Chapter 61

2K 113 11
                                    

Het ene moment schijnt de zon zo fel, fluiten de vogels zo mooi, lijken de mensen zo aardig, ziet aller er zo stralend uit. Maar het andere moment leer je de zon kennen, dat ook het licht duistere kanten heeft. Je leert de valse vogels kennen, de mensen liegen en bedriegen en voor je het weet val je in die put. Die diepe en oh zo moeilijke put. Sommige mensen halen het, en klimmen eruit. Anderen geven het op en vallen erin.

'Benti word wakker.' Een rilling gaat door me heen als ik mijn ogen open en besef waar ik nog steeds ben. In het ziekenhuis. Ik kijk naar de klok en zie dat het twee uur 's morgens is. Oke?
Dan richt ik mijn ogen op de opgezwollen, rode ogen van Nassim's vader. Een traan rolt over zijn wang als hij contact met me maakt. Met een ruk sta ik op en plaats mijn hand op mijn mond voor het geval ik ga schreeuwen zonder dat het nodig is.

Mijn hart gaat tekeer, ik voel dat ik elk moment kan neervallen gewoon weg uit schrik. Schrik dat dit echt is.
Nassim's vader zet zich neer en ik probeer me in te houden. Vertel wat er aan de hand is!
'Wa-' voor ik mijn zin of nee mijn woord kon afmaken schud hij zijn hoofd, en dat was voor mij een teken te zwijgen.
'Hij was weg,' zijn ogen dalen naar de grond. 'We waren hem voor eventjes kwijt.' Herhaalt hij. 'Als het langer duurde, waren we hem voor altijd kwijt.' Op dat moment, dat moment dat hij het zei dat exacte moment stroomde de tranen nog harder, ik schreeuwde Nassim's naam en ik voelde dat ik elk moment kon neer storten.
Nassim's vader probeert me te kalmeren maar niets lijkt te helpen. 'Ik wil hem niet kwijt 3amou.' Ik ben langs een kant blij dat zijn vader me niet buitensluit. 'Dat zal niet gebeuren benti.'

Ik loop heen en weer door de gang. Nassim's vader is in slaap gevallen op de bank. De arme man heeft de afgelopen dagen haast niets geslapen.
Als ik even door het raam kijk is het pikdonker, alleen een witte gedaante in de verte vangt mijn aandacht op. Een trilling gaat over me heen. Ik voel me hier plots niet goed over. Ik sluit mijn ogen eventjes en wanneer ik ze open is het weg. Foetsie.

Ik loop op de trappen naar de coma afdeling. Ik trek dit echt niet meer. Net als ik Nassim's deur open wil doen gaat mijn mobiel af. Vlug gris ik ernaar en doet mijn geluid uit zodat ik stiekem naar binnen kan. Ik stop mijn gsm terug in mijn broekzak en open voorzichtig de deur om hem dan weer achter me te sluiten.

Ik veeg voor de zoveelste keer mijn tranen weg terwijl ik Nassim vertel hoeveel ik hem mis en terug wil. Dat ik niet zonder hem kan en hem bij me wil.

Korte deel yeah i know, but school is killing me. Letterlijk. Ik ga niet meer zo vaak schrijven ik hoop dat jullie het begrijpen moet nu even voor school werken tot ik vakantie heb dan zet ik er wel nog delen op. Erna moet ik me echt meer concentreren.

Laat vote en reactie achter ❤️

From hate to loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu