'Papa papa papa papa?' Ik loop van de trap af regel recht naar de woonkamer waar ik hem zie dozen uitpakken. 'Wat is er prinsesje.' 'Ja je roept heel de buurt bij elkaar.' Lacht mijn moeder me toe. Ze pakt een doos en stapt ermee naar de keuken. 'Ik hou van ons nieuwe huisje.' 'Ja hbibba dan blijven we hier.' 'Echt?' Vraag ik. Hij lacht en gebaart me naar hem toe te komen. Hij pakt me op en legt me op zijn benen. Vragend kijk ik hem aan nog steeds wachtend op zijn antwoord.
'Als jij hier gelukkig bent, dan gaan we hier blijven. Als je hier ongelukkig bent dan zullen we meteen onze dozen terug in de vrachtwagen legen en een plek zoeken die jou hart heeft veroverd.' Zegt hij en drukt een kus op mijn wang. Ik klap in mijn handen waarna Fouad binnen stormt met een voetbal in zijn handen. 'Babaa babaa ik wil een goal als bed dan kan ik gewoon in mijn kamer spelen.' 'Je wilt een goal? Je krijgt een goal zoontje maar als je echt wilt voetballen moet je het buiten doen anders gaat alles kapot.' Zegt hij terwijl hij met zijn benen beweegt en ik mee beweeg. Ik glimlach als ik het blije gezicht van Fouad zie. Mijn vader merkt het op en aait over mijn hoofd. 'Waar is Bilal eigelijk?' Vraagt hij naar Fouad. Fouad trekt zijn schouders op en ploft naast ons neer. 'Vast met Marouane.' Ja dat zoizo die twee zijn onafscheidelijk samen.Marouane. Marouane verdomme! Hij zou vast weten wat er is met Bilal. Hij zal vast en zeker alles weten. Ik ben er zelfs zeker van hun hadden nog sterk contact. Maar waar in hemelsnaam zal ik hem vinden, hij is steeds overal en nergens. Ik weet alleen dat hij als beveiliger in een winkel werkt maar ik weet niet welke winkel en waar.
O god.
'Gaat het wel?' Uit reflex knik ik en glimlach ik naar Nassim als ik een beker chocomelk in zijn hand zie. Hij loopt voorzichtig stap voor stap naar me toe en geeft me dan het glas die ik dankbaar van hem aanneem. Ik volg elke beweging die hij maakt om naast me te kunnen zitten en dan kijkt hij grijnzend op. Hij schuift dichter en legt zijn arm om me heen. 'Het komt wel goed.' Fluistert hij in mijn oor wat mij doet huiveren, daarom blijf ik ook voor me kijken en waag ik het er niet op naar links te kijken. Wat doet deze jongen toch met me.'Wanneer ik helemaal gefixt ben zal ik helpen en de waarheid zoeken.' Ik kijk glimlachend naar hem op als hij dat zegt. 'Maar dan moet je me wel iets beloven.' Zijn ogen glinsteren als ze met de mijne verbonden raken. Glimlachend pakt hij mijn hand vast en met de andere aait hij mijn haar achter mijn oor. 'En. Dat. Is.' Breng ik er vermoeiend uit als ik merk dat hij soort van verdwaald is. Ik slik als onze gezichten amper een millimeter van elkaar verwijderd staat. 'Dat je mij jou glimlach elke dag laat zien.' Ik glimlach mijn tanden bloot en geef hem een speelse duw. Hij lacht en trekt zijn wenkbrauwen op. 'Was dat niet goed genoeg?' 'Ik had beter verwacht.' Zeg ik uitdagend.
'Oh.' Komt er uit zijn mond. Ik ben degene die deze keer breed grijnst en hem amuserend aanstaar. Hij voelt het en kruist zijn armen over elkaar terwijl hij zijn blik geen moment van me af wend. Ik spleet mijn ogen en al snel zitten we midden in een staar wedstrijd.'Als je knippert hè.' Ik trek mijn wenkbrauw op maar hou mijn ogen nog open. 'Dan wat?' Even zie ik een kleine sexy rimpel op zijn voorhoofd dat betekend dat hij nadenkt, ik moet me inhouden want als ik lach gaan mijn ogen gegarandeerd dicht. 'Dan geef je me een hele lange kus.' Met rode wangen ontmoeten mijn ogen de zijne weer. Hij grijnst vermaakt en likt zijn boven lip uitdagend. 'En wat als jij knippert.' 'Dan mag jij iets verzinnen.' Hmm. Wat zal ik hem laten doen. Ik weet niets. 'Dan ga je voor mij koken.' 'Deal!' Roept hij er meteen achter.
'Smile.' Ik krijg de neiging te knipperen gewoon weg om mijn lippen op de zijne aan te drukken. Ik wil hem gewoon zo graag kussen op dit moment maar mijn trots ligt in de weg. Ugh. Als de bel gaat kijken we allebei op en drie keer raden wie er eerst heeft geknipperd. Als een klein kind sta ik op en stamp met mijn voeten hard op de grond alsof ik net een nieuwe knuffelbeer heb gekregen. 'Gewonnen!' Roep ik een draai nog een rondje rond Nassim voor ik naar de deur toe loop. Ik open de deur en glimlach naar de man. 'Een pakketje voor meneer Nassim.' Ik glimlach nog breder. Hij verloor door een postman. Ik teken het papiertje dat ik voor me krijg en neem de doos naar binnen.
'Je hebt post.' 'Heb ik daarvoor mijn kus moeten verliezen?' Zucht hij. Ik leg het pakketje neer en loop naar hem toe. Ik stop nog net voor hem en hurk op mijn knieën. Zijn gezichtsuitdrukking kan ik niet lezen maar het is niet fout. Ik pak hem van zijn halstrui en trek hem tot net voor mijn lippen naar me toe. Zijn ogen gaan van mijn ogen naar mijn lippen. Ik glimlach en hij grijnst. Wanneer hij dichter naar me toe komt, schuif ik ook dichter maar net dat onze lippen elkaar even raken schuif ik naar achteren. 'Je verloor.' Lach ik. 'Erg gemeen.' Hij steekt zijn tong naar me uit en valt weer achterover.'Selma.' 'Hmm.' Ik woel met mijn handen in Nassim's haar. We liggen naast elkaar op de bank alleen ik lig meer naar voren en leun met mijn hoofd tegen een kussen. Nassim ligt helemaal op de bank. 'Denk je vaak aan hem?' Ik haal diep adem. 'Ja elke dag.' Ik verstijf als ik zijn hand op mijn been voel. Ik hap naar adem en probeer weer op gang te komen. Letterlijk alles in mijn lichaam tot het kleinste druppeltje bloed is op pauze gezet door deze aanraking. 'Ik weet zeker dat je vader erg trots is op je.' Ik ontwaak uit mijn trance en druk een kus in zijn haar. 'Jou moeder is ook erg trots op jou ben ik zeker van.' Zijn kaken spannen even aan maar wanneer ik met mijn handen weer door zijn haar begin te woelen ontspant hij.
Eigelijk zijn we een soort van gemaakt voor elkaar. Qua verloren personen begrijpen we elkaar maar al te goed, het voelt eigelijk best goed iemand te hebben die je echt begrijpt en het gevoel met je mee deelt. Ook al doet het pijn het is alsof het wat verdeelt word. De pijn. 'Je weet toch euh dat.' Hij slikt en houd mijn hand vast. 'Ze zullen altijd en plekje in ons hart hebben.' Zegt hij en drukt mijn hand op zijn hart. Ik voel zijn hart tekeer gaan en ergens fleurt me het op. Het maakt me blij en al helemaal bij de gedachtes dat het door mij zo tekeer gaat. 'Jij duivel.' Grijnst hij en legt mijn hand terug op zijn haar. 'Je genoot ervan.' Zegt hij abrupt. 'Misschien.' Antwoord ik met een glimlach. 'Jij bent erg.' Ik kijk niet op maar weet al te goed dat hij aan het grijnzen is. Typisch.
Heyy, damn sorryy voor te lang geen deel geplaatst te hebben. Sorry. Soorrryy. Sorrryy❤️
Ik ga met een nieuw verhaal beginnen.
The second chance. Ik blijf maar nieuwe verhalen schrijven en nog geen een is al klaar maar komt wel goedjes.
Hoe gaat het met jullie?Kisssesss
Foodlover🍕

JE LEEST
From hate to love
RomanceKen je dat wanneer je denkt alles al gezien en gehoord te hebben? Wanneer je denkt dat het niet meer erger kan maar het tegendeel toch wordt bewezen. Sommige mensen weten waar ze voor leven, wat hun doel is, wat ze willen bereiken en ik? Ik weet nie...