~Deel 2, hoofdstuk 17.~

1.7K 130 81
                                    

A/N: Dit is mijn eerste kerstcadeautje :D Merry Xmas!
Genietttt <3

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Het was hopeloos.

Natuurlijk zou Owen niet winnen tegen dertien mensen. Ik snapte dat het mensen waren en hij dus nog een kans had, maar het laatste beetje hoop dat ik had vervloog op het moment dat ik hem uit het oog verloor. 

"Doe voor niemand, maar dan ook niemand de deur open."

"Blijf in de auto."

"Blijf binnen totdat ik je kon halen."

De neiging om naar buiten te gaan werd met de seconde groter. Hoe kon ik hem daar buiten alleen laten, terwijl ik toe moest kijken?

Ik kon hem dit hem niet nog een keer aandoen.

Op het moment dat ik besloot de auto uit te gaan, herinnerde ik me zijn dwingende ogen. 

Gefrustreerd schoof ik weg van de autodeur en haalde een hand door mijn vochtige haren. Ik merkte dat ik rilde, al had Owen me een jas gegeven. Het voelde alsof het met de minuut kouder werd. Kippenvel had zich over mijn hele lichaam verspreid. 

Met mijn ogen gesloten rolde ik me op tot een bal. 
Het zou goed komen. Hij zou zichzelf hieruit redden. Hij zou ons hieruit redden.

Ik schrok op toen er iets tegen de auto aan knalde. Het was Owen.

Hij was met zijn rug tegen de auto aan geduwd. Zijn ene vleugel... hing omlaag. 

Had hij zijn vleugel gebroken?

Rillingen liepen over mijn rug heen. De pijn die hij wel niet moest voelen...

Hij werd opeens opgepakt en verder weg gegooid, ongeveer vijf meter van de auto vandaan, waarna hij over de grond rolde en roerloos bleef liggen.

Vier mensen verzamelden zich om Owen heen. Hij bewoog nog steeds niet.

Hoe konden mensen dit doen? Er was wel iets mis. Wat als ze geeneens mensen waren?

Maar... wat waren ze dan wel?

Zonder nog verder na te denken sprong ik tussen de twee stoelen naar voren toe en drukte met mijn platte hand op het stuur. Het geluid van de honk gonsde na over de hele plek, tegelijkertijd trok ik de aandacht van de mensen die om Owen heen stonden. Ze draaiden zich langzaam om en begonnen naar de auto te lopen. 

Naar mij.
Dit was geen goed idee geweest.

Ik gilde en bedekte mijn hoofd met mijn handen toen het raam neer werd geknuppeld. glasscherven vlogen om me heen, de koele lucht van buiten raakte me in mijn gezicht. Uit angst schoof ik naar de andere kant van de auto toe. 

Mijn wanhopige poging om naar buiten te vluchten verdween, omdat de deur nog op slot zat. 

Wat moest ik doen? 
Nee, nog beter: wat kon ik doen?

Eén van de mensen was naar binnen geleund en had de auto van het slot gehaald. 

Hebbes.
Dat was mijn kans.

Ik gooide de deur aan de andere kant open en sprong naar buiten, tegelijk liet ik mijn vleugels tevoorschijn komen. Degenen die in mijn weg kwamen, duwde ik opzij en ik vloog naar boven toe, de lucht in. 

'Owen!' schreeuwde ik van boven af. Hij lag nog steeds roerloos op de grond. Tranen begonnen in mijn ogen te vormen. 'Owen!' riep ik nog een keer, dit keer trilde mijn stem.

'Amara. Amara!' Mijn hoofd schoot op, en een paar meter van mij vandaan vloog Rafaël.

Het leek alsof het maanlicht van hem afstraalde. Zijn bezorgde blik was op mij gericht. Maar wat ik opmerkte was Feli. 
Rafaël had haar vast, zij stond op zijn voeten. 

Natuurlijk. Feli was geen engel of demon. Ze had geen vleugels. Daarom moest Rafaël haar dragen.

Hij vloog naar me toe en met trillende vinger wees ik naar Owen. De mensen stonden tot mijn opluchting niet meer om hem heen. Ze stonden op afstand toe te kijken, waarschijnlijk bang omdat we nu met z'n vieren waren.

'Waarom ligt hij op de grond? Is hij bewusteloos?' vroeg Feli met gefronste wenkbrauwen.

'Hij... I-ik...' stamelde ik, terwijl ik van Owen naar Rafaël keek.

'Amara. Kijk me aan.' Ik deed wat Rafaël van me vroeg en keek hem aan. Hij zei: 'Blijf hier. Ik zal hem halen.' Hij wilde naar beneden vliegen, maar ik stopte hem.

'Hoe ga je dat doen? Je draagt al iemand.' mompelde ik.

Feli en Rafaël keken elkaar aan, niet wetend wat ze moesten doen.

Dan moest ik maar actie ondernemen.

Zonder iets te zeggen dook ik naar beneden, om Owen te halen. 'Amara. Amara!' schreeuwde Rafaël. 'Niet gaan! Niet-'

'Dit is het enige wat ik nog kan doen.'

Ik wist niet of ik hem kon dragen.
Ik wist niet of hij nog bewusteloos was.
Ik wist niet of dit allemaal mijn schuld was.

Maar wat ik wel wist, was dat ik Owen moest redden.

Al zou het me mijn leven kosten.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Ja, ik weet dat het einde op niks slaat. Ik voel gwn dat ik in een writer's block wordt getrokken en ik doe er alles aan om te blijven schrijven...

Ik weet niet of ik morgen ook een hoofdstuk ga posten voor tweede kerstdag, maar ik zal mn best doen :)

FIJNE KERSTVAKANTIE, MY LOVES ❤

A+D+I+O+S

XXX Jaani

He's the Angel, I'm the Demon ✔ || #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu