~Deel 2, hoofdstuk 33.~

1.8K 145 79
                                    

A/N: stem. Reageer. Geniet.
(...bij 60 stemmen komt het volgend hoofdstuk...)

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

'Ik snap het niet. Hoe was jij daar gekomen? Waar waren we überhaupt? Hadden ze je ontvoerd? En wat was de echte reden dat Owen zo deed? Wilde Mara echt... dat we weer een werden? Trouwens, kunnen we hier wel blijven- woont hier niet iemand?' 

'Dat... waren heel veel vragen, Amara.' zuchtte Rafaël terwijl hij zijn thee terug zette op de salontafel. Hij gaapte, rekte zich uit en plaatste zijn handen achter zijn hoofd. Hij was nog niet volledig geheeld, al deed hij zijn best om zo normaal mogelijk te doen. 

Jammer voor hem dat ik er zo doorheen kon kijken.

Het huis waar we in waren was klein, maar knus- ik gokte dat het een vakantiehuis was. De inrichting was namelijk... heel simpel. De muren witgeverfd, er waren niet veel meubels, alleen het hoognodige. Boven waren twee kamers met het plafond zo laag dat ik gebukt moest lopen om mijn hoofd niet te stoten. 

Het slechte nieuws was dat we geen elektriciteit hadden. Er was weliswaar water, maar als we geen kaarsen hadden gevonden in een van de keukenlades zouden we nu in het donker zitten. 

Hoe we binnen waren gekomen? Ik dacht hoofdschuddend terug- hoe hij inbrak. 

*1 uur eerder*

'Wat ben je aan het doen?' vroeg ik sissend aan Rafaël, die over het lage hekje heen sprong en een handgebaar maakte dat ik hem moest volgen. Met tegenzin klom ik over het hek heen en volgde hem. Hij was om het huis heen gelopen en keek naar binnen via een kleine raam. 

'Wat doe je?' herhaalde ik, dit keer dringender. 

Hij draaide zich om en knikte. 'Als ik dit kleine raampje ingooi, kan ik met mijn hand de deur open doen.' Hij gebaarde naar de deur die naast het raampje was. Ik knikte een beetje, maar begon mijn hoofd heftig te schudden toen ik hem een steen zag oppakken. 

Hij gooide de -relatief grote- steen door het raam heen voordat ik hem kon stoppen. Het geluid van brekend glas vulde mijn oren en ik kromp ineen.

'Ben je gek geworden?' riep ik uit toen het geluid afstierf. Ik gaf hem een duw en schudde mijn hoofd. 'En jij noemt jezelf een Engel?' zei ik met irritatie in mijn stem.

Hij mompelde iets zoals "er is geen andere oplossing" en haalde alleen zijn schouders op voordat hij zijn arm voorzichtig door het gat stak en naar de hendel van de deur reikte.

Enkele tellen later hoorde ik een zachte klik en ging de deur open op een kiertje. Rafaël draaide zich naar me om met een grote grijns op zijn gezicht. 'Het is schandalig hoe slecht mensen hun huizen beveiligen. Ongelofelijk.'

Een beetje beledigd legde ik mijn hand op mijn hart. 'Ja, want mensen moeten ook echt voorbereid zijn op inbraken van Engelen en Demonen in een of ander oerwoud.'

'Oerwoud? Denk je dat we in Afrika zijn?' Hij lachte en zwaaide de deur open. 'Ga je hier blijven staan, of kom je met me mee?'

En dat was hoe we hier strandden. Rafaël had het huis twee keer gecontroleerd op verdachte dingen, terwijl ik had uitgevogeld dat het huis geen elektriciteit had- alleen water. We besloten ons op te frissen, ondanks hoe vermoeid we voelden.

Voornamelijk om het bloed en de nare herinneringen weg te wassen.

Het duurde ongeveer een half uur voordat we warm water hadden. Nog een kwartier voordat we bruikbaar kleding hadden gevonden. Nadat ik klaar was met douchen checkte ik de keuken en vond veel droog eten zoals crackers en noedels.

He's the Angel, I'm the Demon ✔ || #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu