Chapter 62

2.2K 118 18
                                        

Ik veeg voor de zoveelste keer mijn tranen weg terwijl ik Nassim vertel hoeveel ik hem mis en terug wil. Dat ik niet zonder hem kan en hem bij me wil.

'Ja Fouad, ik ben nog met Dessie.' 'Ben je zeker?' 'Ja man.' Ik probeer zo overtuigend mogelijk te klinken maar het lukt voor geen meter. 'Luister lieve sis ik ben nu bij Dessie en jij bent niet te bekennen nadat je zogezegd boodschappen bent gaan doen.' 'Ik ben onderweg hoor.' 'Oké waar ben je nu en voor real want ik zei maar iets over die boodschappen.' Gosh waarom? Een zucht verlaat mijn mond. Zou ik eerlijk zijn? 'Is Bilal met je?' 'Nee ik ben alleen.' 'Goed ik ben in het ziekenhuis.' 'Wat! Wat doe je daar?! Is alles wel goed met je wat is er gebeurd!' 'Rustig Fouad met mij is niets gebeurd gewoon met een vriend die in coma ligt.' 'Ik kom eraan.' 'Vertel aub niks aan mama en Bilal.' Nadat ik die woorden uitsprak verbrak hij de verbinding zonder te antwoorden. Geweldig.

Als ik de dokter voor de zoveelste keer langs lopen overweeg ik hem tegen te houden. Ik loop naar de deur en roep zijn naam. Hij draait zich om en komt dan tot bij mij. 'Hoe is de toestand van Nassim?' 'Lieverd, we moeten gewoon afwachten en geduld hebben.' 'Maar weten jullie al iets meer?' Hij schud zijn hoofd en geeft me een medelijdend glimlachje. 'We hopen alleen maar dat hij spoedig wakker zal worden.' 'Wanneer dan? He! Wanneer!? Jullie wachten al zo lang en doen helemaal niets we zijn nu al meer dan twee weken verder!' 'Rustig meid, zoals ik al zei dit soort zaken kost tijd veel tijd.' Zonder nog te antwoorden loop ik door hem heen, ik weet dat als ik blijf staan ik helemaal door het lint zou gaan op hem. En terecht niet? Hij is dokter kan hij niet met zijn staf zwaaien.

Ik zet me neer op een stoel in de wachtzaal en kijk rond me heen. Ik word hier gek, gek van deze plek en gek van deze geur die hier hangt. Ik zit hier letterlijk dag en nacht ik ben bang dat ik de hoop begin op te geven.
Mijn aandacht word getrokken door een meisje die binnen komt en tegenover mij van de tafel gaat zitten. Haar ogen zijn opgezwollen en ze ziet er nog bleker uit dan mij.
Dan komt Nassim's vader binnen die lief naar me glimlacht en zich naast het meisje zet. 'Wanneer was je van plan me dit te vertellen he.' Zegt het meisje nu. Nassim's vader kijkt haar lang aan en wend dan zijn blik op mij af. 'Wanneer verdomme! Wanneer was je van plan me te vertellen dat Nassim in coma ligt! Na twee weken pas!' Roept ze. Ik schrik van haar uitbarsting. Hoor ik het nou goed? Wat is ze van Nassim dan? Zus? Een kennis? Zijn vriendin? Of iets van zijn vader? Nee zo oud is ze niet. Ik schat haar maar twee jaar ouder dan mij.
Ik kijk naar Nassim's vader die met zijn voeten nerveus op en neer wiebelt.
'Antwoord.' Fluistert ze hees. De tranen rollen weer over haar wang, en Nassim's vader trekt haar in een knuffel waardoor ze uitbarst in tranen.

Ik sta op en loop de wachtzaal uit, mijn hart kan dit niet aan. Helemaal niet.
Mijn hart huilt van pijn.
'Selma?'
Ik keer me om en kijk in Fouad zijn bezorgde ogen. Zonder te twijfel loop ik op hem af en trek hem in een knuffel waardoor ook ik in tranen uitbarst. 'Sssht stil maar.' Sist hij me.
'Kom laten we beneden in een café zitten waar we rustig kunnen praten.' Ik knik en veeg mijn tranen pijnlijk weg, mijn wangen doen pijn door het warm water dat erover rolt.

'Wat wil je drinken?' Vraagt hij me dan na in een hele lange stilte mij aangestaard te hebben. 'Water.' Komt er hees uit. 'Water?' Herhaalt hij. Ik knik. Ik begrijp zijn water herhaling helemaal, ik drink bijna nooit water geloof me veel te weinig ik kom door met frisdrank of choco of thee maar water niet.
Hij knikt dan en loopt naar de balie toe.

Ik merk hoe de cafetaria steeds voller en voller word, daarna trekt een vrouw die binnen komt mijn aandacht. Dezelfde dat met Nassim's vader in de wachtzaal zat. Ik keek naar Fouad die druk bezig was aan de balie en stond dan op en liep naar het meisje toe.
'Mag ik erbij zitten?' Vraag ik. Ik weet eigelijk niet waarom ik naar haar ben toe gekomen maar ik moest. Ik moest iets trok me mijn hart wilde het. En als er iets is dat ik geleerd hem is vast en zeker naar je hart luisteren, meestal heeft je hart het dan juist zelfs op onjuiste manieren.

From hate to loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu