~Deel 2, hoofdstuk 38.~

1.6K 107 65
                                    

Dromen waren voor mij nachtmerries.
En de nachtmerries waren dromen.

Want in mijn dromen was ik gelukkig. Ik was blij en had alles wat ik ooit had gewild. En dat maakte me angstig, omdat ik wist dat ze nooit uit zouden komen. 

Hetzelfde gold voor mijn nachtmerries.
Ik wist dat ze nooit uit zouden komen.

Daarom was het voor mij net als een droom- ik hoefde me namelijk geen zorgen te maken. 


De dagen na de dood van Feli gingen tergend langzaam. 

Ik had Rafe zowat gesmeekt om me niet naar de Hel te brengen...
...want ik wist dat ik voor altijd zou breken als ik Feli daar zou zien.

Hij had een huis voor me geregeld, net buiten een stad. Ik kon er blijven zo lang als ik wilde, had hij gezegd.

Dus verliepen mijn dagen alleen.
Ik had geen flauw idee waar Rafaël was.
Tegen Owen had ik niet gesproken.
En ik was nog steeds woedend op het feit dat Rafe alleen had toegekeken en niets had gezegd op het moment dat Feli zichzelf stak.

"Wees blij met hem."
Dat was het laatste wat hij tegen me had gezegd toen hij verdween.

Zuchtend legde ik het boek neer waar ik de afgelopen kwartier naar had zitten staren. Ik hoorde het zachte geluid van regen dat tegen het raam aantikte en liep naar de keuken toe. 

Waar is Mara eigenlijk?
Is ze vrij van Rafe of niet?

Wilde Owen echt dat Mara en ik weer een werden?

Ik schudde de gedachte van me af. Het was fijn om weer normaal te doen- een normaal leven, zonder problemen met Demonen en Engelen. Ik wilde dat ik terug kon gaan naar de tijden waarin ik een normaal mens was.

Met een kop thee in mijn handen slofte ik naar het raam toe. Inmiddels was het begonnen met onweren. Vroeger was ik bang voor bliksem en kon ik niet slapen in de nachten, maar nu was het een opluchting voor mij. Het was een bevestiging dat ik echt op aarde was, en niet in de Hel.

*DiNg dOnG*

Ik fronste en liep op een rustig tempo naar de deur toe. Het was zeven uur in de avond en ik verwachtte niemand.

Toen ik de deur open maakte op een kier, kreeg ik een déjà vu gevoel. 
Rafaël stond daar, met zijn handen op zijn hoofd om de regen tegen te houden, en een kleine glimlach op zijn gezicht. 

Zijn vleugels. 

'Rafaël.' mompelde ik terwijl ik zijn gezicht scande. Hij leek... beter. Gezonder. Het leek praktisch alsof hij... straalde.

'Ga je me nog binnen laten? Ik bevries bijna,' zei hij rillend. 'Oh!' Ik opende de deur wijder voor hem en liet hem binnen, om vervolgens de deur achter me dicht te doen. 'Hoe wist je waar ik ben?' vroeg ik met mijn hoofd schuin. Hij deed zijn doorweekte schoenen en jas uit. Volgens mij was hij tot op het bot doorweekt. 'Oh. Wacht hier.' 

Ik snelde naar boven en greep een baddoek van de badkamer. Daarna haalde ik mijn kledingkast over hoop om grote kleding te zoeken. Uiteindelijk kwam ik naar beneden met een grote roze hoodie en een joggingsbroek. 

Rafaël zat in kleermakerszit op de grond en keek gedesoriënteerd op toen ik de trap af liep.

Ik bevroor even in mijn pas en merkte op hoe beter hij eruit zag. Veel beter dan de laatste keer dat ik hem gezien had. Wanneer was dat? Drie dagen geleden? Vijf?

'Hier.' Ik gooide de kleren samen met de baddoek in zijn schoot. 'Je kan je hier omkleden, ik wacht op je in de keuken.' Dat gezegd liep ik weg.

Hoe was hij hier gekomen? 
Was zijn vleugel al geheeld?
Wist hij dat Feli...

Met een diepe zucht leunde ik tegen het kookeiland aan. Misschien was het beter dat hij hier nu was. Misschien had ik gezelschap nodig, niet eenzaamheid. 

'Hey.' Ik keek op en zag dat Rafaël naast me stond. Hij keek me aan met een vragende blik en ik schudde mijn hoofd. 'Roze staat je goed,' merkte ik droog op. Hij kneep zijn ogen tot spleetjes, maar ik zag de twinkeling in zijn ogen die zei dat hij het wel amuserend vond. 'Dat was niet grappig, Amara.' Hij porde me in mijn zij.

'Hé!' lachte ik terwijl ik hem terug porde. Al snel barstte hij ook in lachen uit en gooide zijn hoofd achterover. Ik staarde naar hem terwijl zijn lach langzaam afstierf. 

'Hoe wist je waar ik was?' vroeg ik nog een keer. 

'Owen heeft het aan me gezegd,' antwoordde hij simpel met een schouderophaal. 

Owen?

'Wist je... dat... Feli...' begon ik, maar hij knikte met zijn hoofd en keek naar beneden. 'Ik zag haar.' 

'Waar?' vroeg ik fronsend. Hij wees met zijn wijsvinger naar boven. 'Daarboven. In de Hemel.' fluisterde hij.

Ik viel stil.

'Ik was geshockt om haar te zien,' ging hij verder. 'Ze merkte me op voordat ik haar merkte, weet je. Ik wilde naar haar toe gaan, vragen waarom ze daar was- maar ze schudde alleen haar hoofd en gaf me een glimlach. En toen ging ze verder.' 

Ik voelde de tranen in mijn ogen opwellen.

'Ik had geen flauw benul wat er aan de hand was. En het kostte me ook veel tijd om mijn vleugel weer in orde te krijgen. Daarom duurde het ook zo lang voordat ik weer terug kon komen naar aarde. Toen ik bij Feli's huis kwam, was er niemand. Ik wilde weer vertrekken, totdat Owen tevoorschijn kwam. Hij vertelde me het hele verhaal. Daarna vertelde hij waar jij... wacht. Amara, ben je oké?' 

Hij stopte met praten toen hij me hoorde snikken en hield me in de gaten met een bezorgde blik. Ik keek hem aan met waterige ogen en knikte. 'J-ja. Ik ben o-oké. Ga verder.' Ik veegde de tranen weg die steeds maar bleven vallen.

Maar hij ging niet verder.

'Amara.' Hij ging voor me staan en hief zijn handen op, maar keek me twijfelend aan. 'Vind je het goed als ik je aanraak?' Ik hoorde de terughoudendheid in zijn stem en knikte een keer met mijn hoofd. Hij plaatste zijn grote handen op mijn schouders en zei: 'Kijk me aan.' 

Op het moment dat ik hem aankeek gaf hij me een kleine glimlach. 'Het is niet jouw schuld, begrepen? Ik snap dat je verdrietig bent. Huil alles maar uit, ik ben hier nu.' 

Ik ben hier nu.

Iets in me brak en de tranen begonnen heftiger over mijn wangen te rollen.
Ik besefte iets, wat ik niet eerder had opgemerkt.

Ik had geruststelling nodig.
Iemand die me zou troosten.
En Rafaël was die iemand. 

Hij wikkelde zijn armen om me heen en legde zijn hoofd op mijn schouder. 'Het komt goed. Ik ben er voor je. Uit je emoties, zeg wat je wilt zeggen. Ik zal naar je luisteren.' fluisterde hij terwijl zijn hand over mijn rug wreef.

Ik besefte ook iets anders.

Namelijk dat ik hem nodig had.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Vier dagen, vier hoofdstukken.
Ik ga echt lekker man.

NOG TWEE HOOFDSTUKKEN T_T

Oke, genoeg met de tranen en emoties. Wat vonden jullie van dit hoofdstuk?

Volgend hoofdstuk zal ik de poorten open gooien om vragen te stellen voor de Q/A!
Wees er dus snel bij ;D

Ik heb dus een idee voor een nieuw boek.
Maar... die ga ik waarschijnlijk pas in juni schrijven, nadat ik klaar ben met dit boek.
Natuurlijk gaat het over demonen. Ik bedoel, waarom niet?

Oké. Over en uit voor vandaag. 

A+D+I+O+S

xXx Jaani



He's the Angel, I'm the Demon ✔ || #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu