*{Wolves - Hoofdstuk 1}*

2.3K 118 0
                                    

Nog een keer bekijk ik mijn kleding goed, mijn bruine haren heb ik in een hoge paardenstaart gedaan, ik draag een random shirt die ik uit mijn kast heb gehaald, daaronder een donker blauwe jeans broek en als afsluiting een paar gympen. Ik doe mijn rugtas op mijn rug en neem een grote hap adem, op naar een nieuw leven.

Om me heen lopen een paar tieners snel naar de les, vooral degene die er nog al klunzig bij lopen. Ik loop de gang uit en zie een deur met daarboven "directeur" staan, met mijn knokkels klop ik op de deur. 'binnen' hoor ik iemand achter de deur zeggen, ik pak de deurknop vast en open deur. Daar zie ik een man rond de dertig zitten, hij draagt een zwart pak met een paarse stropdas.

'jij bent vast en zeker de nieuwe leerling' zegt hij met een glimlach, ik doe een paar stappen naar voren. 'Ariana Wright' zeg ik terwijl ik zijn hand schud, 'het is leuk je te ontmoeten, ik ben directeur Johnson' ik glimlach vriendelijk naar hem. Ken je dat moment wanneer je niet ziet wie er naar je kijkt, maar je het gewoon weet.

Ik draai mijn hoofd negentig graden om. Nog niet eens een meter naast me zit een jongen op een stoel, hij heeft raven zwart haar en mooie bruine ogen. Ik kijk hem aan, zonder maar ook iets tegen hem gezegd te hebben, krijg ik een vage herinnering.

Vuur wordt vernietigd, vernietigd door vuur.

Die kleine woordjes gaan door me heen, en het begint zich te herhalen. Vuur wordt vernietigd, vernietigd door vuur. De woorden komen me bekend voor, alleen kan ik me dat niet herinneren.

'mevrouw Wright, gaat alles goed?' hoor ik een stem zeggen die me uit trans haalt, met een ruk kijk ik de directeur weer aan. Ik doe mijn moeite om hem recht aan te kijken, maar voel me duizelig. 'emh ja, excuseer me. Ik heb frisse lucht nodig' zonder op antwoordt te wachten loop ik het kantoor uit.

In tegenstelling tot daarnet zijn de gangen bijna leeg, ik zie alleen nog maar een paar te laatkomers de gangen in lopen. Maar mijn beeld wordt al snel wazig en ik krijg het steeds warmer, totdat ik bijna geen adem krijg.

Als ik plots tegen iemand aan bootst, laten we zeggen dat ondanks mijn wazige zicht, ik zie dat ze teveel make-up op heeft. Ze kijkt me geschokt aan, vooral omdat haar drinken nu over haar kleding heen zit. Ik wil mijn mond open doen om wat te zeggen, maar sluit hem al snel wanneer ze me tegen houd. 'hoe durf je tegen mij aan te bootsten, dit is wel merkkleding' zegt ze arrogant, 'h-het spijt me' zeg ik. 'spijt is wel het laatste waar je over kan denken' net wanneer ze een stap naar voren wilt doen, komt er een nog onbekende jongen voor me staan.

Voordat ik het weet heeft ze haar lippen op die van hem gedrukt, ze kussen zo lang dat ik me afvraag of een mens zolang wel zonder adem kan.

Als ze elkaar (eindelijk) hebben los gelaten komt de jongen naast haar staan, hij heeft donker bruine haren en donkere ogen. De jongen draagt een zwarte leren jakje, en een zwart shirt. 'en wie is dit?' vraagt hij terwijl hij me goed inspecteert, 'zonder enige reden heeft dat wicht, mijn lekker aardbeien drankje over me heen gegooid' zegt ze overdreven.

Hij ziet het nu ook, alleen kijkt hij niet erg verbaast. Langzaam doet hij een stap naar me toe, 'wie denk je wel dat je bent? Zomaar mijn vriendin haar kleding vuil durven te maken' hij duwt me zo hard als hij kan tegen het kluisje achter me. Met een knal beland ik tegen het kluisje, en val op de grond. Hij staat sneller dan ik denk voor me, en geeft me een paar schoppen. Maar een windvlaag houdt hem tegen, een andere jongen duwt hem tegen de muur.

'en wat dacht jij van plan te zijn?' hoor ik hem zeggen, 'het liefst zou ik jou vandaag persoonlijk in het ziekhuis slaan, Max' zegt de jongen die me verdedigt. 'je durfde jaren niks tegen me te zeggen, noch tegen me te spreken. Waar heb je al die moed opeens vandaan?' vraagt hij, 'ik had die moed al lang, ik wachtte gewoon af totdat je eindelijk weer iets doms deed' verdedigt hij.

'ik iets doms? Hoe kun je dat nou zeggen? Ik ben gewoon speciaal' zegt Max, 'speciaal?' zegt hij vragend. Niet snel later heeft hij een vuist gemaakt en tegen Max aan geslagen, even kijkt hij hem geschokt aan. 'dat weet je toch al jaren, je hebt me immers gemaakt tot wie ik ben' de jongen die me verdedigt kijkt me aan, het is dezelfde jongen als in het kantoor van de directeur.

Vuur wordt vernietigd, vernietigd door vuur.

Ik voel de hitte door me heen stromen, en mijn hart voel ik sneller in mijn borstkast kloppen. Kan ik lezen in zijn ogen, ik pak snel mijn spullen en probeer naar buiten te komen. Ik maak nog kort contact met het meisje, ze kijkt me alleen aan met een blik vol jaloezie.

Wolves - True Mates = Omega {Voltooid}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu