- 13 -

166 14 1
                                    


Nog voordat de wekker afging, lag ze met wakkere ogen in bed te staren naar de plafond

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Nog voordat de wekker afging, lag ze met wakkere ogen in bed te staren naar de plafond. Ze was in haar eigen gedachten verzonken waarbij ze aan gisteravond dacht. Hoe ze de oude man opnieuw had geholpen en wat haar conclusies over de zwerver waren.

Het verbaasde haar hoeveel de man op haar overleden opa leek, ondanks ze flink in leeftijd verschilden. Haar opa was al over de tachtig jaar toen hij overleed, terwijl zij de zwerver ongeveer rond de vijftig tot zestig jaar schatte.

Volgens haar moest het dat zijn, dat ervoor had gezorgd dat ze zich best wel op haar gemak voelde in zijn buurt, dat ze niet bang was dat deze zwerver rare bedoelingen met haar had. Ze blikte kort terug naar gisteravond, toen ze bij de opvang waren aangekomen en slaakte ze een zucht.

Een klein besef momentje kwam bij haar op en slaakte ze een zucht. Ze besefte dat ze er heel blij om mocht zijn dat ze werk had en vooral, onbeperkte onderdak. Ze had gisteravond ook opnieuw op het internet rondgestruind om zichzelf te informeren hoe de opvang in elkaar zat. Daaruit bleek dus dat de daklozen, of zwervers, er niet de gehele dag mochten blijven. Alleen bij hoge uitzondering, als het buiten echt vroor of er een dikke pak sneeuw lag.

En dat was nu niet zo. Ze gooide haar benen over de rand en deed ze opnieuw haar routine waarbij ze ook haar gordijn open schoof. Her en der zag ze een paar vlokjes die heel langzaam naar beneden dwarrelden en slaakte ze een zucht.

Ze wist niet helemaal goed waarom ze zuchtte. Was het een zucht van opluchting of één van ongemak? Ze was opgelucht dat het nog niet té koud was waardoor ze nog makkelijk naar haar werk en school kon lopen of fietsen, maar vond ze het aan de andere kant wel ongemakkelijk dat ze zich ergens toch egoïstisch voelde. Want doordat het niet vroor, moest de zwerver nog steeds buiten ronddwalen in de kou.

Opnieuw dacht ze aan hem en rolde ze met haar ogen. Ze schudde met haar hoofd en raapte ze haar schoolspullen bij elkaar voordat ze het in haar rugzak stopte. Zodra ze de deur achter zich trok, hoopte ze erop dat het vandaag goed bleef gaan. Want voor haar gedachten doemde ineens de gezichten van de twee kwajongens op, waarvan er eentje tegen haar schouder aan had geduwd.

Maar ze schudde opnieuw haar hoofd als ze ook klein glimlachte en ze zich ietwat ontspande als ze de buitentrap af liep. Hoe groot was de kans nou dat zij hen weer tegenkwam? Ondanks hun kluizen blijkbaar bij elkaar in de buurt waren, was de school gigantisch met een heleboel studenten en verschillende lesroosters. Met een goede hoop deed ze haar oude fiets van het slot, sprong ze erop en fietste ze naar haar immense school.


Eenmaal aangekomen en haar fiets te hebben achtergelaten bij de stalling, liet ze haar ogen door het plein glijden en zag ze tot haar opluchting dat geen één van de twee jongens te zien was. Met een zelfverzekerde tred liep ze naar de deur en zwaaide ze deze met een gemak open. Meteen sloeg het warme lucht haar in het gezicht en sloot ze even haar ogen.

The Winter Wanderer | Dutch - Watty Award Winner!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu