Het was twee uur in de nacht geworden.
Ik was moe.
Nadat de gasten weg waren, begon ik mijn uniform schoon te maken. Vervolgens ging ik het huis schoonmaken, en het was te omschrijven in één woord.
Vies.
Het was heel, héél erg vies.
Ik was dus rond twee uur gaan slapen, wat betekende dat ik over vier uur weer moest opstaan, om te mediteren. Ik geloofde niet echt in het christendom; ik interesseerde mezelf meer in Aziatische geloven.
Dus toen ik om zes uur wakker werd, deed ik mijn dagelijkse ochtendrituelen en voordat ik er erg in had, was ik al bij mijn kluisje. Vermoeid vertelde ik zachtjes aan Felicity het hele verhaal wat er de dag ervoor was afgespeeld. Haar ogen werden eerst groot van schrik, maar toen ze hoorde wat ik had gedaan klapte ze trots in haar handen. Vervolgens ging de bel, en ze rende weg met een vuist in de lucht, schreeuwend: 'Girlpower!'
Hoofdschuddend liep ik naar mijn lokaal. Na eenzame uren gehad te hebben, ging de bel voor de grote pauze. Ik wachtte op Felicity, maar toen ik zag dat ze met een groepje stoere meiden en jongens omging, besloot ik stilletjes naar mijn schuilplek te gaan. Ik liep stiekem naar het trappenhuis. Ik liep de trappen op, helemaal tot boven aan het schoolgebouw en ging toen zitten bij de doodlopende gang. Waarom zou ik niet? Er komt hier toch niemand, en er zijn hier geen camera's.
Ik zat er al best lang, want onze pauzes duurde vijfenveertig minuten. Nadat ik had gegeten zat ik met mijn aardrijkskunde boek op mijn schoot toen ik ergens ver vandaan me gelach hoorde. Het boeide me niets, maar toen ik ze dichterbij hoorde komen, verstijfde ik, pakte snel al mijn spullen en ging snel een bergingskast in, terwijl ik die klem zette met een stoel. Ik ging opgelucht zitten op de stoel en keek rond. Het was er stoffig en donker, en ik merkte voor het eerst dat het geen bergingskast was. Het was een doorlopende gang.Een soort tunnel... Griezelig.
Huiverend dook ik in mijn boek. Toen ik zacht gemompel hoorde, probeerde iemand de deur open te doen. Met mijn adem ingehouden bleef ik als bevroren zitten. Wie komt hier nou? Ik keek nieuwsgierig uit het sleutelgat, maar het enigste wat ik zag, waren een paar spijkerbroeken. Geweldig. Hier kom ik ook verder mee. Ik hoorde weer gemompel, alleen wat duidelijker dit keer: 'Raar, normaal staat hij open.'
Ik pakte stil alles in en besloot de gang in te lopen. Toen ik halverwege de tunnel was, hoorde een dreun tegen de deur. Ik versnelde mijn pas en op het einde van de gang kwam ik uit op een deur, die heel zwaar was om open te duwen. Terwijl ik mijn adem inhield, keek ik door de kier die ik had weten te produceren. Alweer hoorde ik gelach, alleen dit keer van voor me. We bevonden ons op het dak. Hier en daar waren tassen gegooid, jongens en meisjes zaten met hun handen steunend op de grond, of bungelden gevaarlijk op de rand.
Heel normaal, zou je zeggen. Gewoon een stelletje debielen die cool proberen te doen.
Maar... er was niets normaal hier.
Want iedereen die hier zat, had grote, kleurige vleugels.
Glanzend witte en puur zilveren vleugels.
Ik schudde mijn hoofd. Misschien sta ik te hallucineren, omdat ik te weinig heb geslapen.
Even dacht ik dat het echt was, want sommige waaghalzen sprongen van het dak af, om vervolgens hun grote, witte of zilveren vleugels uit te slaan en lachend boven te komen. Ik wilde net achteruit deinzen en weg rennen, toen ik een gezicht voor mijn neus zag. De vleugels leken van dichterbij nog groter. 'Wat doe jij hier? Wie ben je?' vroeg het meisje dat voor me stond. Ze had een neuspiercing en goudblond haar. En toen wist ik dat ik niet stond te hallucineren.
Ik begon te gillen en rende weg, maar ik kwam maar tot halverwege de gang, omdat ik tegen iets hards op botste. Ik werd tegengehouden om op de grond te vallen. Mijn kreet werd gesmoord en ik keek trillend op naar de persoon, om te zien dat diegene ook vleugels had.
Helderwitte, donzige vleugels.
Maar dat was nog niet het angstaanjagende.
Want de persoon die me had opgevangen, was niemand minder dan Raphael.
Ik maakte me snel los uit zijn armen en wreef goed in mijn ogen. Misschien droom ik. Misschien is dit een nachtmerrie, een hele slechte.
'Ik word gek. Dit is niet echt...' sprak ik mezelf toe. Ik begon weer te gillen toen er een cirkel om me heen werd gevormd. Woeste en arrogante blikken keken mijn kant op.
Ik maakte me zo klein mogelijk. 'Hé, Amara...' hoorde ik Raphael zeggen. Hij pakte mijn schouders vast, maar ik wurmde me snel los.
'Zeg me dat ik droom. Zeg me dat wat hier gebeurt, niet waar is.' Ik keek hem smekend aan. Hij zuchtte, wendde zich af en keek me toen aan met een verdrietige blik. 'Ik denk dat het tijd is dat je het moet weten.'
'Wat moet weten? Waar heb je het over?' Mijn blik schoot overal heen. Ik begon sneller adem te halen. Ik voelde me verstikt tussen al die vleugels. Ik begon zwarte stippen te zien voor mijn blikveld.
'Dat wij,' hij gebaarde naar iedereen om ons heen, 'engelen zijn. En jij bent een demon.'
Mijn blikveld werd helemaal zwart. Voordat ik ook maar als een zak ineen viel op de grond, werd ik opgevangen door de stevige, warme handen van Raphael.
Dat was het laatste wat ik voelde, voordat mijn hele leven op zijn kop stond.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Waahh!! Twee updates in twee dagen!
Vergeleken mijn andere boeken natuurlijk niet zoveel, maar goed...
IK HAD INSPIRATIE!
Eigenlijk niet; VeroniqueVlaanderen had gevraagd om een hoofdstuk...
Dus tadaa, hier is een hoofdstuk!
ADIOSSS
ps: THANK YOU VOOR HET REAGEREN, STEMMEN EN LEZEN!
JE LEEST
He's the Angel, I'm the Demon ✔ || #Netties2017
Fantasy|| VOLTOOID || 'Alsjeblieft, laat me gaan.' smeekte ik. Hij had een jongensachtige grijns op zijn gezicht. Hij zette een stap naar voren, waardoor ik naar achter stapte. De regendruppels gleden van zijn gezicht en vielen op de grond. Hij zag er gev...