Chapter 75

2.2K 136 20
                                    

'Waar ga je heen dan?' 'Naar Nassim's huis.' Antwoord ik en neem de eerste afslag rechts om Dessie af te zetten. Ze zet de radio aan en stilletjes probeer ik gewoon aan niets te denken.

'Ugh.' Grom ik en zet de radio uit.
'Ik ben zo... ik weet het niet maar ik vertrouw dit opeens niet meer. Ik ben bang dat... dat hij me pijn gaat doen dat dit alles en spel voor hem is zoals bij Adan.' Dat voelt beter.
'Dat gaat niet gebeuren selma, je weet dat het deze keer anders is.' 'Nee dat weet ik niet.' Niet te vergeten hoe Koppig dat ik ook ben. 'Hij is Adan niet, bovendien wilde hij je in die tijd zelfs beschermen voor hem plus hij steunde je ermee.'

Daar heeft ze een punt. Hij steunde me heel erg toen ik erachter kwam en hij was er ook voor me toen ik mijn lieve vader verloor en toen mijn moeder ziek was.

'Ik weet het gewoon niet.' Ik breng de auto tot stilstand en wacht tot Dessie afstapt. Maar dat doet ze niet, inplaats daarvan kijkt ze me meelevend aan en kauwt ze irritant op haar kauwgom. O god ik ben vandaag echt erg getest op vlak van geduld.
'Ga je nog uitstappen of?' Zeg ik geïrriteerd.

'Je moet niet oordelen vanwege het verleden, je kan niet meteen conclusies trekken vanwege een persoon en gelijk denken dat elk persoon zo is. Je moet het jezelf bewijzen dat het niet altijd hetzelfde is.' Ze opent de deur en spuugt haar kauwgom uit. Godzijdank.
'Geef hem een kans, iedereen verdient op z'n minst één kans. Geef hem de zijne om het jou te bewijzen.' Ik knik en laat haar woorden even tot me bezinken als ze uitstapt en naar haar voordeur loopt. Ze zwaait nog naar me voor ze naar binnen loopt en mij versteend en verzonken in gedachtes achterlaat. Ze heeft gelijk, ze heeft zo erg verdomd gelijk.

Met een trillende hand druk ik op de deur bel. Ik ben zo bang, bang dat hij real met me zal zijn en ik het verknal.
Als de deur word open gezwaaid ontmoeten zijn ogen de mijne. Perplex kijkt hij me bewonderd aan waardoor ik me zelfs rood begin te voelen.
Mijn blik valt op zijn staande houding, hij leunt tegen de deur met een hand aan de achterkant van de deurlink gedrukt.
Zwakjes pers ik een glimlach op mijn gezicht. Ik wil niet onbeleefd klinken of iets in die richting maar mag ik nog naar binnen het is ijskoud. 'Nassim wie is daar?' Hoor ik zijn vader van binnen af luidkeels vragen. 'Selma.' Antwoord hij simpel, ja simpel ik voel zelfs geen sprankeltje enthousiasme. 'Laat haar dan binnen waar wacht je op!' Roept zijn vader deze keer. Hij slaat de deur nog wijder open en laat mij er langs. Als ik eenmaal binnen ben loop ik gewoon door naar de woonkamer en groet zijn vader. 

'We hebben je lang niet gezien.' Zegt zijn vader die mij doordringend aankijkt. Ik nip van mijn thee en kijk hem dan glimlachend aan. 'De dagen zijn  kort voor je het weet is het weer donker.' 'Ja klopt klopt.' Zegt hij weer op zijn beurt glimlachend. Het enige wat mij echt irriteert is Nassim die nog helemaal niets heeft gezegd. Hij staart me alleen maar aan en steeds als ik hem betrap kijkt hij zelfs niet weg. Zeer ongemakkelijk dus. Ik durf zelfs te wedden dat zijn vader de spanning tussen ons voelde.

'Waar is Raha eigelijk?' Vraag ik als ik haar afwezigheid op merk. 'Oh ze is in haar oude kamer, ze had tijd nodig voor haarzelf maar ik denk dat je even kan gaan kijken.' Hij glimlacht naar me en ik knik hem toe. 'De trap op en dan links tweede deur.' Keurig volg ik zijn aanwijzingen en kom voor haar deur te staan. Aarzelend klop ik een en open dan de deur als ik niets hoor.

Ik sluit de deur achter me en hol me naar haar toe als ik haar huilend voor haar bed op de grond aantref. Ze kijkt even op maar laat haar dan weer gaan. Ik val naast haar op mijn knieën en laat haar even gaan.

Ik sla mijn arm om haar heen en trek haar in een warme knuffel. Alleen haar gesnik is nog hoorbaar.

Ik kijk op wanneer ik haar hoor lachen en laat haar dan los. Ze kijkt me lachend aan en trekt me dan in een knuffel. 'Zorg goed voor hem ook al ben ik er zeker van dat je het zal doen.' Fluistert ze in mijn oor. Ik knik rustig met mijn hoofd en kijk haar glimlachend aan als ik me weer terug trek. 'Waarom blijf je niet als je hier gelukkiger bent?' Vraag ik. Ze haalt diep adem en laat en hand over haar haar gaan. Typisch deze familie. 'Dat is het juist, ik ben ongelukkig omdat ik hier niet gelukkig ben en daar wel snap je?' 'Ik begrijp je helemaal.' Het klinkt krankzinnig, doordacht en het slaat nergens op. Maar ik begrijp precies wat ze bedoelt en kan het ook nog eens plaatsen.  'Hou je van hem?' Ik kijk op van haar vraag en trek me dan overeind. Als ik terug recht sta op mijn twee benen trek ik haar ook omhoog.
'Waar is je koffer?' Vraag ik tot een poging. 'Alles heb ik daar gelaten, ik heb hier wat en daar. Maar hou je van hem?' Herhaalt ze haar eerdere vraag weer. Ik zucht diep en plof op haar bed neer. 'Hij daarin tegen houd echt van je.' Zegt ze wat me doet opkijken. En warm gevoel en angstaanjagend neemt beslag van mijn lichaam. 'Z... zei hij dat?' Stotter ik. 'Ik ben zijn zus, ik voel dat soort dingen.' 'Maar de vraag is of jij ook-' 'Raha! We moeten nu gaan als je de vlucht nog wilt halen!' Word ze onderbroken door haar vader die beneden staat te roepen.

Ze kijkt me met tranen aan als ze afscheid heeft genomen van haar broer en hem iets toe fluisterde, wat een grijns op zijn gezicht leverde.  'Ik denk dat ik je zo slecht ken, en dat ik je nooit zal vergeten.' Zegt ze glimlachend door haar tranen heen. Een hemelse korte lachje van vreugde verlaat mijn mond als ze me in een knuffel trekt. 'Hou je goed.' 'Jij ook schat.' Ze veegt haar tranen weg en drukt nog een kus op Nassim's wang voor ze naar de auto toe loopt. Ik en Nassim kijken voor de deur toe hoe ze weg rijd met haar vader. Als ze helemaal uit het zicht zijn en Nassim nog steeds staat te kijken loop ik recht terug naar binnen.

Ik hoor hem niet achter me aankomen en plof dus op de bank. Pas na enkele minuten hoor ik de deur dicht gaan en verschijnt hij in de woonkamer. Ik doe alsof ik naar de tv kijk terwijl hij de bekers van tafel in de keuken legt. Ik wil hem zo graag helpen nu. Als hij ze in de keuken heeft gelegd zie ik hem van mijn ooghoek uit naast me neer zakken. Ik focus me op de kale man op tv, die al snel zwart word.
Nassim gooit de afstand op de bank en kijkt me afwachtend aan.
Ik draai met mijn ogen en kijk dan naar het plafond die plots zo intersant wit is.

Hij laat een diepe zucht horen en maakt dan een klak geluid met zijn tong. 'Lucht je hart Selma.'

Ik kijk op naar hem als hij me die ene vertrouwde blik geeft. Ik weet dat ik hem moet vertellen wat ik denk en voel maar is dat wel verstandig nu? 'Ik euh..'
'Ja?' Zegt hij zacht.

'Ik weet gewoon niet.... hoe zit het tussen ons nu?' Breng ik eindelijk boven tafel. Hij trekt zijn wenkbrauwen uitdagend op en bijt dan gefrustreerd op zijn onderlip. 'Jezus Selma, was dat het?' Zijn hand vliegt over zijn haar heen en zachtjes maar toch zo aantrekkelijk gaat hij er over heen. Ik rol met mijn ogen als hij naar me grijnst. Hij schuift naar me toe tot hij geen centimeter van me verwijderd is. Wanneer hij glimlachend met zijn hand over mijn wang wrijft verstijf ik tot op het kleinte botje in mij.

Don't forget to
Vote⭐️
Comment💬
Tag👥

From hate to loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu