Chapter 71

2.3K 127 12
                                        




'Dus jij beweert dat het mama geen pijn zal doen als ze er zelf achterkomt?' ratelt Fouad aan een stuk door. ughh dit gaat al heel de dag zo, hij heeft schuldgevoelens namens mijn moeder omdat Bilal ook haar zoon is en ze het recht heeft dit te weten maar ik wil haar hierdoor niet in coma krijgen. 'Nee dat beweer ik helemaal niet, maar Fouad ook al vertellen we haar dit je weet wat de gevolgen hiervan zullen zijn.' zeg ik en sla mijn laptop dicht op mijn knieën. 'Hoe kunnen we dit geheim houden voor haar? ik bedoel vroeg of laat-' 'Komt ze er toch achter maar tot die tijd zullen we er alles aandoen om haar die ellende en pijn te sparen begrijp je dat?' onderbreek ik hem en leg mijn laptop op tafel. Ik hoor hem achter me diep zuchten wat voor mij en teken is dat hij zich eindelijk even stil zal houden. 'Ik wil haar gewoon niet kwijt, niet weer.' zeg ik als ik inderdaad merk dat hij weg wilt stappen. Hij kijkt me even na een dan loopt hij de woonkamer uit.


Met barstende hoofdpijn grijp ik naar een glas water en paracetamol  terwijl ik een deken over me mee het huis mee schouw. Ik grom als ik eindelijk op de bank neer plof en dan de deurbel afgaat. Fouad is niet thuis dus ik kan gewoon blijven zitten en doen alsof ik niet thuis ben of weer strijden tot aan de deur. Na even te aarzelen besloot ik maar om voor optie twee te gaan, je weet maar nooit wie er voor de deur staat. Ik gooi de deur in een klap open en meteen worden mijn ogen groot. Een glimlach van hier tot daar verschijnt er op mijn smoel. 'Hey.' ik knik ook als begroeting omdat ik even niets te zegen heb, alsof ik mijn tong verloren ben wat ik wel vaker bij hem had als hij bij me in de buurt is. 'Laat je me nog binnen of?' grinnikt hij. Ik schuif  aan de kant en hij rijd met zijn rolstoel naar binnen. Hij rijd meteen de woonkamer in, hij weet het allemaal nog zijn. Ik loop achter hem aan met een brede glimlach. Ik kan mijn gevoel nu op dit moment gewoon weg niet beschrijven, hem zien maakt mijn dag en heelt mijn hoofdpijn cliché he maar toch is het zo.

Als hij overweegt van zijn rolstoel te staan om op de bank te zitten hol ik naar hem toe en laat hem op me steunen. Hij kreunt even voor hij comfortabel op de bank zit.
Ik zet me meteen naast hem en sla mijn deken nog hoger over me heen. 'Hoe gaat het?' Knipt hij de draad meteen door. Ik pak de afstand en zet het geluid uit. 'Goed hamdoulilah met jou Nassim? Voel je je al beter?' 'Het gaat vele beter lieve Selma.' Zegt hij wat me even wel warm maakt. 'Wil je thee?' 'Graag.' Ik trek het deken over me heen en loop naar de keuken.

Nassim. Nassim. Nassim. Nassim. Nassim. Klinkt er in mijn hoofd terwijl ik de mint blaadjes was om ze in de bekers te stoppen. Ik zet de waterkoker aan en staar dan door de achterdeur naar de tuin. Ik denk  dat ik het hem vandaag ga vertellen, dit is mijn enige beste kans om het te zegen. Ik bedoel we zijn alleen en geen familie die ons gesprek kan storen. Ja ik zeg het vandaag.

Ik schrik op als ik weeral de deurbel door het huis hoor klinken. Ik betwijfel dat het Fouad is. 'Selma.' Klinkt zijn warme hese stem door de woonkamer. 'Ik kom al open doen.' Stel ik hem gerust. Ik sla mijn deken nog strakker om me heen en loop naar de voordeur.
Mijn ogen ontmoeten meteen zijn vurige ogen. Hij duwt me zonder pardon naar binnen en slaat de deur dicht. Uit reflex duw ik hem terug maar hij was me voor en pakt mijn pols vast. 'Ik wil met je praten.' Zegt hij dan. Ik schud hevig mijn hoofd en voel de tranen opkomen, ik voel me mishandeld. 'Selma?' Hoor ik Nassim bezorgd zegen vanuit de woonkamer. Adan's ogen vergroten maar als snel verschijnt er een grijns op zijn smoel. Hij is iets van plan. Voor ik het weet laat hij mij los en loopt de woonkamer in. Ik volg hem naar binnen en voel dan meteen de spanning tussen de twee. Ik zie dat Nassim met zijn handen in de bank knijpt. Adan die zonder pardon ook nog eens op de bank is gaan zitten grijnst alleen maar. 'Wat doet hij hier?' Sist Nassim en kijkt mij nu aan.

Daar sta ik dan met een mond vol tanden zonder antwoord. Wat doet hij hier in vredesnaam. Ik heb hem niet gevraagd te komen, ik wilde zelfs niet dat hij hier terug komt wonen. 'Ik denk dat ik dan maar ga en jullie wel alleen laat.' Zegt hij frusterend  als hij mijn twijfelde blik ziet. 'Nee!' Roep ik en loop naar hem toe. 'Nee nee, je blijft hij gaat. Ik weet bij god ook niet wat hij hier komt doen ik zweer het Nassim!' Ratel ik aan een stuk door. Ik haal even een adem pauze en richt me dan tot Adan. 'Ga weg nu!' Roep ik naar hem en sta op. 'Ik wil dat je oprot en je hier nooit meer vertoont! Ik wil je niet meer zien of horen!' Roep ik gefrustreerd.
Hij klakt met zijn tong maar staat dan tot mijn verbazing op. 'Ik wist niet dat jullie twee nu iets hebben, nooit gedacht jullie leken me net water en vuur.' Lacht hij even maar blikt dan serieus op me. 'Dat gaat je geen moer aan, ze vroeg je te vertrekken rot dan op.' Zegt Nassim op een angstaanjagend manier. Ik moet Adan nu weg krijgen, het is niet goed voor Nassim's gezondheid  hij hoort het nog rustig aan te doen. 'Adan ga weg.' Zeg ik weer op mijn beurt. Hij draait zich om naar Nassim en dan terug naar mij en schenkt me een knipoog. 'Is goed ik regel wel nog iets.' Mompelt hij en laat zich zelf uit. Als ik de deur achter hem hoor dicht gaan haal ik opgelucht adem. 'Sinds wanneer is hij terug?' Zegt Nassim die met zijn hand door zijn haar gaat. Ik haal mijn schouders op en loop terug naar de keuken.

Ik neem de bekers en de waterkoker vast maar staar algauw doelloos voor me uit.
Waarom kan hij gewoon niet weg blijven? Het doet me geen pijn meer maar ik wil niets meer met hem te maken hebben. Dat begrijpt hij toch wel, dat begrijpen jullie toch ook wel? Soms wil je gewoon met slangen niets te maken hebben, eenmaal je gebeten bent en genezen van het gif wil je niet weer gebeten worden.

'Au!' Grom ik en loop naar de kraan toe. 'Rot ding.' Zeg ik en hou mijn hand onder de kraan. Je raad het al. Ik heb inplaats de waterkoker in de bekers geschonken op mijn hand die op tafel lag. 'Wat is er!' Hoor ik achter me. 'Laat zien!' Hij neemt mijn hand vast en kijkt er grondig naar terwijl ik alleen maar naar hem met open mond kijk. 'Waarom was je er niet met je verstand bij? Stel nou dat je hand nu een andere kleurtje krijgt. Selma!' Gaat hij door en houd mijn hand terug onder de lauwe kraan. 'Waar ligt je verbanddoos? We moeten je brandwonde insmeren.' Zegt hij met zijn ogen nog steeds bezorgd op mijn hand gericht. 'Nassim.' Fluister ik.

'Anders gaat die opzwellen en d-' 'Nassim.' Onderbreek ik hem nu klaar en duidelijk. Hij hijst zijn hoofd eenbeetje omhoog terwijl hij mijn hand nog vast heeft kijkt hij me onderzoekend aan. Ik blik kort op zijn benen en glimlach dan breed. Hij kijkt me even nog steeds verward aan maar dan lijkt het tot hem door te dringen als hij ook naar zijn benen kijkt. 'Je bent hier helemaal naar toe gelopen.' Zeg ik vol vreugde en sla meteen mijn armen om hem heen.

Ik heb zon hoofdpijn, zon hoofdpijn.
Maar goed, ik besef nu pas hoe lang ik bezig ben met dit verhaal. En ben al bij deel 71. Stilaan afronden of nog langer houden? Ik  begon ook te denken van zou ik in de toekomst en deel twee maken van later maar dat is een idee voor nog lang niet.

Vote⭐️
Comment💬
Tag👥

Kisss
Foodlover🍕

From hate to loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu