30 - Tegels vol onzedelijke teksten.

360 15 3
                                    

donderdag nacht

Ik kijk met een schuin oog naar Henry, probeer zijn reactie te pijlen. Een enkel moment is het volledig stil in de club. Geen beats van de muziek, geen schreeuwende mensen en kots geluiden die van de toiletten afkomen. 

En dan gaat mijn telefoon. Ik vis het rechthoekje uit mijn zak en kijk naar het nummer. Mam. De mensen om me heen beginnen te bewegen en het lijkt alsof we allemaal wakker worden uit een soort trance. 

Henry is in gesprek met Noah en ik besluit om mams telefoontje aan te nemen. 'Hoi, mam.' Mijn stem klinkt vermoeid en ik kan amper horen wat te terug zegt. Dus loop ik tussen de mensen, die nu allemaal druk aan het praten zijn, door naar buiten. 

'Brookelynn Cynthia Florez, waar zit je?' Haar stem snijd dwars door de mist in mijn hoofd en ik kijk om me heen, op zoek naar Aubrey. 

'Mam,' begin ik. 'Ik had je toch verteld dat ik uit zou gaan?' Ik loop terug naar de ingang van de club en wurm me tussen de overgebleven mensen door, opzoek naar enig spoor van Aub of Henry. 

'Ja, maar niet tot half 3 's nachts!' Mijn moeder is goed kwaad, en ik ben op slag helemaal nuchter. Niet dat ik zo dronken was, maar toch. En dan zie ik opvallende blonde haren. 

Emily. Natuurlijk is ze gebleven, zij is zo iemand die smult van de drama die zich hier zojuist heeft afgespeeld. 

'Emily!' Ik roep naar haar en ze draait zich half om. Als ze me in het zicht krijgt komt ze naar me toegelopen. 

'Wie is Emily?' Mijn moeders stem klinkt niet meer boos, meer verbaast. 

'Ik moet hangen, mam, bel je nog!' 

'Nee, Brookelynn, nee!' Nu is ze weer boos. 'Brokely-.' Ik breek haar af en kan helemaal voor me zien hoe ze boos in de telefoon staat te briesen. 

'Emily, heb jij Henry gezien, of Noah?' Vraag ik aan Emily. De blondine wind een lok om haar wijsvinger en nipt aan een wijnglas. 

Even denk ik dat ze gewoon weg gaat lopen. Maar dan antwoord ze loom: 'Neuh, eigenlijk niet.' Ze spreekt met een dubbele toch en als ze weg loopt ruik ik aan haar dat ze iets gerookt heeft, en het is niet zomaar een sigaret. 

Aan haar heb ik dus helemaal niks. De club is intussen aardig leeg gestroomd, wat ik snap, ik zou ook weg zijn gegaan als ik gewoon een bezoeker was geweest en zojuist de rivaliteit tussen een koninklijke broer en zus van dichtbij had gezien. 

Pijnlijke, kwetsende dingen zijn vandaag onthuld en ik weet zeker dat het met Henry niet allemaal prima gaat. Wat hij waarschijnlijk wel beweerd overigens. Als ik plotseling Noahs donkere, gemillimeterde haar uit te toiletten komen. Ik overbrug snel de lege dansvloer en been naar hem toe. 

'Noah!' Hij kijkt op en ziet me lopen. 'Hé, weet jij waar iedereen is? Ik ben jullie kwijtgeraakt.' 

'Hij is op het toilet.' Noah kijkt me aan en zegt dat, uiterst serieus: 'Succes.' Ik begrijp niet waar hij het over heeft en loop naar het mannentoilet. Even denk ik aan de ironie, waarom eindig ik nou toch steeds samen met Henry in een mannentoilet?

Marcus staat voor de deur en zodra hij me ziet doet hij een stapje opzij, er is niks aan zijn gezicht af te lezen, zoals altijd. Maar op een of andere manier staan zijn ogen somberder dan normaal.

'Henry,' met mijn voet duw ik het eerste deurtje open. Niks. 'Ben je hier?' Ik duw het tweede deurtje open. Weer niks. 

Dan hoor ik zijn vertrouwde stem uit een van de achterste hokje komen. 'Ben jij dat, lieverd?' Mijn hart breekt bij het horen van zijn gepijnigde stem. 

Ik loop met zachte stappen naar hem toe. 'Ik had het niet mogen zeggen, nu halen ze ons hier weg.' Zijn stem is niet meer dan gefluister. Ik begrijp niks van wat hij zegt en klop twee keer zacht op de deur. 

Ik hoor hem rommelen aan het slot en hij komt naar buiten, zijn haren zitten warrig en zijn knokkels bloeden. Hij laat me niet langs hem heen kijken, maar ik vang een glimp op van afbrokkelende tegeltjes tegen de muur. 

'Laat me eens kijken,' murmel ik, terwijl ik naar zijn hand grijpt. Maar Henry laat het niet toe, in plaats daarvan trekt hij me in een stevige omhelzing. 

Hij drukt me tegen zich aan, op het verstikkende af. Dit is niet zoals onze andere knuffels. Onze andere knuffels waren lief en teder, dit is alsof hij me wanhopig bij zich wil houden. Hij legt zijn kin op mijn hoofd en trekt me nog dichter tegen zich aan. 

'Ik wil dat je weet...' begint hij, met dichtgeknepen stem. Maar hij gaat niet verder. In plaats van verder te praten, dut hij me van zich af en drukt zijn lippen dringend op de mijne. Bijna alsof zijn leven ervan af hangt.

Alsof het nog een laatste keer wil doen.

En dan laat hij me achter, in het mannentoilet tussen de tegeltjes vol onzedelijke teksten en getekende piemels. Hij laat me achter met mijn eigen gedachten en emoties.

En ik kijk hoe hij verdwijnt uit het kleine toiletgebouwtje. Had ik ook zo toegekeken als ik had geweten dat hij voorgoed zou verdwijnen? 

Hee lieve mensen, dit is het einde van deel 1 oehoeeh. Maar verwijder het boek niet uit je leeslijst, deel 2 zal hier in verder gaan. Hopelijk vinden jullie het allemaal nog een beetje leuk! Hoe is jullie dag?

Heel veel liefs xxx 

Mijn niet zo Perfecte Prins op het Witte Paard ✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu