7.2/Haatdragend~

43 8 52
                                    

7

Haatdragend

Jirina mocht eerder in de binnenkomstgang al eigenlijk niets zeggen, maar nu kon ze dat absoluut niet maken. Isadora wenste dat er op welke manier dan ook een gelegenheid zou ontstaan waarop ze even met haar kon praten, ergens in deze twee dagen. Ze hield deze situatie niet uit als ze niet met haar had gepraat, of mogelijk met haar broers en zussen. Ze móést nu of dadelijk kunnen ratelen, haar gedachten kwijt kunnen bij iemand die zou luisteren. Zou luisteren.

Maar tot zover bood zich daar nog geen gelegenheid voor aan. Ze werden een grootse kamer in geleid – hoog, met enkele boekenkasten, vier banken, dikke tapijten op de donkere vloer, lange ramen met kleine ruiten erin, en enkele bijzettafeltjes en dergelijke. Aan de linkerkant was nog een deur te vinden, die toegang bood tot een soortgelijke kamer, maar dan met een serre eraan vast.

Het was een gezellige, mooie ruimte, typisch in de donkere, gedetailleerde stijl van Torbanovi, maar toch voelde deze niet vertrouwd aan. Isadora was hier nog nooit eerder geweest en ze vroeg zich af of de Koninklijke leden van Torbanovi daar iets anders over konden zeggen. De ruimte voelde als een nog nooit eerder gebruikte kamer waarin zij tijdelijk vastgehouden werden om zichzelf zoet te houden.

Toen de deuren met een beleefde klik dicht werden gedaan, nadat de lakeien ieder van hen ervan hadden verzekerd dat ze in de buurt waren en dat ze hen altijd konden bereiken, en alle vijftien Koninklijke kinderen zich in de kamer bevonden, kwam Isadora in haar hoofd tot de realisatie dat dit nog nooit eerder was voorgekomen. Alle kinderen waren nog nooit in één kamer geweest zónder hun ouders erbij. Ze verwachtte dat er wel iets zou gaan gebeuren nu – gesprekken die anders nooit gehouden konden worden, niet toegestane woorden die eindelijk het licht zagen, "onbeleefde" bewegingen die vrijuit gemaakt mochten worden zoals gapen, luid lachen, zich uitstrekken en dergelijke. Ze hóópte eigenlijk dat er zoiets zou gebeuren. Stiekem wilde ze behoorlijk graag loskomen van de sleur der verplichtingen waar ze zich nu al zo lang in bevond.

'Dus jullie hebben die groep nog nooit gezien?' hervatte de oudste van de Torbanovische familie een eerdere conversatie niet lang nadat de deuren waren gesloten en de eerste seconden waren verstreken, gevuld met de realisatie dat ze allemaal alléén waren. Hij was een Prins met zwarte haren, net zoals zijn broer Lazlo, maar die van hem krulden minder heftig en waren een stuk korter. Zijn lengte telde echter meer centimeters dan zijn jongere broer. Isadora was zijn naam vergeten en niemand had die zonet in het gesprek genoemd.

Isadora's oudere broers en zussen gingen mee in het gesprek, wat zo intellectueel en beschaafd was, dat ze een beetje haar hoop begon te verliezen in deze groep. Konden zij allen dan echt nooit plezier maken? Praten over ándere zaken dan slechts oppervlakkige of op politiek gerichte? Praten over wat hen bezighield – persoonlijk bezighield? Nu hadden ze de kans.

Isadora ging bij twee volgestouwde, spierwitte boekenkasten staan, die samen één hoek van de kamer en een contrast vormden, vanwege alle donkere kleuren in de ruimte. Met haar ogen ging ze de ruggen af en ging ze bij zichzelf na of ze de titels kende, bij wijze van afleiding voor haar gedachten. Ondertussen praatten enkele anderen van haar familie met de Torbanovische Prinsen en Prinsessen tóch over de aanval, tóch over inmiddels verveling en irritatie opwekkende onderwerpen. Ze hadden deze gebeurtenis immers al zo vaak herhaald, inmiddels...

Ze spraken over de geweerschoten, de paarszwarte uniforms en de onbekende zij. Hoewel er geen hard bewijs bestond – nog niet – voor de identiteit van het desbetreffende meisje, hoopte Isadora dat haar ouders Aleydis veilig zouden houden. Áls ze nog niet weg was naar Torbanovi...

Een hopelijk onopmerkelijke zucht rolde van haar lippen toen ze besefte dat zij zich nu net zo goed verdiepte in politieke zaken. Ze concentreerde zich weer op de titels. Die kende ze... en die ook. En hier stond een rij die haar onbekend was. Als ze die mee kon nemen naar haar kamer... dan had ze tenminste wat te lezen vanavond.

Red me van de plekken waar ik thuishoorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu