proloog

258 16 6
                                    

een zondagmiddag

POV HENRY

De zon schijnt en de vogels fluiten. De eerste dagen van mei zijn altijd mijn favoriete dagen geweest. Het is alsof alles weer tot leven komt, alsof de wereld opstaat uit de kille, grijze dood van de wintermaanden en besluit dat het tijd is om weer wat kleur in het leven van de mensen te strooien. 

Niet dat ik veel kleur gemist heb, de afgelopen maanden. Mijn kleur is heel dicht bij me. Zeker op dit moment, nu ze met haar hoofd op mijn schoot ligt en ik met mijn vingers door haar dikke bruine haar strijk. 

Haar lippen krullen zich tot een glimlach en mijn adem stokt. Ik kan amper geloven dat ze de mijne is. Dit wezen, deze prachtige, liefdevolle, intense vrouw is de mijne. 

Het was moeilijk, in het begin. We zijn zo vaak uit elkaar gehaald dat we beide amper durfden te geloven dat dit nu echt voor altijd is. Maar naarmate de tijd verstreek durfden we er vertrouwen in te krijgen, de ring zit nog steeds stevig om haar vinger en de voorbereidingen voor de bruiloft zijn in volle gang. 

Maar belangrijker nog, ze voelt zich zo veilig bij me dat ze op mijn school in slaap kan vallen. Vaker dan me lief is ben ik bang dat ik wakker word in een leeg bed, dat ze verdwenen is. Dat dit allemaal maar een ijle koortsdroom is en dat ik straks wakker word, midden in de winter onder een grijs wolkendek met Fiona als koningin. 

Maar Fiona is geen koningin. Sterker nog: vorige maand kreeg ik een brief van haar. Ze schreef me dat het haar speet, alles. Dat ze zielsgelukkig is met haar vader en dat ze dankbaar is voor alles. Ze hoopt dat zij en ik ooit alles uit kunnen praten. 

Ik geloof alleen niet dat ik daar al aan toe ben. Zij heeft tenslotte mijn grootmoeder met het geheim van mijn broer gechanteerd om Brooke en mij uit elkaar te houden en zo de troon te kunnen bemachtigen. 

Haar vingers gaan langzaam over mijn kaaklijn en ik knijp mijn ogen dicht. Ik wil nu niet denken aan mijn halfzus, ik wil niet denken aan een andere vrouw dan de vrouw die op mijn schoot ligt en zich tegen me aan heeft opgekruld. 

Ze volgt mijn kaaklijn en gaat omhoog via mijn lippen, haar arm rijkt tot aan mijn neus en ze tikt er zachtjes op. Ik heb mijn ogen nog steeds gesloten en langzaam pak ik haar hand vast op om vervolgens alle vijf de vingers kort mijn lippen te drukken. 

'Je maakt me gek,' zucht mijn verloofde. 

Ik glimlach tegen haar vingers en doe mijn ogen open om haar aan te kijken. 'Dat is de bedoeling, lief.' 

Ze komt overeind en blaast een pluk haar uit haar gezicht. Ze ziet er mooi uit, net wakker en nog vol onschuld die daarbij komt kijken. Ik til mijn hand op en veeg nog een krul van haar voorhoofd af, ik strijk hem achter haar oor. Mijn vingers volgen de lijn van hals naar haar sleutelbeen blijf even hangen bij het kuiltje tussen de twee beenderen. 

'Ik heb iets voor je,' hoe fijn ik het ook vind om haar aan te raken, ik ruk me ervan los en buig me over de leuning van de bank in de serre. Door de grote ramen kunnen we de goed onderhouden tuin in kijken. Het is Brookes lievelingsplekje in het paleis. 

'Niet nog meer cadeautjes, hè,' klaagt mijn verloofde achter me, maar ik hoor de lach in haar stem. 'Ik heb er al genoeg gehad.' 

'Ik weet zeker dat je deze mooi zal vinden,' zeg ik, terwijl ik het kettinkje uit het doosje haal. 'En hij is gratis, tweedehands zelfs, dus mag het dan wel?' Brooke heeft een pesthekel aan de dure cadeaus die ze krijgt van iedereen uit het hele land. 'Geef het maar aan de mensen die het nodig hebben,' zegt ze dan altijd mokkend. 

Ze slaat haar armen van achteren om me heen en probeert over mijn schouder te kijken. 'Laat eens kijken,' zegt ze zachtjes. Ze laat me los en gaat nog een laatste keer met haar hand door mijn haar. Normaal vond ik dat altijd verschrikkelijk, als iemand aan mijn haar zat, maar bij Brooke, bij haar voelt het goed, natuurlijk. Alsof het zo hoort. 

'Doe je ogen dicht,' ze doet haar ogen dicht en ik draai haar om. Ik doe het kettinkje bij haar om en als ik de sluiting dichtmaak draai ik haar weer in mijn richting. 'Doe maar open.' 

Langzaam doet ze haar ogen open en zweven haar handen naar haar hals. De sleutel aan het kettinkje glanst in de zon. 

'Het is de sleutel van het vakantiehuis,' leg ik uit. Ik haal haar huissleutel onder mijn blouse vandaan en moet even glimlachen om de roze nagellak. 'Nu hebben we beide de huissleutel van de ander om onze nek hangen-'

Ik wil nog iets zeggen maar Brooke heeft haar lippen tegen de mijne aangedrukt. Ze gooit haar armen om mijn nek. Het perfecte meisje voor me maakt zich even van me los en kijkt me aan, ze bijt op haar lip. 'Ik hou van je,' ze geeft me niet de kans om te antwoorden want haar lippen belanden al weer op de mijne.

Dan ben ik degene die zich van haar losmaakt. 'Ik ook van jou,' snel druk ik weer een kus op haar lippen. Onze lippen botsten in een kolk van hunkering, liefde en vreugde tegen elkaar. 'Ik hou van je, ik hou van je, ik hou van je,' het zijn slechts fluisteringen, maar tegen haar lippen aan voelen ze als beloftes voor de rest van ons leven. 

'Ik ook van jou, Henry. Altijd van jou.' 

Ik sla mijn armen strakker om haar warme lichaam en klamp me aan haar vast. Zij doet hetzelfde. 

En zo stonden we de rest van die zondag aan het begin van een heel leven samen. 

Verdomme, lieverds. Hoe kan ik dit nou schrijven zonder een brok in m'n keel. Het is gedaan, het is af. Dit boek betekend op een of andere manier heel veel voor me, ik ben echt van alle personages gaan houden en van alle liedjes die ik heb geluisterd tijdens het lezen. En bovenal ben ik van jullie, de lezers, gaan houden. Zonder jullie zou dit allemaal nooit zo zijn gelukt.

Hoe is jullie dag, lieve lezers?

Heel heel heel veel liefs xxx



Mijn niet zo Perfecte Prins op het Witte Paard ✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu