Waggelend liep hij moeizaam over één van de drukke straten van New York. Waar hij eerst voorbij de kraampjes vol lekkernijen liep, werd hij meteen door enkele boze blikken van de mensen weggejaagd. Diep weggestoken in de kraag van zijn dikke leren jas, slaakte hij een zucht.
Met een licht knorrende maag besloot hij tegen een bakstenen wand te gaan leunen. Zijn benen konden het gewicht van al die lagen kleren bijna niet dragen, ook mede tekort aan energie omdat hij dus het voedsel moest missen. Al deze lagen aan kleding waren bedoeld om hem warm te houden op deze gure dag.
Ondanks het vandaag niet eens regende of sneeuwde, had hij het eigenlijk toch al koud. En de ochtend was nog maar net begonnen. Hij liet zich moedeloos op de koude, vochtige grond neerzakken en besloot hij zijn lege, stenen bekertje naar voren te halen. Samen met zijn bedelende hand was deze beker soms zijn redding geweest. Het voorwerp, samen met zijn hand waren bedoeld om de omstanders erop te attenderen dat hij geld nodig had.
Geld. Hét ruilmiddel om daarmee zijn maag te kunnen vullen. Geld, dat is wat mensen gelukkig scheen te maken. Geld, is het enige waar mensen wel naar om keken. En geld..., had ik nu dus helemaal niet. Eens kijken of iemand vandaag een dollar of twee wel kon missen om hem van voedsel te kunnen voorzien.
Wrang hè, dacht hij. Dat rijken vele hordes mensen achter zich aan kregen, die een graantje mee probeerden te pikken. Maar mocht men, zoals hij, geen geld hebben, werd je vermeden als de pest.
En dat is wat de passanten hier in New York precies deden. Ze liepen zonder enig omkijken langs hem en gunden ze hem geen blik waardig. Maar als ze dat wel deden, keken ze vol met afkeer naar hem om en spotten ze zelfs over hem.
Hij lachte kort bij het idee en begon hij te mompelen. 'Oh, als die mensen eens wisten wie hier nou echt op de grond zat... Dan piepten ze wel anders.' En hij trok een beschuldigende grimas.
Als hij zijn armen over elkaar sloeg en zichzelf probeerde te warmen, merkte hij op dat de stad langzaamaan ontwaakte; er liepen steeds meer en meer mensen langs hem met een dampende beker vloeistof in hun handen. Oh, wat zou hij dat ook graag willen hebben. Alleen maar om zich eraan te warmen en van binnen op te kunnen warmen.
Met een verslagen gevoel wendde hij zijn blik naar de grond, maar werd hij het volgende moment opeens ruw omver geduwd! 'Hey!' Riep hij verschrikt als hij opzij viel en voelt hoe er een gewicht op hem belandde.
Hevig geschrokken krabbelde hij terug recht als ook het gewicht snel van hem afrolde en hij aan zijn lichaam voelde of er niets mis is. Direct hoorde hij de geschrokken stem van een... meisje die zich snel excuseerde en ziet hij haar vooruitgesnelde blote handen.
Hij hief zijn hand op om aan te tonen dat hij niks had, maar zag hij hoe het meisje vliegensvlug haar handen terugtrok en kort, ter plekke verstijfde. Verongelijkt hief hij zijn hoofd omhoog onder de capuchon van zijn dikke jas en maakten hun blikken voor kort, contact met elkaar.
Maar het oogcontact zorgde ervoor dat hij zag hoe het meisje geschrokken achteruit deinsde. 'H-het spijt me...,' hoorde hij haar zich fluisterend nogmaals verontschuldigen als hij zag hoe geschrokken ze er uit zag en ze zich nog verder van hem weg strompelde. Met vooruit gestoken handen, alsof ze een geest gezien had en zich zo snel mogelijk uit de buurt wou halen.
Voordat hij ook nog maar iets kon zeggen, had het meisje zich omgedraaid en werd ze door de lichte stroom mensen meegesleurd. Weg van hem.
Verslagen keek hij toe hoe haar donkerblauwe lange jas met haar bruine lokken tussen de anderen verdween en slaakte hij opnieuw een zucht.
En dat, was het eerste persoon dat hem echt zag zitten. Ondanks het niet goed verliep, leek ze bereid om hem te willen helpen. Eindelijk contact met iemand, sinds de drie weken dat hij daar zit.
Drie eenzame en koude weken.
JE LEEST
The Winter Wanderer | Dutch - Watty Award Winner!
Fiksi Remaja♡ Winner van de Watty Awards 2019 - Nieuw Volwassen! ♡ Credits voor de cover gaat naar @Minkadesign! Wanneer Hélène, een jonge meid van twintig jaar op een koude, winterse dag haar gebruikelijke pad neemt naar de stad, komt ze hevig in een botsing...