35.

1.2K 62 2
                                    

Mason's pov

Ik loop verder weg en ik ga dan zitten op een muurtje.

'Wat moet ik nu?' Ik kijk naar de lucht, maar er komen geen ideeën naar boven. Ik heb de woedeaanvallen niet meer onder controle. Ik zag hoe ze naar mij keken. Bang. Ik zou zelf ook bang worden. Ik ben een lopende bom. En ik kan op elk moment ontploffen-

'Mason, je bent hier! Gelukkig.' Lydia komt aangelopen en gaat naast me zitten. 'Het is niet jouw schuld. Maar die van John.'
Ik kijk haar niet aan. 'We waren zo ver Lydia, we hadden haar bijna terug.' Ik sla met mijn vuist op het muurtje.

Dan hoor ik een ping. 'Wat is dat?' Vraagt Lydia. Ik pak mijn telefoon uit mijn zak en ik lees het bericht voor;

Van Onbekend; nieuwe strategie. Kom naar Bjanco.

"Waar of wat is Bjanco?' Ik kijk op naar Lydia. Ze heeft grote ogen en kijkt bang. 'Wat is er?' Vraag ik. Ik kijk achter mij, maar er staat niks achter mij om bang van te worden.

'Hier zijn jullie.' Jack komt aangelopen. 'Lydia?' Vraag ik nog een keer, maar ze reageert nog steeds niet. In plaats daarvan zit ze stokstijf stil. 'Wat is er met haar gebeurd?' Vraagt Jack terwijl hij haar bezorgd vastpakt. 'We kregen een berichtje en er stond Bjanco-

'Lydia!' Roept hij gelijk. Ze schrikt uit haar gedachtes en begint te huilen. Jack pakt er vast en zo zitten we even. 'Ik ga wel vast naar de auto.' Zeg ik.

Als ik bij de auto kom, ga ik achter het stuur zitten. Ik moet gelijk aan Lydia denken. Ik doe het raam open en ik pak een sigaret. Dit geeft me wel even ontspanning.

Ik heb haar nog nooit zien huilen. Ze is altijd zo sterk geweest. Het leek wel alsof ze een trauma had.
En blijkbaar wist Jack er van. Ik gooi de sigaret op de grond en dan zie ik Lydia en Jack aankomen.

'Alles goed?' Vraag ik. Jack knikt, maar Lydia blijft stil. 'Wat doen we nu?' Vraag ik. 'We gaan naar Bjanco.' Hoor ik Lydia zachtjes zeggen. 'Weetje het zeker?' Vraag ik terwijl ik via de achteruitkijkspiegel naar haar kijk. 'Heel zeker. Mijn dochter loopt gevaar en wij moeten haar vinden.' Antwoord ze. Ze klinkt zelfverzekerd, maar ik weet dat ze diep van binnen banger is dan een net geboren schildpad die naar de zee moet kruipen terwijl er meeuwen op hem azen.
--

We zijn inmiddels al een half uur onderweg en ik zie dat Lydia eindelijk in slaap is gevallen.

'Jack?' Begin ik. Hij kijkt om en wacht op de vraag. 'Wat is Bjanco?' Vraag ik. Hij zucht en kijkt evenaar Lydia en dan richt hij zijn focus weer op mij. 'De plek waar het allemaal begon.' Ik knik. 'Je bedoelt het huis waar we met zijn allen woonden toen ik nog klein was?' Hij knikt. 'Maar dat heette toch geen Bjanco?' Vraag ik. 'Inderdaad.'

Ik snap er niks van. Het is ons huis en dan weer niet? 'Ik volg je niet.' Zeg ik. 'Bjanco is ons geboorte stad. We hebben elkaar hier ontmoet, maar vanaf daar is de ellende ook begonnen.' Verteld hij. 'Zoals?' Vraag ik verder, maar dan word Lydia wakker. 'Zijn we er al bijna?' Vraagt ze. 'We zijn er al.' Zeg ik als ik de stad in rijd. 'Waar moet ik heen?' Vraag ik. 'Mijn huis.' Zegt Lydia zacht. Jack begeleid de auto naar het huis van Lydia. We komen aan bij het huis. Er woont hier niemand.

'Hoe kan het dat er niemand woont?' En ik kijk of ik beweging binnen het huis zie. 'Het staat op mijn naam.' Zegt Jack. 'Ze kon het niet verkopen.' En hij kijkt even naar Lydia. We stappen de auto uit en Lydia maakt geen aanstalten om het huis binnen te gaan. Ik kijk haar bezorgd aan. Er moet wel iets verschrikkelijks zijn gebeurd zodat Lydia er zo bang uit ziet.

'Zullen we maar naar binnen gaan?' Vraagt Jack dan. Hij pakt Lydia's hand vast en dan lopen ze naar binnen. Ik volg ze het huis in. We lopen naar de woonkamer en we gaan zitten op de stoffige bank.

'Alles is nog precies het zelfde.' Zegt Lydia terwijl ze de kamer rond kijkt.

Ik ben zo nieuwsgierig. Ik wil weten wat er aan de hand is, maar hoe vraag je dat aan iemand die getraumatiseerd lijkt?

'Ik ga naar boven.' Zegt ze en ze loopt naar de trap. 'Lydia wacht!' Roept Jack en hij rent naar haar toe. Ik sta op en ik volg ze.

'Lydia is dit wel een goed idee? Misschien moeten we maar gewoon buiten wachten.' Ze schudt haar hoofd en ik zie tranen op komen. 'Ik moet dit doen.' Verteld ze hem. Jack knikt en laat haar los. Ik zie haar langzaam de trap omhoog volgen en verdwijnt dan de gang in.

'Wat is er toch aan de hand?' Vraag ik. Jack negeert mij en loopt terug naar de woonkamer. Best, dan zoek ik het zelf uit.

Ik loop de trap op en ik loop langs de slaapkamer. Ze is niet hier. Ik loop verder door de gang en ik zie dan nog een deur. Ik klop even en ik duw hem dan open.

Lydia ligt huilend op de grond met een knuffel. Ik loop naar haar toe en automatisch omhels ik haar. Ze pakt me vast en begint nog harder te huilen.

Dan besef ik waar ik ben. Een kinderkamer. Ik zie tegen de muur het ledikantje staan. En kleertjes op de kast liggen. Alles zit onder het stof.

'Dit is een babykamer.' Zeg ik. 'Was dit jouw babykamer?' Vraag ik. Ze snakt naar adem en laat mij het knuffeltje zien.

'Nee. Di- dit is mijn ha-huis.'  Ja, dat had je al gezegd. 'Ik had di-die geko- ko- kocht toen ik mijn eerste k-kind kreeg.' En ze huilt opnieuw.

'Maar Liana is toch niet hier geboren?'vraag ik stomverbaasd. Ze schudt haar hoofd.

'Mijn ze- zoon wel.' Ze begint weer te schreeuwen en verder te huilen. Ik laat haar los en ik sta op.  'Ik ben beneden als je me nodig hebt.' Ik loop de trap af naar de woonkamer, half geshockeerd.

'Een zoon?' Vraag ik. Jack kijkt op en knikt. 'Niet van mij. Ik kwam iets later in haar leven.' Antwoord hij. 'Van wie dan wel?' Vraag ik. 'Dat heb ik nooit geweten.' Antwoord hij. Ik kijk hem aan alsof hij spoken ziet. Dat is een leugen toch?

'Ze kon er niet echt over praten.' Zegt hij als hij mijn gezicht ziet. Ik aarzel even, maar dan open ik toch mijn mond.

'Is hij dood?' Vraag ik zacht. Jack knikt.'Hij werd meegenomen net nadat ze thuis kwam van het ziekenhuis met hem en de politie vond haar baby toen met zijn hoofd ingeslagen ergens op straat.' Verteld hij mij.

Ik voel een pijnscheut door mijn lichaam. Ingeslagen? Hoe erg is de wereld? Ik kan het niet helpen om mijn tranen in bedwang te houden. Nu snap ik waarom ze zich zo erg voelt. Ze denkt zeker dat het haar schuld is. Maar wie heeft het gedaan?

'Wie heeft hem meegenomen?' Vraag ik. 'Ik weet het niet.' Antwoord hij. 'Jij weet dus ook niet het hele  verhaal?' Hij schudt zijn hoofd. 'Ja, je moet bedenken dat je een kind krijgt en hem/haar mee naar huis mag nemen en hij dan ontvoerd word.' Ik laat mijn hoofd zakken. 'En dan word gevonden op zo'n manier.' Zegt hij zachtjes. Ik voel een brok in mijn keel en ik slik hem snel door. 'Ze heeft hem niet eens een naam kunnen geven.' Ik voel nu ook de tranen op komen. Dit zag ik totaal niet aankomen.

'Maar ik ben hem nooit vergeten.' De stem van Lydia maakt me wakker. Ik draai me om en Lydia loopt de trap af. Ik ga op de bank zitten en kijk haar aan. 'Hij leeft misschien niet meer hier, maar wel nog in mijn hart.' Zegt ze en ze geeft een glimlach door haar tranen heen. 'Het spijt me Lydia.' Zeg ik.

Ze knikt en gaat voor mij zitten op de stoel. 'Mijn zoon is hopelijk in goede handen.' Zegt ze om zich beter te voelen.

'Technisch gezien staat je zoon hier.' Ik hoor de deur dicht vallen en dan komen er twee mensen binnen.

'Hoi mam, lang niet meer gezien.'

[ Verkocht ]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu