Nadat ze klaar was met haar werk in de bibliotheek, nam ze afscheid van de tweede receptioniste en baande ze zich een weg naar buiten. De hele dag had het voorval vanmorgen aan haar geknaagd en wist ze er geen raad mee. Wat had ze moeten doen, wat kon ze voor hem doen?
Ruw trok ze haar sjaal strakker om haar hals heen, toen ze naar buiten stapte. De lucht was al donkerder geworden, sneller dan in de zomer. Wanneer ze een zucht slaakte, kwam er een wolkje van stoom uit haar mond en liep ze dwars door het wolkje heen. Ze besloot nog eens te kijken of de man er nog zat.
Met een lichte hoop liep ze naar de hoek, maar merkte ze op dat hij er niet meer zat. Helaas was ze te laat, de man was nergens te meer te bekennen. Met een rot gevoel liep ze maar verder, naar haar huis.
Eenmaal thuisgekomen zag ze dat twee van haar huisgenoten thuis waren gekomen en weer een bende hadden achtergelaten. Ondanks het opgemaakte schema, scheen er niemand zich aan te houden, behalve zij.
Ze kwam de keuken binnen kreunde ze meteen van frustratie. Voor haar neus lag er een heuse berg aan vuile vaat waardoor er geen enkel plekje beschikbaar was om haar warme gerecht voor te bereiden.
Eindelijk plofte ze met een bakje instant-noodles op de oude bank die meteen eng kraakte. Gniffelend leunde ze achterover en trok ze haar benen op de bank waarna ze de bak met het dampende eten op haar schoot legde. 'Eetsmakelijk', mompelde ze zachtjes als ze ook een beetje doelloos voor zich uit staarde en dacht ze meteen aan de oude man van vanmorgen. Ze hoopte dat hij wel wat te eten had gekregen en ook een fijne slaapplek had voor vannacht. Want, het was zeker dat het koud ging worden.
'Bzzt, bzzt, bzzt,' Klonk haar wekker de volgende ochtend weer en begon ze meteen vermoeid te kreunen. Met een diepe zucht gooide ze het dekbed van haar benen vandaan en kleedde ze zich aan. Een nieuwe dag was aangebroken.
'Tijd om te werken,' Mompelde ze afwezig tegen zichzelf als ze naar de dagplanning van vandaag keek. Ze mocht vandaag haar handen uit de mouwen steken bij het plaatselijke cafeetje als serveerster. Maar ineens lichtten haar ogen op als ze eraan dacht dat ze hetzelfde pad als gisteren moest nemen, waarbij er een kans zou zijn dat ze de man weer tegen zou komen.
Ze vroeg zich meteen af waarom dat haar alerter maakte, ondanks ze hen niet eerder zag, waren er in New York vast wel meer zwervers zoals hij. Maar toch maakte deze oude man iets in haar los en wist ze niet goed waarom.
Weer met haar handen diep in de zakken gestoken, liep ze in een stevige tred over het trottoir naar het centrum van New York. Alleen hield ze nu extra goed haar ogen open, om maar een glimp van de oude man op te kunnen vangen. Wanneer ze bij het welbekende hoekje terecht kwam, keek ze eerst voorzichtig om het hoekje met een gevoel van hoop. Maar zodra ze het hoekje om liep, trof ze helaas geen zwerver aan.
Met een teleurgesteld gevoel liep ze verder naar haar werk. Zodra ze overstak, wist ze nog maar net een langs scheurende taxi te ontwijken en stapte ze licht geïrriteerd de café binnen. 'Goedemorgen,' riep ze door de lege café en doemde er een man van rond de vijftig jaar op die haar goedemorgen terug wenste.
Met de uren die er verstreken, keek Helène zo nu en dan naar buiten. Naar de vele mensen die voorbij liepen en de vele straten die ze vanaf haar punt kon zien. Ze had het gevoel dat ze aan het zoeken was naar de oude man.
Toen ze aan het eind van de middag bijna wilde opgeven, voelde ze hoe haar hart een sprongetje maakte als ze zag waarnaar ze zocht. Voor haar neus zag ze meteen het bekende smoezelige jas van de oude man, die aan de straat aan de overkant aan het slenteren was. Ze zag hoe de anderen hem met een boogje voorbij snelden en begon ze te zuchten.
Ze voelde een onbekend verlangen in haar lichaam groeien, om naar hem toe te gaan. Om te vragen of hij niets aan hun botsing had overgehouden en hem iets aan te kunnen bieden, maar moest ze helaas doorwerken. Haar baas had het heus wel opgemerkt dat ze er vandaag niet voor de volle honderd procent aanwezig was.
Met een lichte tweede waarschuwing werd ze namelijk weer bij haar taak gehouden, en besloot ze maar nu maar eens goed door te werken. Want als ze dat niet deed, zou ze binnen de kortste keren ook op de straat belanden.
Gelukkig kon ze zich nu wel op haar taak focussen. Want ze dacht het nu ongeveer te weten, dat de man hier vast uit de buurt kwam en zal blijven. Dus die zal vast niet op een dag verdwenen zijn.
JE LEEST
The Winter Wanderer | Dutch - Watty Award Winner!
Teen Fiction♡ Winner van de Watty Awards 2019 - Nieuw Volwassen! ♡ Credits voor de cover gaat naar @Minkadesign! Wanneer Hélène, een jonge meid van twintig jaar op een koude, winterse dag haar gebruikelijke pad neemt naar de stad, komt ze hevig in een botsing...