deel 2 - hoofdstuk 12

244 14 0
                                    

zaterdag avond

'Klinkt meer als een stalker.' Brom ik. 

Nu lachen Margje en Elle allebei. 'O, hou toch op. Hij houd vreselijk veel van je, daarom heeft hij je de afgelopen twee jaar laten volgen. Ik geloof dat een van zijn lijfwachten bij je boekpresentatie was.' Margje, die naast Elle is komen staan, klopt op mijn been. 

Ik draai me weer om en begraaf mijn gezicht in de zijden lakens. 'Klinkt nog steeds als een stalker.' 

'Maar wel een royal stalker.' Zegt Elle lachend. Het is een aanstekelijke lach, als belletje in de wind. 

Margje doet ook een duit in het zakje: 'vast een kind van een neef en nicht'. 

Haar kleindochter bromt iets over 'schei uit met die incest'.  

Ik kruip omhoog over het bed en ga tegen de kussens zitten. Daarna laat ik mijn hoofd tegen het hoofdeinde leunen en zucht. 

'Ik weet niet wat ik ermee aan moet,' zeg ik, hoewel ik geen idee heb waarom ik opeens de behoefte voel m'n hart uit te storten bij deze twee mensen van Deense adel. 

'Dat weet je wel,' zegt Elle, en deze keer is zij het die op mijn knie klopt. Ze loopt om het bed heen en ik voel het matras inzakken als ze naast me komt zitten. 'Ik weet dat wij misschien niet helemaal goed begonnen zijn, maar ik ben je eeuwig dankbaar voor wat jij en Henry voor me gedaan hebben,' ze is even stil en ik denk dat we allebei terugdenken aan twee winters geleden. 'Laat mij iets terugdoen voor jou.' 

Het is even stil. 

Daarna gniffelt Margje alsof ze in een slechte detective comedy zit. 'Wij kunnen die Fiona wel aan.'

Ik zit tussen Elle en Margje aan het avondeten en probeer te accepteren dat zolang ik hier ben, ik niet mijn eigen eten zal mogen opscheppen

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Ik zit tussen Elle en Margje aan het avondeten en probeer te accepteren dat zolang ik hier ben, ik niet mijn eigen eten zal mogen opscheppen. 

'Dus,' Margjes ogen schitteren nog steeds wanneer ze tegen Henry begint te praten. 'Goede dag gehad?' 

Henry's ogen staan strak, donker. Alsof ons kinderachtige geruzie van vanmorgen toch iets meer indruk heeft gemaakt dan ik dacht. Hij haalt een hand door zijn volle haar en kijkt me aan. 

Ik kijkt weg.

Misschien is het stom en niet het juiste. Maar ik wil niet nog een keer gebroken terug naar huis gaan. Misschien is het gewoon het beste als ik dadelijk mijn koffers ga pakken en naar het goedkope hostel vier straten verderop ga. Hopelijk hebben ze mijn kamer vrij gehouden.

'Prima, altijd goede activiteiten in Buckingham.' Zegt Henry nonchalant. Hij richt zijn aandacht weer op het eten en ik prop een aardappel naar binnen. Er drupt saus langs mijn wang. 

Ik krijg het gevoel van en déjà vu. Ongeveer twee jaar geleden, op een lenteochtend in een Deenspaleis drupte er ook saus langs mijn wangen. 

Alleen, besef ik me, is dit helemaal niet vergelijkbaar. Want toen was ik nog in de wolken met mijn perfecte prins op het witte paard. En toen werd mijn hart gebroken. Ergens ben ik me er vaag van bewust dat dat misschien groot en deels door zijn oma kwam, maar ik kan het niet aan hem hier te zien. En het was toen jam die langs mijn wangen af drupte, geen champignonsaus. Nee, misschien is dit helemaal geen déjà vu.

Ik kan het amper handelen met hem in een kamer te zijn. Aan de ene kant ontploft mijn hart bijna van verlangen, en aan de andere kant is datzelfde hart doodsbang om nog een keer in een miljoen kleine stukjes gebroken te worden. 

'Ja,' ik schrik op. 'Ja,' zegt Elle nog eens. 'Wij ook. Toch, Brooke?' Onder de tafel stoot ze me aan met haar knie.

Nog een déjà vu, alleen is het deze keer een hertogin die onder de tafel met de knie tegen de mijne stoot en geen prins. 

Ik kijk haar aan en haar grote ogen staan uitnodigend. 'Goede dag gehad, toch, Brooke?'

Mijn knik komt net iets te laat, en ik voel de ogen van iedereen aan tafel in me boren. Maar vooral die van Henry, ik voel vooral Henry's verwarde ogen. Ik voel zijn blik op me rusten en de onuitgesproken vraag die daar in ligt. 

Waar is Brooke gebleven?

'Die heb ik achtergelaten in Denemarken,' wil ik hem toe spugen. 'Toen mijn leven in een dag van hoopvol naar hopeloos veranderde.' 

Maar ik zeg niks, want hoe graag ik hem wil vertellen hoe gebroken hij me heeft weggestuurd, ik houd nog steeds teveel van hem om hem pijn te doen. 

Wat een klotezooi. 

Ik knik vaag, veeg mijn mond af met de servet en sla geen acht op de lakei die direct een nieuwe neerlegt. Daarna schuif ik mijn stoel met veel geschraap dat weergalmt door de grote eethal naar achteren en sta op. 

Met mijn rug naar de Deense adel toegekeerd, loop ik de hal uit. Vastberaden mijn koffer te pakken en te verdwijnen. 

Want ik kan het niet aan hem nog een keer te verliezen. 

Hee lieve mensen, hoe is jullie dag?

Heel veel liefs xxx

Mijn niet zo Perfecte Prins op het Witte Paard ✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu