*{True Mate - Hoofdstuk 22}*

261 25 3
                                    

Mijn keel is droog en ik kan me nauwelijks bewegen, 'hoelang zitten we hier al?' ik leun tegen een rots. 'ongeveer' Max slaat een diepe zucht, 'een week' zegt hij uiteindelijk. We zijn beiden uit gedroogd, 'hoe komt het dat nog niemand ons heeft gevonden?' vraag ik. 'ze denken dat we geen hulp nodig hebben' Max zit naast me op de grond, 'wat voor vreemde vrienden hebben wij?' vraag ik aan hem. Hij probeert op te staan en wankelt naar de grens van de buitenwereld, we zitten hier al een week. Max creëert snelheid, niet veel, maar net genoeg. En rent naar de grens toe, even later beland hij vijf meter veder op de grond. 'hoe vaak had je dat nou niet geprobeerd?' vraag ik, hij staat langzaam op. 'je kan misschien opgeven, ik zal nooit opgeven' hij rent weer, en valt vervolgens op de grond.

Als hij voor de tiende keer op de grond is gevallen en ik me slap heb gelachen, sta ik op en net voordat hij tegen de grens aan rent houdt ik hem tegen. 'stop' mijn hand heb ik op zijn borst gelegd, hij kijkt over mijn schouder. 'ik zal nooit stoppen, niet zo lang ik nog kansen heb' zegt hij in mijn oor, ik rol met mijn ogen. 'en dan? Ga je je de hele tijd pijn doen, wat levert dat op?' vraag ik, 'heb jij een beter plan?' vraagt hij. 'alles is beter dan jezelf verwonden' zeg ik, 'wat nou als ik daarmee ons leven zou reden?' vraagt hij. 'ik kan voor mezelf zorgen, net zoals jij dat ook moet doen' zeg ik, 'kan je dat echt? Want volgens mij zaten we door jouw hier juist vast' zegt hij. 'ik had een plan' zeg ik terug, 'is dit?' hij stopt even en kijkt om zich heen. 'het plan?' vraagt hij, 'beter dan die van jouw' zeg ik met een grijns.

Hij pakt mijn hand vast, 'we zijn allebei chagrijnig en ik weet dat de kans klein is dat we hier uit komen, maar ik wil dat je weet dat het me spijt. Voor alles, en' ik sla een zucht voordat hij zijn zin afmaakt. Ik ruk me uit zijn grip en loop langs hem, 'misschien moet je proberen om het uit te schakelen, dan hoef je je niet zo schuldig te voelen over het misbruiken van mijn leven' zeg ik. Hij draait zich naar me om en kijk met vragend aan, 'wat?' vraagt hij zacht. 'je weet wel, die knop bij weerwolven waardoor je verandert in een hele wolf. Je kent hem toch wel, die moorden van jaren geleden. Jouw fout' zeg ik, 'i-ik was het niet' zegt hij stotterend. Ik sla mijn ogen neer, 'ik weet dat jij het was, maar ik ben goed in het houden van geheimen' zeg ik. Hij kijkt denkend om zich heen, en na een tijdje lijkt hij een idee te krijgen. 'je bent echt lelijk als je nadenkt' zeg ik met mijn hand in mijn zij, 'je hebt gelijk, misschien moet ik het uitschakelen' zegt hij. Ik haal een wenkbrauw omhoog, 'dat zei ik alleen omdat ik geen niets meer heb om te kotsten' zeg ik. 'deze tombe houdt weerwolven tegen, maar geen hele wolven' hij kijkt langs me, 'we hoeven alleen op de eerst volgende volle maan te wachtte' zeg ik. 'dat duurt nog dagen, maar als een van ons het uitschakelt. Kan diegene naar buiten en de jager zoeken die Valerie eruit heeft gehaald' zegt hij, 'er is een kans dat het niet werkt' zeg ik. Hij komt naar me toe, 'er is één les die ik heb geleerd als weerwolf: wees niet bang voor het onzekere' zegt hij. 'doe het, schakel het uit' zeg ik tegen hem, hij slikt en knik.

-love me like you do-

Max staat vijf meter van me verwijdert, voor de grens. 'ben je er klaar voor?' vraag ik aan hem, 'nee, maar er is geen andere manier' zegt hij. Ik knik, hij sluit zijn ogen. 'wacht' zeg ik snel, hij opent zijn ogen weer en kijkt in die van mij. Ik ren naar hem toe, ik zie zijn ogen verkleuren naar zijn wolf. Net voor hem sta ik stil, en ik kus hem. Een golf vol herinneringen komen terug, vanaf het moment dat ik Max ontmoeten totdat elk moment er na. Het is een fijn gevoel dat door de aders van mijn hart gaat. Een lange kus, 'ik houd van je' zeg ik. Hij kijkt me verwarrend aan, 'wat?' vraagt hij. 'ik denk dat ik mijn herinneringen terug heb, ze allemaal' zeg ik, hij legt zijn hand in mijn nek. 'ik houd ook van jouw, help me dat straks herinneren. Anders krijg je me nooit meer terug' zegt hij, ik bijt op mijn lippen. 'er zal altijd een obstakel in de weg staan' ik kijk naar onze handen, 'ja, maar ware liefde moet die al obstakels door staan. En dat zullen we doen, dat zal ik beloven' zegt hij. Ik probeer te glimlachen, 'verschuil je, ik wil je geen pijn doen' zegt hij. 'welk deel? Dat je verandert in een wolf, of dat je misschien niets meer voor me gaat voelen?' vraag ik aan hem, 'beiden, Aria beloof me één ding. Als er een moment komt dat ik zo erg van de kaart ben, vermoord me' zegt hij, 'ik kan je niet vermoorden, ik kan je niet verliezen' zeg ik. Hij pakt mijn hand en legt hem op zijn hart, 'voel je mijn hart, kloppend voor die van jouw. Wat er ook gaat gebeuren, luister naar je hart. Want dat klopt' zegt hij. Ik knik en kus hem kort op zijn wang, ik verschuil me achter een rots.

Max sluit zijn ogen, een lange tijd. Waardoor ik benieuwd ben wat er in zijn hoofd om gaat, dan hoor ik een harde gil. Ik kijk hem aan, zijn ogen veranderen en zijn aderen stromen door zijn lichaam. Zijn handen en voeten veranderen in poten en hij beland op zijn vier poten, zijn wolf kijkt me hijgend aan. Even ben ik bang dat hij me gaat aanvallen, maar dan rent hij zonder moeite over de grens. De duisteren donkere nacht in.

Wolves - True Mates = Omega {Voltooid}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu