~Hoofdstuk 22.~

4.9K 277 160
                                    

'Stop!' 

Ik duwde Raphael van me af, waardoor de kus onderbroken werd. Hij keek me met een diepe frons aan.

'Hou er verdomme mee op! Wat doe je mij aan? Waarom voel ik die tintelingen, telkens wanneer je mij aanraakt?!' Riep ik gefrustreerd uit.

Er brak een glimlach uit op zijn gezicht en zijn ogen schitterden.

'Lieve, lieve Mara. Snap je het dan nog steeds niet? Wij hoorden bij elkaar in je vorige leven. We horen bij elkaar en dat zal voor altijd zo blijven. Dit keer zal ik er voor zorgen dat die demon, Owen, niet meer tussen ons komt.' Zijn ogen vonkten vuur toen hij zijn naam uitsprak. Om zichzelf een beetje te kalmeren, streek hij met zijn hand over mijn wang heen.

'Welk vorige leven?' riep ik wanhopig uit.

'I-ik snap het niet meer, Raphael. Waar heb je het over? Kende je mij al van mijn vorige leven?' vroeg ik terwijl mijn stem trilde. Ik vertrouwde deze engel niet meer. Was het waar? Moest ik uit zijn buurt blijven, zoals Owen had gezegd?

'Rustig aan.' Raphael pakte mijn schouders vast en dwong me een paar keer in en uit te ademen. Toen ik weer een beetje gekalmeerd was, liet hij me zitten op mijn bed.

'Kijk me aan.' beval hij me.

Toen ik geen krimp gaf, pakte hij mijn kin vast en keek ik door zijn groene, diepe ogen. Het leek alsof ik door een bos keek, waardoor ik zacht naar adem hapte.

'Ik wil dat je mijn handen vastpakt en je ogen dicht doet.' Braaf volgde ik wat hij zei. 'Probeer je hoofd te legen en laat je emoties los. Ja?' Langzaam knikte ik. 'Goed. Als het nu goed is, zie je mij. En jezelf. Samen, gelukkig.' Hij sprak elk woord duidelijk en langzaam uit, zodat er een beeld in mijn hoofd vormde. 

Het klopte. 

Ik zag Raphael en mezelf; we hadden nogal ouderwets kleding aan, als je het mij vroeg. Het leek alsof ik helemaal opging in mijn gedachte; het leek alsof mijn geest zich verplaatste in die van mijn ouderwetse ik. Ik vergat het heden en vertrok naar het verleden. 

De nacht was blauw, net als de maan. Ze stonden op een brug, waar verder niemand was. Het was stil buiten de nachtdieren, de wind ruiste en Raphael staarde mijn vorige ik diep aan. 'Blijf bij me,' smeekte Raphael haar toen ze zichzelf duizelig voelde. Hij hield mijn vorige ik dicht tegen zich aan, alsof ze elk moment kon verdwijnen. 

Eerst begreep ik het niet, maar toen begon hij te spreken. 

'Ik weet dat het mijn schuld is dat dit gebeurt. Ik zou de straf moeten krijgen. Ze snappen niet dat wij van elkaar houden, dat we bij elkaar horen. Ik beloof dat ik op je zal wachten, tot je terug komt. Volgende keer zal ik voorzichtiger doen, zodat ze je niet meer van mij kunnen afpakken.'

Tranen kwamen in de ogen van mijn vorige ik op. 'Ik hou van je en zal dat altijd doen, Rafaël. Vergeet dat niet.' Ze drukte nog een laatste kus op Rafaëls lippen voordat ze langzaam opging in rook, een hoopje as bleef over op de plek waar ze net stond. 

Rafaël schreeuwde het uit en zakte op zijn knieën. Tranen stroomden vrij over zijn wangen heen en hij raakte het hoopje as aan dat achtergebleven was. Naast het hoopje as lag een rode tulp, wat ze voor hem achter had gelaten.

Eeuwige liefde.

Het was het teken dat hun liefde nog bestond. 

'Ik zal je weer vinden, Mara...' fluisterde Rafaël naar de blauwe maan.


Met een flits openden mijn ogen zich, zoekend naar Rafaël. Niet Raphael, maar Rafaël. Mijn Rafaël.

Hij stond geknield voor mij, zijn ogen vol pijn en hoop. Ik snikte en de tranen rolden over mijn wangen. Hij veegde ze sussend weg en trok me in een omhelzing. 

Alles kwam terug; de puzzelstukken werden eindelijk goed gezet. Ik herinnerde me opeens het meeste van mijn vorige leven. Rafaël en ik waren elkaars geliefden. We hielden van elkaar en waren onafscheidelijk. We ontmoetten elkaar stiekem, in de nachten, omdat niemand ons accepteerde. Het was onacceptabel.

Het kon gewoon niet, demonen gingen nou eenmaal niet om met engelen, net zoals engelen niet met demonen omgingen. 

Op een dag waren we op heterdaad betrapt; we hadden afgesproken om samen te gaan vliegen in de nacht. Het was Owen die ons betrapte. Hij bracht het nieuws gelijk naar de directeur, die er een zaak van maakte en naar De Raad stapte. Uiteindelijk moesten Rafaël en ik toegeven en werd ik gestraft: zo kon Rafaël zo een fout niet meer maken. De straf was erger dan we konden denken. De Raad besloot dat ik "gereïncarneerd" moest worden en dus alles zou vergeten over mijn vorige leven. Rafaël had gesmeekt dat hij de straf wilde, maar omdat hij een aartsengel was en dus belangrijk was mocht hij niet doodgaan. Ze vreesden dat de weegschaal zou doorslaan als dat gebeurde.

Het zou gebeuren in the blue hour, oftewel l'heure bleue. Dat is het moment dat de maan blauw is, net als de nacht. Omdat demonen en engelen niet zomaar dood konden gaan, moest ik dood op een speciaal moment. 

Dat moment had ik dus net "gezien".

'Oh Rafaël... Waarom? Waarom had je me het eerder laten zien? Ik hou zielsveel van je,' huilde ik, terwijl ik me vastklampte aan zijn shirt. Alsof hij mijn enigste hoop was.

'Het maakt niets uit,' fluisterde hij in mijn haar. Zijn vingers streelden mijn rug. 'Ik heb je nu. En ik laat je nooit meer gaan, dat beloof ik.' 

Voor een paar minuten stonden we stil. Beiden waren we diep in gedachten, maar het besef dat we weer bij elkaar waren was het prettigst. Woede laaide in me op toen ik aan Owen dacht. Hoe durfde hij? Eerst stal hij me van mijn geliefde af door jaloezie, en toen ik eenmaal terug was, werd hij bevriend met mij? 

Om wat?

Wat hij ook in zijn schild voerde, ik zou niet meer naar zijn praatjes luisteren. Ik hoorde bij Rafaël, niet bij hem. 

'Mara,' fluisterde Rafaël. Ik maakte me van hem los en keek naar hem op. Hij kantelde zijn hoofd, peinzend. 'Vind je het goed dat ik je weer Mara noem? Of wil je...' Ik onderbrak hem snel. 'Ik vind alles goed, Rafaël.' Hij glimlachte en liet zijn hand door zijn haar gaan. 

De aandrang om hem ter plekke te kussen werd groot. Hij kon mij zo snel verleiden. Mijn hart vertelde mij dat ik hem dicht bij me moest houden, maar mijn hersenen vertelden dat ik rustig aan moest doen.

Ik had al zo lang gewacht.

Ik gaf mijn hart gelijk en ging op mijn tenen staan, om mijn lippen voorzichtig tegen de zijne aan te drukken. Een shock ging door me heen en ik wist zeker dat Rafaël het ook voelde, want hij bevroor voor even. Hij herstelde zich al snel en duwde me tegen zich aan. Zijn handen gleden langzaam over mijn lichaam heen en stopte bij mijn middel. Mijn handen woelden door zijn haar, terwijl ik soms een korte ruk gaf. 

We gingen zo op in elkaar, dat we de deur niet hoorden opengaan. Het licht ging aan.

Lilith gilde, maar stopte zichzelf door een hand voor haar mond te plaatsen. Haar ogen werden groter, haar handen trilden.

'What the hell?!' 

~~~~~~~~~~~~~~~~

Oehhh...

Ze zijn betrapt! *kuch kuch*

Wat zal Lilith doen? Zal ze het net als Owen verklappen?

EN OMG! RAFAËL EN MARA HOREN BIJ ELKAAR!

Trouwens: vinden jullie het beter dat ik Raphael en Amara schrijf, of toch Rafaël en Mara?

ADIOS.

IK BEN KLAAAAAARR MET MIJN LEVEN.

Xxx J.

He's the Angel, I'm the Demon ✔ || #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu