Mason's pov
We staan bij de haven van Malenta. Dit geeft me nare herrineringen. Alles wat in Viata is gebeurd, is mijn schuld. Ze zeggen wel van niet, maar het is wel zo. Ik moet John vinden. Hij moet boeten. Net zoals Devin. En dan, dan ik.
Ik zucht.'Is er wat?' Ik draai me om en Lydia kijkt me bezorgd aan. 'Maak je, je zorge om Liana? Wees maar niet bang. Jack is nog steeds in vorm.' Ze glimlacht trots. 'Gelukkig.' Zeg ik en ik doe alsof ik opgelucht ben. Ik maak me geen zorgen om haar. Ze red zich wel, zoals altijd. Maar het is beter dat Lydia dat denkt.
'Zullen we maar beginnen?' Vraagt Danson. 'Jullie namen lijken echt sprekend op elkaar.' Zegt Lydia uit het nieuws. Ik kijk naar Danson. 'Mason, Danson.' zegt ze. 'Toeval.' Zegt Danson. 'Laten we nou maar beginnen.' En hij begint te lopen.
Lydia draait zich om naar mij. 'Toeval bestaat niet.' En dan loopt ze achter Danson aan. 'Hoe bedoel je?' Wil ik vragen, maar ze is al weg.
Ik loop achter ze aan. We zoeken een vracht schip. Heel handig op een plek waar tig schepen binnen varen. Ik pak de foto uit mijn zak. Er staat een schip op met in rode letters geschreven, Diraturu. Is dat de naam van het schip? Of een bedrijf?
'Danson!' Roep ik. Hij draait zich om. 'Wat is er?' Ik laat de foto zien. 'Waar staat Diraturu voor? Een naam? Of iets anders?' Vraag ik. Hij kijkt mij geiriteerd en ongeïnteresseerd aan. 'Hoe moet ik dat nou weten? Laten we eerst dat schip nou maar vinden en dan maken we ons druk over de betekenis, oke?' En hij loopt weer veder. Chagrijnig beest.
'Hij is een tikkeltje gestrest volgens mij.' Hoor ik Lydia zeggen. Ik loop langs de schepen. Ik probeer me te concentreren op het schip en niet op Danson, maar ik kan het schip nergens vinden.
'Zou hij weggevaard zijn?' Vraag ik aan Lydia. Ze schudt haar schouders. 'Geef die foto is.' En ze steekt haar hand uit. Ik geef de foto aan haar en ze zet haar denkgezicht op. Dat doet Liana ook altijd. Ze fronst met haar wenkbrauwen en de tong raakt haar boven lip aan. Heeft ze van de moeder zie ik. 'Wacht hier.' Ze loopt terug naar een paar mensen die we net voorbij zijn gelopen. Ik draai me om. Waar is Danson nu weer?
Ik pak mijn telefoon uit me zak. Liana. Ik kijk naar mijn inbox. Geen berichten. Dat was te verwachten. Soms wou ik dat ik dingen anders had gedaan. We waren eindelijk close, maar door een paar gebeurtenissen en ik, die alles ontweek, zijn we weer bij het begin. Het liefst zou ik haar vasthouden en niet meer loslaten, maar-
'Ik ben er weer.' Ik kijk op uit mijn gedachtes en Lydia staat naast me. 'Volgens deze mannen heeft het schip hier inderdaad gestaan, maar is gisteren vertrokken.' Ik maak en klik geluid met mijn tong. 'Hebben ze ook mensen gezien op het schip?' Vraag ik. Ze knikt. 'Ze zagen een meisje. Misschien Maddie? Waar is Danson?' Ze kijkt om haar heen. 'Geen idee. Hij is weer is alleen op pad.' Antwoord ik. 'Maar als ze inderdaad Maddie bedoelen dan zitten we op het goede spoor.' Ze knikt toestemmend.
We lopen terug naar de auto. 'Wisten we maar waar het schip heen ging.'Bij de auto aangekomen, zien we Danson staan. 'Waar was je nou?' Vraagt Lydia. 'Jullie waren te langzaam dus ik ging al vast. Nog wat gevonden?' Ik knik. 'Het schip is gisteren weggegaan met een meisje.' Antwoord ik. 'Madelin.' Zegt hij. 'Hoe weet je dat?' Vraagt Lydia. 'Iemand op het dek had het me verteld, ik liet een foto zien.'
Ik houd mijn hoofd schuin. Het schip is weg. Hoe kan hij iemand op het dek gesproken hebben? Hij-
'Zullen we nu maar terug gaan naar het hotel?' Vraagt Lydia. Ik knik, net zoals Danson. We stappen de auto terug in en we rijden terug naar het hotel. Ik ben benieuwd of Liana nog wat gevonden heeft.
--Ik loop terug naar mijn hotelkamer. Zouden Liana en Jack al terug zijn? Ik loop naar kamer 430 en ik klop op de deur. Ik hoor niemand en niemand doet open. Ze zijn er dus nog niet.
Dan hoor ik de lift deuren open gaan en ik zie Jack de lift uitstappen. Hij draagt Liana in haar armen. 'Wat is er gebeurd!' Roep ik. En ik ren abrupt naar ze toe.
'Is ze-' Ik krijg het niet over mijn lippen. Ze kan toch niet-
Jack schudt zijn hoofd. Ik laat een diepe opgeluchte zucht. Ik pak haar over en ik breng haar naar haar kamer en ik leg haar meteen op het bed. Ik zie dat haar achterhoofd bloed. Ik loop snel naar de badkamer en ik pak een handoek en wat water. Ik maak voorzichtig haar hoofd schoon. Als dit de werk is van John dan is hij nog lang niet jarig!
Ik pak wat verband uit het EHBO doosje dat in het kastje in de badkamer stond en ik verbind haar hoofd ermee. Ik leg haar nu rustig onder de dekens neer
Dan loop ik terug. 'Wat is er gebeurd?' Vraag ik aan Jack. Lydia en Danson komen nu ook naar de gang. 'Waar is Liana?' Vraagt Lydia. 'Ze had een paniekaanval. En daardoor viel ze met haar hoofd tegen een rand aan.' Antwoord Jack rustig.
Ik zie dat Lydia van schrik haar hand voor haar mond doet en mijn ogen worden groot. 'Paniekaanval? Door wat? Hoe?' Vraag ik stotterend. 'We vonden een briefje op de plek van de foto. En daar stond een nummer op.' Hij zucht.
'Ik weet niet precies wat er gebeurde, maar ze belde dat nummer op en het volgende dat ik weet, is dat ze huilt en ze kreeg geen adem meer.'
Ik had met haar moeten mee gaan! Ik had haar moeten beschermen. Beschermen van wat haar ook in deze positie bracht.
'Wat gebeurde er dan?' Vraagt Danson voordat ik het kan. Jack kijkt ons een beetje bang aan. 'Ze zei Trey.' Antwoord hij. 'Trey?' Vraag ik verward. Hij knikt.
'Ik rende naar haar toe en ze schreeuwde de woorden nee en onmogelijk.' Hij is heel even stil. 'En toen riep ze Trey. En toen viel ze met haar hoofd tegen de rand van de muur aan.' Hij zucht weer. 'Ik heb haar opgepakt en meegenomen.' Ik slik de wrok in mijn keel weg.
'Wilt dit zeggen dat ze hallucineert of leeft Trey nog?' Vraagt Danson. 'Hoe bedoel je?' Vraag ik verward aan Danson. 'Nou, het kan toch niet echt Trey zijn?' Vraagt hij. 'Of wel?' Vraagt Lydia. Danson kijkt geiriteerd naar haar.
'We zagen hem doodgaan, we hebben hem begraven. Hoe kan hij dan aan de telefoon zitten?' Hij begint te ijsberen. 'We moeten maar wachten totdat Liana wakker is.' Zeg ik. We kijken allemaal naar de deur van haar hotelkamer. 'Ik blijf wel bij haar.' Zeg ik. De rest knikt en ze lopen terug naar hun eigen kamer. Ik zelf loop naar de kamer van Liana. Als ik binnen kom, zie ik dat ze nog steeds slaapt en ik ga naast haar liggen. 'Het spijt met dat ik er niet was.' Zeg ik zachtjes en ik glijd met mijn hand over haar wang. Dan springt ze overeind.
'Trey!'
JE LEEST
[ Verkocht ]
ActionDoor een vervelende situatie word de lieve Liana naar een veiling gestuurd zonder te beseffen dat zij het item is dat geveild word aan een beroemde acteur, niet wetend dat hij maar een pion in het spel is. Zou dit te maken hebben met de geschiedenis...