- 24 -

128 14 2
                                    


Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.



Na haar kleine gebed, zag ze Mason met een zachte blik in zijn ogen, naar haar kijken voordat hij zich op zijn pannenkoek stortte. Grinnikend besloot ze haar pannenkoek met poedersuiker te versieren voordat ze het oprolde en in stukken sneed.

De eerste paar tellen aten ze in stilte, maar zag ze wel hoe de oude man zijn ogen sloot en al murmelend zijn hoofd knikte. Wanneer hij weer zijn ogen had geopend, om lustig een volgende stuk pannenkoek in zijn mond te happen, keek hij met twinkelende ogen op naar haar. 'Zó lekker!' Fluisterde hij met zijn mond vol en begon ze te grinniken.

'Fijn dat je het lekker vindt, Mason. Het is een oud familierecept van mijn oma..., met kaneel erin.' Fluisterde ze speels terug. Daardoor begon het hoofd van Mason zich nog heviger te knikken. 'Kaneel! Daar ben ik gek op.'

En zo begonnen Helène en Mason aan een praatje. Hij vroeg haar of ze familie had en schudde ze daarna haar hoofd waarna ze even begon te zuchten. 'Mijn ouders zijn overleden bij een ongeluk met een vrachtwagen, zo een drie jaar geleden.' Fluisterde ze met een licht trillende stem.

'Het spijt me...,' Hoorde ze hem fluisteren en schudde ze snel haar hoofd met een glimlach. 'Het geeft niets, je kon het toch niet weten.' Mompelde ze zacht.

'Ik hoop wel dat je nog familie hebt waarbij je de feestdagen kunt vieren?' Vroeg Mason voorzichtig aan haar, maar schudde ze wederom haar hoofd.

'Nee,' zei ze zacht. 'Na de begrafenis keek er niemand naar mij om. Naast mijn overleden opa en oma, en nu ook mijn ouders heb ik niemand meer die iets met mij te maken wilde hebben.' Fluisterde ze beschaamd als ze ook naar haar bord keek.

'Oh, echt...?' Stamelde Mason geschokt als hij ook in een automatisme, naar haar hand reikte en deze zachtjes vasthield. 'Het spijt me verschrikkelijk om dat te horen.' Stamelde hij geschrokken.

'Ach weet je..., het is goed zo. Zoals het was en nu is.' Zei ze zacht met een groeiend vertrouwen in haar stem terwijl ze haar hand uit de zijne haalde. 'Ik ben al achttien dus heb ik geen voogd nodig. Ik overleef het prima, zolang ik maar een baan heb.' Zei ze zeker van haar zaak en haalde ze haar schouders op. 'Het leven is hard, hè?' Zei ze daarna met een glimlach rondom haar lippen.

'Ja..., dat is het zeker.' Beaamde de man voordat hij een zucht slaakte en hij zijn bestek neerlegde. 'Zo heb ik het ook ervaren toen ik mijn vrouw verloor aan kanker, en daarna mijn baan en daarmee ook het huis. En doordat ik mijn vrouw verloor, is mijn zoon ook anders geworden.'

'Oh, wat erg...,' stamelde Helène verrast. 'Ik wist wel dat je niet zomaar zwerver was geworden, als ik het zo mag zeggen.' Zei ze zachtjes en zag ze hem glimlachen. 'Maar, heb je nu nog wel contact met uw zoon?' Vroeg ze voorzichtig.

'Jawel..., maar mijn zoon is nogal afwezig de laatste tijd.' Zuchtte hij en pakte hij zijn bestek weer op. 'Mijn zoon is..., ja..., een soort meidenverslinder geworden.'

Ineens moest ze grinniken toen ze het woord hoorde. 'Het spijt me dat ik moest grinniken, maar op mijn school is er ook een jongen die zich ook verschrikkelijk gedraagt. Maar ik zeg je, als ze het met mij te maken hebben, dan hebben ze een groot probleem.' Zegt ze met een plagerig ondertoontje in haar stem, waardoor Mason op zijn beurt moest gaan lachen.

'Ja, dat zou ik wel kunnen geloven. Als ik zo vrij mag zijn, je bent inderdaad een pittige!' Lachte hij hardop en begon Helène te grinniken.


Heel de avond zaten ze gezellig aan tafel te babbelen en maakten ze zelfs grappen. Buiten begonnen de eerste dikke sneeuwvlokken te vallen terwijl ze in elkaar een goed gesprekspartner hadden gevonden.

Maar na een tijdje wierp Mason een blik op de klok in de woonkamer en besloot hij dat het maar eens tijd was om te gaan. 'Ik moet maar eens gaan,' mompelde hij als hij ook van zijn stoel opstond en naar de verwarming toe liep, waar zijn oude sokken overheen hingen.

'Moet je nu echt naar buiten gaan, Mason? In deze kou!?' Mompelde Helène verrast. Bijna wilde ze hem een slaapplek aanbieden op de bank, totdat hijzelf er tussenin kwam. 'Nee, ik moet me bij de daklozenopvang gaan melden.' Verklaarde hij terwijl hij de geleende sokken uittrok en de zijne weer aantrok.

'Ah, oke...' fluisterde ze ergens toch opgelucht. Ze was als eerste vooral blij met het idee dat hij niet buiten in de kou hoefde te slapen. Maar ook aan de andere kant, dat ze het ergens toch wel een beetje spannend vond om hem te laten slapen. Ondanks hij goed aanvoelde, wist ze dat ze niet blindelings op mensen moest gaan vertrouwen.

Terwijl ze zich naar de gang toe begaven, kreeg ze allerlei bedankjes te horen maar wuifde ze ze allemaal weg. Toen Mason zijn zware jas op zijn schouders trok, legde Helène haar hand op zijn schouder.

'Mason, morgen moet ik weer werken in het cafeetje. Maar daarna, om half zes ben ik vrij. Als je daarna langs wilt komen, bent u zeker welkom!' Zei ze met een bemoedigende stem en begon de man daarna te glimlachen. 'Dank u wel.' Antwoordde hij beleefd voordat hij de deur opende en naar buiten stapte.

In de deurpost hief Helène haar hand op en keek ze toe hoe de zwerver voorzichtig het trapje afdaalde en vervolgens afscheid van haar nam, door een hand op te steken en vervolgens de duisternis in te verdwijnen terwijl er meerdere dikke sneeuwvlokken begonnen te vallen.


Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
The Winter Wanderer | Dutch - Watty Award Winner!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu