𝐸𝓃 𝓏𝑒 𝓁𝑒𝓋𝑒𝓃 𝓃𝑜𝑔 𝓁𝒶𝓃𝑔 𝑒𝓃 𝑔𝑒𝓁𝓊𝓀𝓀𝒾𝑔...
Als jong meisje was Brooke al dol op sprookjes, het is dan ook een droom die uitkomt als ze ontdekt dat de uitwisselingstudent van haar oudere broer een Deense prins is. Ze kan niet wach...
Fiona verlaat de vergaderzaal en laat iedereen achter.
'Maar wie is nu de troonopvolger?' een jongen is opgestaan. 'Ik denk dat Fiona niet geschikt was, maar nu zitten we wel zonder troonopvolger.'
Een ander jongen valt hem bij. 'Henry toch gewoon?'
Henry's hoofd schiet omhoog. Een donkere schaduw trekt over zijn gezicht. Zijn blik schiet naar Sem en dan weer naar de tafel, hij plukt een onzichtbaar pluisje van zijn mouw. Hij ziet en moe uit. Het liefst ren ik naar de grote vergaderzaal en val hem in de armen.
Sem ziet de twijfel op het gezicht van zijn broer. 'Ze zal je ook nog wel willen als je koning bent,' niemand in de zaal of in de control-room lijkt te snappen waar dit over gaat. Maar ik, Margje, Aub en Henry weten dondersgoed waar Sem op doelt.
'Ik weet niet of ik dat nog kan, nog wil.' Hij plukt weer aan zijn mouw. Dan gaat zijn hand naar de kraag van zijn blouse ne haalt er een kettinkje uit. Er hangt een bedeltje aan. Of nee- geen bedeltje. Een sleutel. Dan herken ik de roze nagellak op het handvatje. Mijn roze nagellak.
Ik buig me dichter naar het scherm en zit bijna met mijn neus tegen de pixels aangedrukt. Dat is mijn sleutel. De sleutel van m'n ouderlijk-huis. De sleutel die ik kwijt ben geraakt nadat ik terugkwam uit Denemarken, diezelfde sleutel hangt aan een dun kettinkje om de nek van Henry.
'Je hebt hem nog,' fluister in tegen het scherm. Heel even denk ik dat ik droom, maar ik hoor mezelf toch echt dubbel. Henry's hoofd schiet omhoog.
'Brooke?' Pas als ik besef dat Margje de microfoon onder mijn mond geduwd heeft snap ik hoe het zit. Ik hoor mezelf dubbel omdat ik te horen ben in de vergaderzaal.
Henry's hoofd schiet nog steeds alle kanten op. 'Brooke? Ben je hier?'
Ik ruk de microfoon uit Margjes handen en denk niet na. 'Je wilt me hier vast niet, maar ik moest dit doen. Ik-'
Hij onderbreekt me. 'Natuurlijk wil ik jou hier. Maar- maar wat doe je hier? Brooke,' hij kijkt nog steeds indringend in de camera, alsof hij verwacht dat ik er ieder moment kan komen uitgelopen.
'Ik ben hier,' ik heb geen idee wat me bezield maar mijn hart spat bijna uit elkaar van opluchting. Hij praat tegen me, hij schrikt niet van me, hij wil me niet weg hebben. En ik- ik vergeet mijn angst voor een gebroken hart, ik vergeet dat ik mezelf wilde beschermen tegen nog zo'n depressieve periode. Want hij is hier, en ik ben hier en het enige wat ik wil is in zijn armen liggen en de wereld vergeten.
'Je bent hier,' zijn stem is slechts een fluistering.
'Ik ben hier,' zeg ik nogmaals. Waarom dacht ik ooit dat het een goed idee was om ons uit elkaar te halen? Heel even schiet er een steekje door mijn hart, want nu is het goed, nu voelt het goed, maar zoals altijd zullen we weer uit elkaar gehaald worden. Het is al zo vaak gebeurd. Die aller eerste keer in Nederland, en daarna in het paleis, en toen in het vakantiehuis. Al die keren zijn we uit elkaar gehaald.
Waarom zou het nou wel goed gaan?
Omdat liefde alles overwint. De stem van Margje galmt door mijn hoofd.
Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
Het is doodstil in de vergaderzaal. Het gevoel dat ik hier niet hoor overspoeld me als een vloedgolf. Alle meiden en jongens daarbeneden zijn gemaakt om dit te doen, te vergaderen, te regeren, doodse stiltes laten vallen is hen met de paplepel ingegoten.
Of toch niet. Want wanneer ik beter kijk zie ik dat Elle zenuwachtig rond kijkt en de aandacht van Sem probeert te trekken, ik zie dat een andere hertogin of barones of wat dan ook met haar pen zit te klikken en zichzelf geen houding weet te geven. Ik zie hoe Henry nog steeds rusteloos rondkijkt.
Er zijn maar enkele seconden verstreken sinds onze conversatie, maar de stilte laat het voelen als een eeuwigheid.
'Brooke?' Margjes stem klinkt van achter me, ze dekt haar microfoon af met haar handpalm en beveelt de anderen hetzelfde te doen. Ik draai me naar haar om en voel velen paren ogen naar me staren. 'Lieverd,' Margje steekt haar hand naar me uit maar ik draai weg.
Ik heb geen idee wat er met me aan de hand is. Ik zit te vol, veel te vol. Mijn liefde voor Henry borrelt tot in mijn slokdarm en vecht met mijn strottenklepje om eruit gespuugd te worden. Maar mijn hoofd geeft niet toe, mijn brein is te bang.
Te bang voor een gebroken hart, te bang voor de bevestiging dat ik hier niet hoor. De kronkels in mijn hoofd blijven maar herhalen dat ik hier niet pas, wat doe ik hier?
Ik besef me pas dat ik dat laatste hardop gezegd heb als Margje haar handen stevig om mijn schouders slaat. 'Je bent hier omdat je om hem geeft, en misschien wil je het niet toegeven, maar je hebt je vliegticket gebruikt, je bent hierheen gekomen. En dat had je niet gedaan als je niet zielsveel van die jongen gehouden had.'
En gefrustreerde zucht verlaat mijn mond. 'Maar ik hoor hier niet, ik pas hier niet. Ik houd van hem, zielsveel. Maar deze omgeving,' - ik gebaar vaag naar de schermen - 'zal ons altijd uit elkaar willen halen. Ik geef om hem, al vanaf die allereerste keer. Maar al vanaf die allereerste keer willen ze ons uit elkaar halen. En al helemaal als hij koning wordt, hoe graag ik hem ook wil, hoe veel ik ook van hem houd. Hij en ik zullen nooit bij elkaar kunnen zijn,' ik stop abrupt met mijn monoloog als ik iemand scherp zijn adem in hoor blazen.
Of een heleboel iemanden, eigenlijk, want als ik me omdraai naar de schermen, waar het geluid vandaan kwam, zie ik dat mensen naar de camera's staren.
En als ik me weer omdraai naar Margje realiseer ik me dat ik de reden ben van hun collectieve schrik.
Want lady Margaret heeft haar hand van de microfoon gehaald en de hele zaal heeft mijn verklaring kunnen horen.