76

1.4K 44 12
                                    

POV CHASE

De volgende ochtend lig ik in mijn grijze joggingbroek en zwarte thrasher trui op de bank, mijn haren komen warrig onder mijn capuchon vandaan en ik heb weer voor het eerst sinds lange tijd mijn bril op. Mijn ogen voelen nog steeds dik en waterig aan, en mijn hoofd voelt alsof het elk moment kan ontploffen. Ik heb mijn armen om een kussen heen geslagen en terwijl mijn gedachten alle kanten op dwalen staar ik naar het tv-scherm. Voetstappen klinken op de trap, maar ik neem de moeite niet om op te kijken als de tussendeur open gaat.

"Goeiemorgen," klinkt Noen zijn schorre ochtendstem, hij laat zichzelf naast mij op de bank ploffen en ik voel hoe hij mij bekijkt. "Hoi," mompel ik terug, terwijl ik mijn beste vriend kort terug aankijk. Hij haalt een hand door zijn lichtblonde haren en schenkt me een bemoedigend glimlachje.

"Zullen we vanmiddag weer als ouderwets gaan skaten en kijken waar we uitkomen?" vraagt Noen voorzichtig na een moment van stilte. "Op één voorwaarde," zeg ik terwijl ik mijn blik afwendt van Noen en hem aankijk. "Zeg het maar," antwoordt hij terug. "Geen gepraat over meisjes," zeg ik en Noen moet eventjes lachen. "Komt goed," hij geeft me een speels duwtje tegen mijn schouders waardoor ik ondanks alles ook even moet lachen.

-

Na een korte douche droog ik mijn haren af en trek ik mijn onderbroek aan, waarna ik op mijn bed plof. Ik pak mijn telefoon van mijn nachtkastje en ergens heel diep van binnen ben ik teleurgesteld dat ik geen berichtje van Ise heb gekregen, ondanks dat ik zelf heb gevraagd om een pauze. Ik zucht en wrijf even in mijn gezicht, waarom is alles verdomme zo moeilijk?

"Chase!" roept Noen vanaf beneden, zuchtend wrijf ik in mijn ogen en roep ik terug dat ik eraan kom. Vermoeid sta ik op, mijn lichaam heeft er duidelijk niet veel zin in vandaag. Ik trek weer dezelfde joggingbroek en trui aan als vanmorgen en pak mijn skateboard, waarna ik de trap af ren.

Terwijl ik mijn afgetrapte vans aantrek, zie ik Noen naar het beeldscherm van zijn telefoon glimlachen, ik trek enigszins verbaasd een wenkbrauw op. "Met welke geheime aanbidder ben jij aan het praten?" vraag ik terwijl ik mijn handen door mijn nog vochtige haren haal.
Snel kijkt Noen op en kleurt hij een beetje rood, waarna hij zijn telefoon in zijn zak laat glijden. "Geen gepraat over meisjes," herhaalt hij mijn woorden met een kleine grijns, waarop ik lachend mijn hoofd schud en opsta, stiekem toch wel nieuwsgierig.

-

De zon schijnt in mijn gezicht, en ik voel de warmte, maar tegelijkertijd ook de koude ijzige wind, die mij laat huiveren. Op de achtergrond hoor ik Noen roepen naar de rest dat we even weg zijn. Ik haal diep adem en stap op mijn skateboard, waarna ik alvast de oprit afrol. De deur valt met een klap dicht, en niet veel later staat Noen naast me.

''Waar zullen we naar toe gaan?'' vraagt hij aan mij, waarop ik mijn schouders ophaal. ''Linksaf, en daarna zien we wel,'' grijns ik kleintjes naar Noen, waarna ik in beweging kom. Achter me hoor ik mijn beste vriend even lachen en al gauw komt hij naast mij skaten.

-

Ik neem een grote slok van mijn cola terwijl ik de serveerster nog na kijk. Als ik weer terug naar Noen kijk, grijnst hij weer naar zijn telefoon. Mijn nieuwsgierigheid knabbelt van binnen, en in een snelle beweging gris ik Noen zijn telefoon uit zijn handen. Maar Noen is nog sneller, en heeft zijn telefoon uitgezet, waardoor ik naar een zwart scherm kijk. Een kleine geïrriteerde zucht verlaat mijn mond, en Noen zijn grijns wordt alleen maar groter. Hij grist zijn telefoon terug en stopt het toestel veilig in zijn zak, terwijl ik zijn bewegingen nauw volg.

''Wie is het?'' vraag ik door, mijn nieuwsgierigheid wordt per minuut groter door Noen zijn gedrag. ''Voor jou een vraag, voor mij een weet,'' merkt hij bijdehand op, wat hem een schop onder de tafel oplevert. Noen schiet in de lach en schopt mij terug, en meteen voel ik een beurse plek op mijn scheenbeen ontstaan. Maar net als ik hem terug wil pakken, hoor ik een bekende lach. Een lach die ik vaak genoeg heb gehoord, de mooiste lach die ik ooit heb gehoord, en de lach die ik uit duizenden andere zou kunnen onderscheiden.

Bij het raam zit het mooie meisje, met de mooie lach. Ze veegt net een pluk van haar bruine krullen achter haar oor, terwijl ze naar de jongen tegenover haar luistert met een glimlach op haar engelachtige gezicht. Ah, top, hij is er ook weer bij. Mijn hele humeur slaat in een keer om, door de aanwezigheid van Miles, wat wil ik die jongen toch onwijs graag hard op zijn neus slaan.

Opnieuw voel ik de neus van Noen zijn schoen in mijn scheenbeen, ik schrik op en richt mijn aandacht weer op Noen. ''Je staarde,'' verklaard Noen als ik hem vragend aankijk. Ik knik langzaam en probeer mezelf kalm te houden, terwijl de woede door mijn aderen giert.

''Chase, ze zijn maar wat aan het drinken,'' neemt Noen het voor Ise en Miles op, terwijl hij me onderzoekend bekijkt. Soms is het hebben van een beste vriend als Noen verdomd vermoeiend, hij heeft de kleinste dingetjes door, ik kan niets voor hem geheim houden.

''Denk je dat ik me daar druk om maak? Ik hoef niets meer met Ise te maken hebben,'' het komt bot mijn strot uit, terwijl ik weer naar het duo kijk. Noen zucht eventjes en besluit om niets te zeggen en maar met zijn rietje door zijn cola te roeren, wat misschien verstandig is. Ik sta op en schuif de stoel naar achteren, waarna ik mijn skateboard van de grond raap en Noen aankijk.

''Het was toch allemaal maar een domme weddenschap.''

It's Just A GameWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu