voor hem alleen maar gestegen en elke dag komen er weer meer bij.

Zijn lieve lach, zijn hese ochtendstem, zijn glinsterende ogen, zijn kuiltjes, zijn warrige haar in de ochtend, zijn oogverblindende glimlach, ze maken me gek. Hij doet iets met me, iets wat niemand me ooit heeft laten voelen. Het is raar, al die gevoelens.

Als ik hem zie slaat mijn hart een slag over, versnelt mijn adem plotseling en begin ik zenuwachtig aan mijn shirt te friemelen. Ik bedoel maar, dat is toch niet normaal meer? Hij vindt me waarschijnlijk een enorme freak, het is hem vast ook opgevallen dat ik niet meer mezelf kan zijn bij hem in de buurt.

Een gesprek voeren is al moeilijk, ik kan niet eens een fatsoenlijke zin uitbrengen zonder een keer gestotterd te hebben of een domme fout te hebben gemaakt. Altijd lacht hij erom, maar ik weet zeker dat hij vanbinnen denkt dat er iets goed fout met me is.

En dat is het ook, er is zeker iets mis met me. Maar gevoelens laten je nou eenmaal de domste acties doen, dat heb je niet zelf in de hand. Kijk, dat ik nou een enorme uitzondering ben wist iedereen natuurlijk allang wel. Helaas voor mij maak ik dus totaal geen kans bij Luke.

Hij, een knappe, lieve bandlid van een wereldberoemde band, zal nooit vallen op mij, een simpel meisje met een depressie en geen ouders. Alsof hij ooit voor mij zou vallen, natuurlijk niet. Maar toch blijven er steeds meer vlinders in mijn buik opdoemen, ze houden niet op. Elke dag vermenigvuldigen ze zich weer, en nooit sterft er eentje af.

Ze blijven komen en komen en komen, geen enkele vlinder is van plan te gaan. Mijn buik staat letterlijk op ontploffen en met mijn gedachten over hem kan ik al helemaal geen kant op. Ik zit verstrikt in een web vol liefde, maar helaas is het alleen mijn liefde voor hem. Ik zit er alleen in, geen spoor van Luke te vinden.

Maar dat snap ik, het is logisch. Proberen om hem te vergeten lijkt me het beste idee, proberen om mijn gevoelens voor hem te laten verdwijnen. Maar helaas, dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Eenmaal voor een jongen gevallen zijn die jou nooit leuk zal vinden is hard, heel hard.

En ook al hoop ik met heel mijn hart dat hij ooit de mijne zal zijn, ik weet dat die kans niet bestaat. Hij ziet mij als een goede vriendin en ik hem als een goede vriend, en meer. Alleen het stukje meer zit er bij hem voor mij niet in, en daar kan ik niets aan veranderen.

Sleeping beauty [L.H.]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu