Chapter 25

3.3K 152 0
                                        

Dagen zijn voorbij gevlogen, en nog steeds is het de zelfde situatie ik kan niet slapen, niet eten het is thuis ongezellig en op school wordt ik er steeds uit gestuurd door leerkrachten. Zij weten niet wat er gebeurd is omdat ik zei naar mijn moeder dat ze niets naar hun moet vertellen anders gaan ze medelijden hebben en dat kan ik er even niet bij hebben...
Vandaag is het weer zon dag, ik zit nu in de studie zaal omdat ik eruit ben gezegd bij Nederlands door mevrouw Patiolon maar het doet me toch niets, het enige waar ik aan denk is mijn vader ik mis hem zo hard mensen! Echt niet normaal ik stond er nooit bij stil dat ik op een dag iemand kwijt zou raken. Ik gun niemand dit gevoel, je vader die je heeft opgevoed die je heeft aangekleed, gevoed, liet lachen, je bloed eigen vader die er plots niet meer is. Ik legde mijn hoofd neer op de bank en nu pas besef ik dat ik vol zit met tranen. Ik veeg mijn tranen weg en sluit voor even mijn ogen. De stilte dringt tot me door en eventjes kom ik tot rust.
'Mag ik erbij komen zitten?' Hoor ik plots iemand zegen. Ik verroerde me niet hopend dat het niet tegen mij was.
'Selma.' Een zucht verliet zijn mond ik kon meteen raden dat het Nassim was. Nassim probeerde vaak met me te praten, hij maakte vaak oog contact en vroeg me steeds wat er met me was of het komt door zijn liefde voor mij. Maar steeds als hij me vraagt wat er is springen er tranen en loop ik weg. Hij komt dan vaak achter me aanlopen maar ik weet me altijd te vluchten.
'Selma, kijk me eens aan.' Zegt hij dan terwijl ik hem hoor zitten op de stoel.
Ik zucht en kom dan overeind.
'Wat is er toch met je Selma? Je huilt steeds zo ken ik je niet ik dacht dat-'
'Dat meisjes zoals ik niet huilen? Dat ik geen gevoel heb?' Onderbreek ik hem pissig.
Hij schud hevig met zijn hoofd.
'Dat je een sterke persoon bent.' Zegt hij dan. Ik kijk hem intens aan, meent hij dit nu? hij spant zijn gezicht en pakt dan mijn hand vast.
'Selma ik wil dat je me vertelt wat er met je gaande is, lucht je hart eens een keertje ik wil je helpen Selma.' Zegt hij terwijl hij met mijn hand speelt. Ik trek mijn hand terug en blijf hem aankijken.

'Selma, ik wil niet dat je je zo voelt ik wil dat je lacht en mij uitmaakt, ik wil dat je zegt hoeveel je me haat want dat maakt je altijd blij. Ik wil gewoon dat je terug de oude wordt Selma.' Hij wenkt zijn blik van me af en staat op.
'Ik wil je gewoon weg helpen, je weet me te vinden.' Zei hij. Even keek hij me diep aan alsof hij probeert te achterhalen wat ik denk en dan draait hij zich om en staat stil. Ik hoor hem zuchten en vlug herpak ik me. Dit is lief moet ik toe geven hij heeft super veel geduld met me en wilt me helpen ook al  kan dat niet. Niemand kan me uit deze pijn verlossen.

Ik haal diep adem en baal mijn handen tot stevige vuisten.
'Nassim.' Zeg ik met een lage stem.
Hij draait zich om en gaat automatisch naast me zitten. Hij kijkt me even aan, en dan valt zijn blik op mijn vuisten. Terwijl ik harder probeer te drukken pakt hij mijn vuisten op en opent mijn hand om vervolgens zijn hand op de mijne te legen. Hij kijkt me terug aan en knikt dan als teken dat ik verder moet praten.
'M mijn v v vader is is...' Ik stop en sluit mijn ogen.
'Weg! Hij is er niet meer.' Zeg ik in een keer. Ik voel hoe de tranen weer naar beneden rollen en hoe ik opeens twee armen rond me heen voel. Ik hou hem niet tegen, of duw hem niet weg. Ik druk hem harder tegen me aan en huil het helemaal uit.

Nadat ik geen tranen meer kan huilen maak ik me los uit zijn armen en kijk hem aan. 'Het spijt me.' Zegt hij dan.
Zonder iets te zegen sta ik op.
'Ik wil wat gaan lopen.' Zeg ik.
Hij knikt en staat ook op.
Samen lopen we de school uit, dit is spijbelen maar achja ik heb het toch niet breed de laatste tijd op school terwijl ik zo hard mijn best doe en op kom dagen.
De hele weg is het stil, je hoort vogels fluiten en soms auto's langs rijden maar dat is het dan.

'Moge Allah (swt) hem een mooie plek in het paradijs geven Allahouma Amien.' Ik pak hem bij zijn arm en hou mijn tranen in. Hij stopt met stappen en ik ook.
'Amien.' Zeg ik terwijl ik een brok in mijn keel voel.
'Selma, je moet je echt groot houden. Als je vader hier nu was zou hij niet willen dat je zoveel pijn zou leiden bovendien kijkt hij naar je. Het doet hem ook pijn jou zo te zien wil je hem pijn doen?' Ik schud hevig mijn hoofd.
Dat is niet eens het laatste wat ik wil.
'Dankje, dat had ik nu echt nodig.' Hij glimlacht even naar me en tilt me dan op.
'Nassim!' Roep ik.
'Nassim waarom pak je me plots op ik kan heus wel lopen.' Ik hoor hem gemeen en duivels lachen.
Ik probeer me los te maken uit zijn greep maar zonder resultaat. Hij is gespierd.  Niets aan te doen.

From hate to loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu