zaterdag ochtend
Ik lig naar het luxe plafond in de al net zo luxe kamer te staren. Nadat ik gisteren de schrik van mijn leven heb gekregen ging slapen nogal moeilijk, de hele nacht heb ik naar de cijfers op de klok gekeken.
Ook heb ik geen flauw idee hoe die stomme gordijnen werken, dus heeft de maan de hele nacht m'n suite in geschenen.
Bah.
En dan is er ook nog een ander klein megagroot probleem.
Henry.
Hij is hier en ik weet dat hij weet dat ik hier ook ben. Maar ik wil hem niet zien of spreken of wat dan ook. Die jongen heeft m'n hart gebroken, en net nu ik alles weer een beetje wil oppakken verschijnt ie' heer weer. In verdomme Engeland. In een paleis!
Niet dat me dat nu zo zou moeten verbazen, hij is en blijft de prins van Denemarken. Al is zijn zus nu de eerste in de lijn.
Ik pers mijn lippen op elkaar en probeer niet te denken aan Fiona. Een klein stemmetje in mijn hoofd fluistert zo nu en dan dat zij achter dit alles zit, dat het misschien niet zijn akelige grootmoeder is, maar zijn halfzus.
Al twee jaar lang ben ik geobsedeerd met de theorieën die ik bedenk over haar betrokkenheid. Aubrey zegt wel eens dat ik een complotdenker ben geworden.
Net als toen ik twee jaar geleden halsoverkop naar Denemarken vertrok, ben ik ook nu weer in de war. Wat voel ik in Godsnaam?
Mijn telefoon trilt, mijn redding voor ik in mijn maandelijkse neerwaartse spiraal over Henry begin.
van Aub [08.12]
Hoe is ie'? Is het een beetje een prima hotelletje?Ik weeg mijn telefoon in mijn hand en bijt op mijn lip terwijl ik bedenk wat ik terug moet sturen. In de hoek van de kamer staat een buste van een of andere oude über-belangrijke man naar me te staren.
'Wat?' Ik kan de starende ogen van een stenen man met een pruik op er echt niet bij hebben nu.
God, ik word gek. Ik praat tegen stenen mannen met pruiken.
naar Aub [08.24]
Wijziging in de plannen: Ik ben nu in Buckingham Palace dankzij een stel van adel dat ik op de boot heb ontmoet.Ik zet mijn telefoon uit en laat mijn voeten in het hoogpolige tapijt zakken. Mijn koffer staat nog steeds op het lage tafeltje voor het bed en ik vis er een zwart topje en een spijkerbroek uit. Ik ben inmiddels 21 en heb mijn kledingstijl hier ook op aangepast.
Waar ik twee jaar geleden nog bloemenjurkjes droeg, zijn deze vervangen door zwarte tops en donkere spijkerbroeken. Ook de blouses die ik zo graag droeg zijn sinds Denemarken niet meer uit de kast gekomen.
Wat een stom sentimenteel gedoe. Ik veeg over mijn gezicht en trek de kleding aan. Mijn telefoon trilt nog eens.
Aaron belt... verschijnt er op het schermpje.
Snel veeg ik met mijn duim naar de groene knop en breng mijn telefoon naar mijn oor.
'En?' tettert m'n grote broer in mijn oor. 'Heb je de uitnodiging gekregen?'
Ik houd de telefoon een stukje van mijn oor, Aaron is erg enthousiast. 'Niet zo schreeuwen, joh,' zeg ik lachend. En daarna: 'Wat voor uitnodiging?'
Aaron stemvolume zwakt af met een decibel. 'Ben je niet thuis?'
Ben ik dat hem vergeten te vertellen? Shit. 'Nee, ik zit in Engeland. Om mijn boek af te schrijven.'
'Oh,' Aaron klinkt teleurgesteld, maar hij herpakt zich snel. 'Nou, maakt ook niet uit. De bruiloft is pas over vier maanden, maar ik was graag even naar je appartement gekomen. Ach, maakt ook niet uit.' Ratelt Aaron door.
Ik roep hem halt. 'Aaron, wat bedoel je? Bruiloft?'
Het is even stil aan de andere kant van de lijn.
'Tobias en ik gaan trouwen.' Hij kan zijn opgewondenheid niet bedwingen.
'Echt?' Ik ben verbaast. Tobias en hij hebben elkaar ongeveer twee jaar geleden leren kennen tijdens een vakantie in Griekenland en waren meteen stapelverliefd op elkaar. Maar ze kennen elkaar pas twee jaar en - Nee, ik ben blij voor ze. 'Wat geweldig.'
Ik voel bijna hoe Aaron aan de andere kant van de lijn als een bezetene aan het knikken is. 'Zeg dat wel, hé!'
Mijn broer ratelt nog even door over wat voor kleur pak hij moet dragen en vraagt dan naar mij.
'Raar verhaal,' zeg ik, plots nerveus. 'Ik logeer dus in Buckingham Palace.'
Dit keer is het Aarons beurt verbaast te zijn. 'Buckingham Palace? Dat van koningin Elizabeth?'
Ik staar ingespannen naar het stenen beeld met de pruik wanneer ik antwoord. 'Ja, die.'
Aaron is weer even stil. 'Hoe ben je daar nou weer terecht gekomen?'
'Een stel van adel las mijn boeken en herkende me op de boot, ze namen me mee hier naar toe.' Het beeld lijkt te bewegen. God, ik hallucineer.
Aaron stoot een akelig hoog lachje uit. 'Bro, je weet hoe het de vorige keer dat je met royals omging is afgelopen, niet?'
Ik zucht. 'Ha ha,' zeg ik nerveus. 'Nog een raar verhaal. Hij, eh, hij is zo'n beetje ook hier...' Dat uitspreken maakt het op een of andere manier allemaal nog veel kutter.
'Wat? Huh, maar Brooke, nee, je moet daar weg.' Aaron ratelt maar door en is goed op dreef met me vertellen wat ik wel en niet moet doen.
'Aaron, ik ben hier maar voor een week. Hoe vaak zal ik hem zien. Een keer? Niet eens. Het komt wel goed, ik ben hier zo weer weg en dan vergeten we elkaar echt.' Misschien zeg ik het meer tegen mezelf dan tegen Aaron.
'Nou,' bromt deze. 'Als jij het zegt.'
Ik knikt. 'Ik zal hem vast niet vaak tegenkomen.'
'Is goed, Bro, sorry dat ik zo deed.'
'Geen probleem, gefeliciteerd met Tobias trouwens.' Het beeld heeft gelukkig zijn normale vorm weer aangenomen en dus ben ik er vrij zeker van dat ik niet hallucineer.
We zeggen elkaar gedag en hangen op. Ik adem diep in. Dit paleis is enorm, zo vaak kan ik hem toch niet tegenkomen, toch?
Dat blijkt moeilijker dan gedacht, want als ik het beeld de rug toe keer en de deur van de suite opendoe om op zoek te gaan naar ontbijt, staat Henry tegen de muur geleund en loop ik bijna tegen me op.
'Daar ben je,' ik kijk recht in het gezicht van de jongen die afgelopen twee jaar constant in mijn gedachten is geweest.
Hee lieve mensen, hoe is het? Wat vinden jullie er tot nu toe van?
Heel veel liefs xxx
JE LEEST
Mijn niet zo Perfecte Prins op het Witte Paard ✔
Chick-Lit𝐸𝓃 𝓏𝑒 𝓁𝑒𝓋𝑒𝓃 𝓃𝑜𝑔 𝓁𝒶𝓃𝑔 𝑒𝓃 𝑔𝑒𝓁𝓊𝓀𝓀𝒾𝑔... Als jong meisje was Brooke al dol op sprookjes, het is dan ook een droom die uitkomt als ze ontdekt dat de uitwisselingstudent van haar oudere broer een Deense prins is. Ze kan niet wach...