80

1.3K 42 7
                                    

POV CHASE

Zenuwen, iets waar ik normaal gesproken nooit aan doe. Maar in hoeverre kan je dit normaal noemen wat ik nu aan het doen ben? Waarom heb ik me in godsnaam ooit overlaten halen door Noen. Dit was echt het stomste plan ooit, dat had iedereen me wel kunnen vertellen.

Maar toch zit ik hier, in een taxi, onderweg naar Ise. Ik kijk op mijn telefoon, en Nederlandse tijd is het nu bijna twee uur in de middag. Wat zou ze nu aan het doen zijn? Misschien is ze wel niet thuis en moet ik, helaas, weer terug in het veilige vliegtuig naar het veilige Amerika.

De weg glijdt onder ons door, terwijl ik uit het raam kijk. Het uitzicht is saai, eindeloze snelwegen en hier en daar een tankstation met een wegrestaurant. Rusteloos gaat mijn been op en neer, het liefst had ik nooit in het vliegtuig naar Nederland gestapt. Ise en ik zijn nu slechts vreemdelingen van elkaar met een verhaal.

Als ik naar links kijk, zie ik dat Noen in slaap is gevallen. Hij haalt regelmatig adem en zijn wimpers bewegen zachtjes in zijn slaap. Ook dat nog, niemand om mee te praten. De taxichauffeur spreekt steenkolen Engels, dus daar hebben we ook niets aan.

-

Als onze taxi de snelweg verlaat, komen we in een dorp terecht. En de geasfalteerde weg veranderd in een straatstenen weg. De bakker laadt zijn bestellingen uit een bestelbusje en de groenteboer ernaast schiet zijn buurman te hulp. Bij de slager staat een lange rij, en de mensen in de rij lijken het niet erg te vinden om te moeten wachten, de zon verwarmt hun gezicht en ze kletsen vrolijk met elkaar.

Iets wat ik mij niet kan voorstellen bij ons thuis, alles moet groot, groter, grootst. Tijd kost geld en we moeten ons strikt aan de dag planning houden om je doelen te behalen. Een wereld van verschil.

Na een grote kerk, rijden we het dorpje uit. Waar de eerste boerderijen al te zien zijn, met grote stukken land erom heen waar koeien rustig staan te grazen. Ook iets wat ik als stadskind nog nooit in het echt heb gezien, boerderijen, koeien, schapen en paarden.

Op een smalle weg en met een gematigde snelheid komen we steeds dichter in de buurt van onze eindbestemming, wat de zenuwen in mijn buik alleen maar erger maakt. De taxi moet opzij voor een grote tractor, wat allemaal maar net past. Ik voel de zachte berm onder mij, en stiekem, ergens heel stiekem hoop ik dat we vast komen te zitten in de berm.

Terwijl ik naar de grote tractor kijk, zie ik vanuit mijn ooghoek dat Noen zich uitrekt en daarna uitgebreid gaapt. ''Hey,'' zegt hij tegen mij terwijl hij zijn handen door zijn haren haalt. Ondertussen steekt de taxichauffeur zijn hand op naar de man op de tractor, en hij weer gas geeft. Tevergeefs, hij zit niet vast in de berm.

''Hey, lekker geslapen?'' vraag ik terwijl ik mijn beste vriend bekijk. ''Heerlijk,'' grinnikt Noen, waarna hij aan onze chauffeur vraagt hoe lang het nog rijden is, die als antwoord geeft een kleine tien minuutjes.

-

Zodra de chauffeur onze koffers heeft aangeven en Noen heeft betaalt, zwaait de deur open en verschijnt Sara in de deuropening. Een grote glimlach van oor tot oor siert haar gezicht terwijl ze van het trappetje voor haar voordeur afloopt en onze richting oploopt. De taxi rijdt ondertussen achter ons het terrein weer af, en ik kijk naar de koeienstallen, waar luid geloei uitkomt.

''Hey, fijne reis gehad?'' vraagt Sara vriendelijk, terwijl ze mij en Noen drie zoenen op de wang geeft.

''Ja, een rustige vlucht,'' glimlacht Noen naar Sara, waarop ik instemmend knik. Plots valt het kwartje, Noen heeft al die tijd zo geheimzinnig gedaan over Sara. Grinnikend schud ik mijn hoofd terwijl ik achter ze aan naar de voordeur loop. De koffers maken veel lawaai over het grindpad, en de geur van de koeien is om heel eerlijk te zijn een beetje misselijk makend.

''Zet hier jullie koffers maar neer,'' zegt Sara als we in de gang zijn, ze schopt haar schoenen uit en loopt verder naar binnen. ''Koffie, thee, fris?'' vraagt ze terwijl ze richting de keuken loopt.

''Moeten we ook onze schoenen uit?'' vraagt Noen zachtjes aan mij en ik haal mijn schouders op. ''Ik heb geen idee wat hier gebruikelijk is,'' fluister ik terwijl ik toch het voorbeeld van Sara opvolg en mijn schoenen uittrek. Noen moet zachtjes even lachen en trekt ook zijn schoenen uit, hopelijk is het niet te stom.

Snel lopen we achter Sara aan naar de keuken, het huis is echt ingericht zoals ik me had voorgesteld. In het midden van de keuken staat een lange eettafel, en aan de zijkant staat een grote oude kachel, die aanstaat en veel warmte afgeeft. Ik bekijk de foto's die op een plankje boven de kachel staan. Een kleine Sara en Ise, die met hun overal en kaplaarzen op een koe zitten, een foto van Sara en, denk ik, haar oudere broer op een tractor. Een familiefoto bij een koe die een prijzenlint om zijn hals heeft, een leuke foto van Ise en Sara van denk ik ongeveer zestien jaar op een feestje met hun andere vrienden en nog veel meer familiefoto's en koeienfoto's.

''Als je Ise wil zien, moet je maar naar boven gaan. Gelijk de eerste deur links,'' zegt Sara terwijl ze koffie voor Noen inschenkt. ''Oké, dankjewel,'' bedank ik haar, waarna ik de keuken weer uitloop en opzoek ga naar de trap.

Met elke stap die ik zet, worden mijn zenuwen groter. En als ik eenmaal voor de juiste deur sta, krijg ik opeens haast. Ik duw de deurklink naar beneden en stap naar binnen. Ise ligt nog vredig te slapen, maar ze ligt niet alleen in bed.

Achter haar ligt een jongen van onze leeftijd, en meteen wil ik eigenlijk omdraaien en heel hard wegrennen. Tranen vullen mijn ogen, waarom heeft Sara dit niet gezegd? Het voelt alsof mijn hart uit mijn borstkas wordt getrokken, het op de grond wordt gegooid en er daarna op wordt getrapt.

Net als ik me omdraai en de deur wil sluiten hoor ik Ise haar stem. ''Chase?'' vraagt ze verbaasd en slaperig. Als ik me terug omdraai, zie ik dat ze rechtop zit. Haar haren zitten wild, en ze draagt een trui van mij die ik al heel lang kwijt was.

''Ies, sorry dit was een vergissing,'' zeg ik snel. ''Ik had me nooit over moeten laten halen door Noen, vergeet maar gewoon dat ik hier was.'' En terwijl ik dit zeg, staat Ise snel op en loopt ze naar me toe, enigszins verbaasd open ik mijn armen voor een knuffel.

Maar nee, ze rent haast langs me en trekt de deur van de badkamer open. En vrijwel direct daarna klinkt het geluid van een brakende Ise.

Dit was zo'n grote vergissing, ze moet er gewoon van overgeven. Zo erg heeft ze een hekel aan me, dat zodra ze mij ziet, haar maag spontaan omdraait. Ik moet haar ook gelijk geven, want wat ben ik een klootzak tegen haar geweest.

Ik ren de trap af met een hoop kabaal en trek snel mijn schoenen aan, waarna ik mijn jas van de kapstok gris en haast naar buiten spring. De deur laat ik met een harde klap achter mij dicht vallen en ik loop snel de oprit af. Met trillende handen steek ik een sigaret op en loop ik het terrein af, waar naar toe weet ik niet, maar ik moet hier weg.

Ik kan het gewoon niet, ook met in mijn achterhoofd dat ik thuis Beth aan het lijntje houdt. Van pure frustratie schop ik tegen een steen en schreeuw ik het uit, wat lijkt te echoën in dit stomme boerengat.

Waarom heb ik alles voor mezelf zo moeilijk gemaakt? Ik ben de schud van mijn eigen problemen, geen excuses meer, niets. Als ik Ise nog terug wil, moet ik verdomme eens leren om te vechten voor wat ik wil.

Ze is mijn soulmate who wasn't meant to be.

It's Just A GameWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu