Na die rare voorval op school met de knappe Tyson en zijn stomme vriend, had ze haar concentratie weer helemaal bij elkaar terwijl ze de tafeltjes in het restaurantje afnam met een nat vaatdoekje. Ook al was er diep in haar achterhoofd een ander stemmetje die haar weer naar oude man toe trok. Ondanks er twee dagen voorbij zijn en zij hem niet had gezien, kon ze de zwerver nog steeds niet uit haar hoofd zetten. Want vergeleken met haar situatie, moest deze zwerver elke dag weer voor eten bedelen.
Ze hoopte vurig dat hij een warm plekje had gevonden in een van de opvangcentrums en hij er wat te eten had kunnen krijgen. Zodra haar werk op haar eind liep, kreeg ze van haar baas een envelop met daarin haar salaris. Ze dankte hem voor het geld en wenste ze hem een goedenavond.
Ze stopte meteen haar handen in haar jaszakken als ze een wind in haar gezicht voelde slaan en stapte ze verder naar buiten. Het lijkt met de dag steeds kouder te worden en keek ze verongelijkt naar de donkere lucht, die grauw, bijna grijswit kleurde ondanks de verlichte lantaarnpalen.
Langzaam slenterde ze, diep in haar gedachten verzonken, over het trottoir. Dit keer nam ze een iets andere route omdat ze onderweg nog wat te eten moest kopen voor vanavond. Nadat ze haar bezoekje bij de supermarkt had afgerond, liep ze met een plastic zak aan haar hand terug naar huis.
Haar blik dwaalde voor zich uit tot ze iets nattigs op haar neus voelde. Haar neus begon er van te kriebelen en veegde ze het van haar neus af. Ze kon nog net zien hoe een klein sneeuwvlokje op haar vingers smolt en keek ze omhoog. Daar zag ze her en der kleine sneeuwvlokjes naar beneden dwarrelen en begon ze klein te glimlachen. Juist, het sneeuwen is nu officieel begonnen.
Een luide zucht slakend begroef ze haar nek dichter in haar sjaal en stak ze de vrijgekomen hand in haar jaszak als ze iets steviger door begon te lopen. Na de weg een paar keer te hebben overgestoken, sloeg ze bij een straat weer een hoek om wou ze alvast vooruit gaan kijken hoe druk haar pad erbij zou staan.
Maar zodra ze haar hoofd had opgeheven, sprong er meteen iets opvallends in haar beeld dat haar meteen stokstijf deed staan. Een paar goede meters verderop zag ze weer diezelfde oude man op de straat zitten. Haar hart maakte een sprongetje en begon ze zichzelf in beweging te brengen.
Er stroomde een gevoel van een bezorgdheid door haar lichaam toen ze de zwerver naderde. Nu het sneeuwen een beetje is begonnen, leek het volgens haar beter dat de man beschutting zou zoeken. Zonder er goed bij na te denken, haalde ze haar hand uit haar jaszak en liep ze recht op hem af.
De zwerver had haar nog steeds niet opgemerkt en ze kwam toch steeds dichterbij. Ze zag, hoe dichterbij ze kwam, dat zijn wangen aardig grauw waren en zijn hand lichtjes aan het bibberen was. Ondanks hij handschoenen droeg, waren deze niet warm genoeg voor hem.
Met een lichte frons liet ze zichzelf naast de man neerzakken en legde ze haar hand op de schouder van de man waardoor de man haar pas opmerkte. 'O, hall-' Raspte zijn stem en zwaaide hij zo met zijn beker opzij, dat deze bijna uit zijn handen glipte.
Als in een reflex greep Helène zijn beker vast, maar greep ze daarbij ook een paar vingers van hem vast. Zodra ze zijn vingers in haar blote hand voelde, ging er meteen een heleboel alarmbellen in haar achterhoofd af. Zijn hand, was koud. Ijskoud.
'U bent koud!' Bracht ze opeens uit als ze hem ook bezorgd aankeek. 'Dit is niet goed,' mompelde ze zachtjes, meer bedoeld voor haarzelf dan voor hem. Haar hersenen zochten meteen naar oplossingen om hem op te kunnen warmen. Ineens keek ze hem recht in de ogen aan en zei ze heel overtuigend dat hij met haar mee moest komen.
'Kom mee, we halen een warme kop chocomel voor u.' Zei ze vastberaden en ondersteunde zij hem zonder enige aarzeling. Ze steunde hem bij de arm en hielp ze hem al kreunend overeind. Snel keek ze om zich heen om het meest dichtstbijzijnde kraam of iets dergelijks te vinden die warme dranken verkocht. Want in het centrum lag er haast om elke hoek wel een kraampje die warme lunches of drankjes aanbood.
Ze hoorde hoe de zwerver tegen wou stribbelen, maar maande ze hem meteen tot stilte. Diep in haar achterhoofd verbaasde het haar enigszins dat deze zwerver helemaal niet stonk. Want ze had een beetje research gedaan naar de zwervers van New York en stond er bovenaan op de website dat het beste was om ze te negeren. Uit hun buurt te blijven. Omdat het overgrote deel van deze zwervers, vies stinkende en gevaarlijke drugsverslaafden waren.
Ze schudde haar hoofd als ze aan de waarschuwende website terugdacht, en keek ze naar de oude man. Nee, dat was deze oude man zeker niet. Juist precies het tegenovergestelde.
Onder het langzame lopen zocht ze steeds naar de kraampjes die nu wel erg welkom waren, tot ze eindelijk dichter bij het drukke centrum kwamen. Langzaam maar zeker kwamen ze aan bij één van de verrijdbare kraampjes en bestelde ze haast meteen een warme kop chocomel.
'Hier, neem dit aan.' Beval ze het hem bijna als ze de afgesloten beker dampende vloeistof in zijn handen duwde en hem van het kraampje weg leidde. Ze vond een overdekt plaatsje bij een gebouw en liet ze hem tegen de muur ervan leunen. Zodra hij een goed plekje had gevonden, zag ze hoe hij direct zijn beide handen om het bekertje heen sloeg en hij even zijn ogen sloot.
Met een kleine glimlach aanschouwde ze het tafereeltje, hoe de man van de warmte van de beker genoot, maar besefte ze dat hij hier niet de rest van de avond kon blijven. Ondanks de lichte sneeuwval en het sneeuw op de grond meteen wegsmolt, was het toch beter om nu al een opvang te gaan zoeken voor de nacht.
Net op het moment dat ze haar mond opende om iets te gaan zeggen, hoorde ze een tamelijk hard rommelend geluid uit de richting van de man zijn lichaam komen. Ze keek fronsend omhoog, recht in zijn gezicht en zag ze hem verongelijkt wegkijken. 'S-sorry,' mompelde hij met een raspende stem als hij zijn hand op zijn buik legde.
'U hebt duidelijk honger,' mompelde ze bezorgd en reikte ze meteen naar haar plastic zak met de boodschappen die ze eerder had gedaan. In haar tas lag er ook een kant-en-klare driehoekssandwich, gehuld in een plastic verpakking.
Zonder een greintje aarzeling haalde ze de pak met de sandwiches uit haar tas en reikte ze het de man toe. 'Hier, u hebt het harder nodig dan ik.' Zei ze zeker van haar zaak en zag ze hoe de man met grote ogen naar haar opkeek. 'Neem maar aan, het is goed zo.' Zei ze nogmaals en begon ze daarna te glimlachen. 'Als u me belooft om nu ook een opvang te zoeken voor de nacht. Ik zal met u meelopen tot de opvang. '
Ze zag hoe de zwerver het pakketje vol met ontzag aannam, het tegen zijn borst aan drukte en vervolgens driftig met zijn hoofd begon te knikken. 'J-ja, dat zal ik doen, mevrouw!' En maakte hij zich vervolgens los van de muur. Nadat hij de laatste druppels van zijn chocomel had opgedronken en het bekertje keurig in de prullenbak gooide, liep hij een beetje stram naast haar naar een bepaalde richting.
Na een heleboel meters te hebben gelopen, waren ze bij een pand aangekomen en prijkte er boven de deur dat het inderdaad een daklozen nachtopvang was. De hele rit hierheen hadden ze geen woord tegen elkaar gezegd, maar vond ze het wel oké. Ze kon hem in die tijd ook even observeren en zo ongeveer een conclusie maken; het was een man met normen en waarden die zichzelf zo goed mogelijk probeerde te verzorgen.
En dat hij een zwerver werd..., had vast met pech te maken. Dikke pech.
JE LEEST
The Winter Wanderer | Dutch - Watty Award Winner!
Teen Fiction♡ Winner van de Watty Awards 2019 - Nieuw Volwassen! ♡ Credits voor de cover gaat naar @Minkadesign! Wanneer Hélène, een jonge meid van twintig jaar op een koude, winterse dag haar gebruikelijke pad neemt naar de stad, komt ze hevig in een botsing...